2D Mon 25/01/21

Welcome 2D! 
25 January 2021
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome 2D! 
25 January 2021

Slide 1 - Tekstslide

Goal
- I know what linking words are and how to use them
- I know how to write adjectives
- I know more words from the vocabulary list

Slide 2 - Tekstslide

timer
1:00
What are linking words?

Slide 3 - Woordweb

timer
1:30
Can you give
examples of linking words?

Slide 4 - Woordweb

Complete the sentence. Choose the correct linking word: because, also, although, for example, next, therefore.
1. You can choose any two colours, _____ red and yellow.
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Complete the sentence. Choose the correct linking word: because, also, although, for example, next, therefore.
2. Not only did we watch a movie, we ____ had dinner.
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Complete the sentence. Choose the correct linking word: because, also, although, for example, next, therefore.
3. My grandma knows many things, ___ she is old.
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Complete the sentence. Choose the correct linking word: because, also, although, for example, next, therefore.
4. I like going to school, ____ I don't always like doing homework.
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Complete the sentence. Choose the correct linking word: because, also, although, for example, next, therefore.
5. First he parked his bike, then he thought about what to do _______ .
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Complete the sentence. Choose the correct linking word: because, also, although, for example, next, therefore.
6. This couch is softer and _____ more comfortable to sit on.
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Adjectives = bijv nw
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 11 - Tekstslide

Adjectives
*Je zet een bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord.
*Bij sommige zinnen zet je ze achter het werkwoord.
Dit is bij de volgende werkwoorden: 
to be (am, are, is, was ,were, been), to look, to appear, to seem.

Op de volgende slide is een filmpje met uitleg hierover.

Slide 12 - Tekstslide

Als een adjective iets zegt over een zelfstandig naamwoord. Wat zijn hier dan de adjectives?
wel adjective (bijvoeglijk naamwoord) 
Geen adjective (bijvoeglijk naamwoord)
ugly
dog
extremely
dead
carefully
careful

Slide 13 - Sleepvraag

Vocabulary

Slide 14 - Tekstslide

1. vermaak

Slide 15 - Open vraag

2. publiek

Slide 16 - Open vraag

3. duidelijk, klaarblijkelijk

Slide 17 - Open vraag

4. onthullen

Slide 18 - Open vraag

5. handtekening

Slide 19 - Open vraag

6. voorspelbaar, opmerkelijk

Slide 20 - Open vraag

7. backstage

Slide 21 - Open vraag

8. breakthrough

Slide 22 - Open vraag

8. release

Slide 23 - Open vraag

9. suitable

Slide 24 - Open vraag

10. to recommend

Slide 25 - Open vraag

11. overrated

Slide 26 - Open vraag

HOMEWORK
Do the Task - Write your review
Learn the Stones
Slim stampen



Slide 27 - Tekstslide