Basisstof 6: Spieren en beweging

Thema 5: Regeling
Basisstof 6: Spieren en beweging
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 5: Regeling
Basisstof 6: Spieren en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Uitleg voor wie dat nodig heeft
  • Aan het werk! 
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik:
  • De bouw en functie van glad spierweefsel en dwarsgestreept spierweefsel beschrijven;
  • De bouw en werking van spieren beschrijven;
  • De effecten van training, revalidatie en dopinggebruik uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Glad spierweefsel
  • Bestaat uit langwerpige spiercellen
  • Komt voor in de huid en buisvormige, holle organen.
  • Wordt geïnnerveerd door autonome zenuwstelsel
  • Raakt niet snel vermoeid

Slide 4 - Tekstslide

Dwarsgestreept spierweefsel
  • Bestaat uit spiervezels
  • Zit vast aan delen van het skelet of met één of beide delen vast aan de huid
  • Wordt geïnnerveerd door het animale zenuwstelsel
  • Raakt snel vermoeid

Slide 5 - Tekstslide

Skeletspieren
  • Een skeletspier bestaat uit spierbundels.
  • De spierbundels bestaan uit spierfibrillen met daaraan axonen van motorische zenuwcellen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Spierfibrillen
  • Tussen de spierfibrillen liggen veel mitochondriën en glycogeenkorrels (met glucose erin).
  • Spierfibrillen bestaan uit filamenten: Actine en myosine.
  • Doordat actine- en myosinefilamenten in elkaar schuiven, wordt de spiervezel korter. Dit kost energie.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Antagonisten
Een spier kan maar in één richting bewegen.
Een andere spier zorgt voor de tegengestelde richting
  • Antagonist

Slide 10 - Tekstslide

Langzame en snelle spiervezels
Langzame spiervezels zijn goed doorbloed (rode spiervezels).
  • Bevatten veel mitochondriën, raken niet snel vermoeid
Snelle spiervezels zijn minder doorbloed (witte spiervezels)
  • Bevatten minder mitochondriën, raken sneller vermoeid. 
  • Kunnen sneller en krachtiger samentrekken dan rode spiervezels

Slide 11 - Tekstslide

Training
  • Bij krachttraining krijgen de spieren meer spiercellen en neemt het aantal filamenten toe.
  • Bij duurtraining train je op uithoudingsvermogen en neemt de doorbloeding van de spieren toe.
  • Een goede warming-up en cooling-down verkleinen de kans op blessures.

Slide 12 - Tekstslide

Doping
Door doping kunnen je sportprestaties verbeteren.
  • Anabole steroïden zetten het lichaam aan om meer spierweefsel te vormen
  • EPO stimuleert het lichaam om rode bloedcellen te maken (= meer uithoudingsvermogen)
  • Doping brengt grote risico's met zich mee

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat: Basisstof 1 t/m 6 van thema 5
Hoe: Tweetallen, fluisteren of voor jezelf
Tijd: 15 minuten
Hulp: Raadpleeg je boek/buur en steek anders je vinger op
Klaar: Basisstof 1 van thema 6 lezen
Uitkomst: Basisstof 1 t/m 6 van Thema 5 zijn af

Slide 14 - Tekstslide