2.2 Rivieren van ijs

Wat zijn gletsjers, die duizend jaar geleden de Alpen bedekten?
A
Rivieren van ijs die langzaam van de hellingen naar beneden gleden
B
Een zee van ijs die snel van de hellingen naar beneden gleden
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat zijn gletsjers, die duizend jaar geleden de Alpen bedekten?
A
Rivieren van ijs die langzaam van de hellingen naar beneden gleden
B
Een zee van ijs die snel van de hellingen naar beneden gleden

Slide 1 - Quizvraag

Hoe noem je de periode tussen 2 ijstijden in?
A
glaciaal
B
interglaciaal

Slide 2 - Quizvraag

Wat is Firn?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is firn?
korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ontstaat firn?
A
In de ijstijd valt veel neerslag. Dat is firn.
B
In de ijstijd valt veel sneeuw. De sneeuw ontdooit en bevriest en verandert in de jaren in firn.
C
Firn is korrelachtige, overjarige en ijsachtige sneeuw
D
Firn is korrelachtige, overjarige en ijsachtige sneeuw

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn firnbekken?

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn firnbekken?

Opeengehoopte firn die samen een firnbekken vormen. 
Dat is het begin van een gletsjer.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn zijmorenen?
Gletsjer puin aan de zijkanten van een gletsjer.

Slide 8 - Tekstslide

Verschil tussen zijmorene en middenmorene
Zijmorene is gletsjerpuin aan de zijkant van een gletsjer

Middenmorenen ontstaan doordat 2 gletsjertongen zich samenvoegen.

Slide 9 - Tekstslide

nummers:
Wat is 29?
Wat is 30?
Wat is 31?

Slide 10 - Tekstslide

nummers:
Wat is 29: zijmorene
Wat is 30: middenmorene
Wat is 31: eindmorene

Slide 11 - Tekstslide

Was de gletsjer vroeger groter dan nu?
De zijmoren geven de hoogte van de vroegere gletsjer aan. De gletsjer was vroeger dus veel groter.

Slide 12 - Tekstslide

Gletsjer schuift door het dal naar beneden. Het dal wordt uitgeschuurd door ijs met puin. 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe kun je zien tot hoever de gletsjer is gekomen?
Dat kun je zien aan de eindmorenen. De gletsjer stopt op de plek waar de eindmorenen liggen

Slide 14 - Tekstslide

Welke vervoerders van verweringsmateriaal zijn er?
A
rivieren, zee en wind
B
ijs, water,rivieren,zee en wind

Slide 15 - Quizvraag

Waarom is de Rijn een gemengde rivier?
A
omdat gletsjerwater onderweg wordt aangevuld met neerslag; dus allebei
B
omdat de rijn wordt gevoed door neerslag

Slide 16 - Quizvraag

Waarom zorgt een rivier in de BOVENLOOP voor afbraak van het landschap? En hoe herken je dit in het landschap?
Dat komt door de hoge stroomsnelheid van de rivier.

Je herkent dit in het landschap door een diep V-vormig dal met steile wanden.

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit dat de waterval van Schaffhausen is ontstaan door verschil in hardheid van gesteente:
antwoord zie volgende slide

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit dat de waterval van Schaffhausen is ontstaan door verschil in hardheid van gesteente:
Waterval ontstaat op plek waar hard gesteente overgaat in zacht gesteente.
Door de kracht van het stromende water wordt zacht gesteente weggesleten en hard gesteente blijft liggen. Over de rand van harde steen stort het water naar beneden

Slide 19 - Tekstslide