Stofwisseling

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Is er hier sprake van assimilatie of dissimilatie?
A
geen van beide
B
assimilatie
C
dissimilatie
D
beide

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide


Hiernaast is een organisch molecuul weergegeven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke bewering klopt?
Een enzym...
A
Kan stofwisseling vertragen
B
Is een koolhydraat
C
Werkt specifiek
D
Gaat op

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide


Welk enzym werkt optimaal bij pH van 6?
A
enzym 1
B
enzym 2
C
enzym 3
D
geen enkel enzym

Slide 10 - Quizvraag

Schimmels gebruiken enzymen bij de vertering van een hondendrol. In de winter wordt een hondendrol op straat minder snel verteerd dan in de zomer.
Waardoor is dat verschil hier vooral te verklaren?

1 doordat de activiteit van enzymen afhangt van de temperatuur
2 doordat hun activiteit afhangt van de zuurgraad
A
door geen van beide
B
vooral doordat de activiteit afhangt van de temperatuur
C
vooral doordat de activiteit afhangt van de zuurgraad
D
door beide

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Bij welke golflengte vindt de minste fotosynthese plaats?
A
Tussen 400 en 500 nm
B
Tussen 500 en 600 nm
C
tussen 600 en 700 nm
D
tussen 700 en 800 nm

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Planten kunnen koolhydraten opslaan, bijvoorbeeld zetmeel.
De industrie gebruikt zetmeel als grondstof voor de productie van frisdranken, snoep en ijs. Het zetmeel moet dan eerst worden afgebroken door bepaalde enzymen. Dit zijn dezelfde enzymen die in planten zetmeel omzetten.
Welke stof ontstaat bij deze omzetting?
A
een eiwit
B
een suiker
C
een vet
D
een vitamine

Slide 19 - Quizvraag

Rijpe maïskorrels bevatten gemiddeld 17% koolhydraten, 3% eiwitten en 1% vetten.
Zijn mineralen grondstoffen voor de opbouw van maïskorrels? En zijn suikers grondstoffen voor de opbouw van maïskorrels?
A
geen van beide
B
alleen mineralen
C
alleen suikers
D
zowel mineralen als suikers

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide


Vindt in deze aspergestengels fotosynthese plaats? En vindt er dissimilatie plaats?
A
Geen van beide processen
B
Alleen fotosynthese
C
Alleen dissimilatie
D
Beide processen

Slide 22 - Quizvraag

Er wordt onderzocht of een plantenwortel een bepaald gas afgeeft. Van een plant wordt de wortel afgesneden. De wortel wordt in een proefopstelling gebracht. De wortel blijft gedurende de proef in leven.
Na enkele dagen is het kalkwater in de buis troebel wit geworden. Hiermee is aangetoond, dat de plantenwortel een bepaald gas heeft afgegeven. Om aan te tonen dat dit gas inderdaad door de wortel is gemaakt, heeft de leraar een tweede buis als controle gebruikt. Wat moet er in zo’n controle-buis weggelaten worden?
A
het kalkwater
B
de lucht
C
de plantenwortel

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide