• Wat is LessonUp
  • Zoeken
  • Kanalen
  • AI-tools

    Beta

‹Terug naar zoeken

V4 Frans unité 1 révision 22/23

unité 1 Contactez-moi


Récapitulation

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

unité 1 Contactez-moi


Récapitulation

Slide 1 - Tekstslide

Op welke elementen moet je letten bij een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 2 - Open vraag

1. VORM - algemene regel
mannelijk: -   (un grand homme)
vrouwelijk: +e ( une grande femme)
meervoud : + (e)s (les grands hommes ; les grandes femmes)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

MANNELIJK

Slide 6 - Tekstslide

MANNELIJK

Slide 7 - Tekstslide

Op de volgende slides staan quizvragen
Let op: je hebt telkens maar 10 sec om te antwoorden!

Slide 8 - Tekstslide

Wat klopt: " une habitude ____
A
africain
B
africaine
C
Africain
D
Africaine

Slide 9 - Quizvraag

Wat klopt: " un _____ homme
A
vieux
B
vieil
C
vielle
D
vieuxs

Slide 10 - Quizvraag

Wat klopt: " une___comédie
A
long
B
longe
C
longue
D
longes

Slide 11 - Quizvraag

Waar staat een bijvoeglijk naamwoord normaal gezien tov een zelfstandig naamwoord?

Slide 12 - Open vraag

2. PLAATS

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat klopt "J'ai fait la connaissance avec un ____élève____"
A
un nouveau élève
B
un élève nouveau
C
un nouvel élève
D
un élève nouvel

Slide 15 - Quizvraag

Wat klopt: " C'est une ____situation____"
A
une dangereux situation
B
une situation dangereuse
C
une dangereuse situation
D
une situation dangereux

Slide 16 - Quizvraag

Wat klopt: J'aime ____voitures____ (des- grand- noir)
A
des grands voitures
B
de grandes noires voitures
C
de grandes voitures noires
D
des voitures grandes noires

Slide 17 - Quizvraag

Welke persoonsvormen hebben gelijke vormen bij ww op-er in de tegenwoordige tijd (le présent)?

Slide 18 - Open vraag

Welke persoonsvormen hebben gelijke vormen bij ww op-er in de verleden tijd (imparfait)?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Hoe vorm je de futur bij regelmatige werkwoorden op -er?

Slide 21 - Open vraag

Hoe vorm je de futur du passé bij regelmatige werkwoorden op -er?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Welke vorm is correct?
A
je parles
B
je parle

Slide 24 - Quizvraag

Welke vorm is correct?
A
je parlais- tu parlait- il parlait
B
je parlais - tu parlais - il parlait

Slide 25 - Quizvraag

Welke vorm heeft het werkwoord in deze zin? ''Je parlerai avec lui demain''
A
futur du passé
B
futur

Slide 26 - Quizvraag

Welke tijden wijken af bij de werkwoorden aller, avoir en Être en faire ?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Vul de juiste vervoeging in van het werkwoord in de imparfait. - Vous ____(oublier)
A
oublierez
B
oubliez
C
oubliiez
D
oublieriez

Slide 31 - Quizvraag

Vertaal het werkwoord in het Frans-
Ik zou doen
A
Je ferai
B
Je ferais

Slide 32 - Quizvraag

Vertaal het werkwoord in het Frans-
wij hadden
A
nous avions
B
Nous aviions

Slide 33 - Quizvraag

Vertaal het werkwoord in het Frans-
u zult gaan
A
vous allerez
B
vous alleriez
C
vous irez
D
vous iriez

Slide 34 - Quizvraag

Staat er tussen een tiental en een eenheid in het Frans altijd een liggend streepje?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

hoe vorm je de datum met getallen in het Frans?

Slide 37 - Open vraag

hoe vorm je rangtelwoorden doorgaans in het Frans?

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide

Je zet normaal gezien geen et bij de kloktijd als je minuten wil aangeven, waar wel?

Slide 40 - Open vraag

Wat klopt er?
A
Il est lundi,deux février
B
Il est lundi,le deux février

Slide 41 - Quizvraag

Wat klopt ? 15 augustus 2011
A
quinze août deux milles onze
B
le quinze août deux milles onze
C
le quinze août deux mille onze
D
quinze août deux mille onze

Slide 42 - Quizvraag

Welke vertaling klopt? Het is half 1 's nachst
A
Il est douze heure et demie
B
Il est douze heure et demi
C
Il est douze heures et demie
D
Il est douze heures et demi

Slide 43 - Quizvraag

Meer lessen zoals deze

4vwo récapitulation grammaire unité 1 contactez-moi

October 2021 - Les met 52 slides
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

P2 Brûle sorcière, brûle! - les adjectifs

December 2024 - Les met 17 slides
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Ateliers 5.2 - le genre

May 2020 - Les met 12 slides
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Ateliers 5.2 - le genre

May 2020 - Les met 13 slides
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

wk les 2 havo 3

January 2020 - Les met 17 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

H2 - U3- Grammaire II: les adjectifs

December 2020 - Les met 27 slides
FransMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

l'adjectif

October 2020 - Les met 13 slides
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

les 6

September 2019 - Les met 23 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
LessonUp
Algemene voorwaardenPrivacy StatementCookie StatementContact
Nederlands

Onze cookies

Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.

Bewerk instellingen