De koloniale relatie tussen Nederland en Indonesië: machtsuitbreiding en verzet

De koloniale relatie tussen Nederland en Indonesië


Machtsuitbreiding en verzet (1870-1942)








Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1942

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De koloniale relatie tussen Nederland en Indonesië


Machtsuitbreiding en verzet (1870-1942)








Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1942

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) 
Tijd van de wereldoorlogen (1900-1950)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Hoe werd Nederland in heel Indonesië de baas?

Slide 3 - Tekstslide

Ondernemers in Indië (1)

  • Liberalen willen niet dat de overheid zich met de economie bemoeit

  • In het cultuurstelsel had de overheid een actieve rol 

  • NHM mocht als enige handelen in producten uit Indië

  • Dus meer ontevredenheid


Slide 4 - Tekstslide

Ondernemers naar Indië

  • Afschaffing cultuurstelsel.

  • Steeds meer wetten maken vrij ondernemerschap mogelijk: 

  • Mijnwet (1850)
  • Agrarische wet (1870)
  • Suikerwet (1871)

Slide 5 - Tekstslide

Ondernemers in Indië


  • Steeds meer Europese ondernemers gaan naar Indië

  • Ook naar de buitengewesten: gebieden in Nederlands-Indië buiten Java en Sumatra

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Werken op de plantages

    Plantages hebben arbeiders nodig

    • Vaak te weinig arbeiders (gebieden dunbevolkt)

    • Arbeiders worden voornamelijk uit China gehaald

    • Deze contractarbeiders worden koelies genoemd

    Slide 8 - Tekstslide

    Welke mensen gingen nu het grote geld verdienen in Nederlands-Indië?
    A
    Nederlanders
    B
    Chinezen
    C
    Japanners
    D
    Indonesiërs

    Slide 9 - Quizvraag

    Behandeling van de koelies
    • Werken keihard voor een laag loon

    • Koelies worden zeer slecht behandeld (lijfstraffen)
    • Voedsel en onderdak slecht
    • Medische zorg ontbrak en lijfstraffen waren normaal

    • Opstanden worden keihard neergeslagen

    Slide 10 - Tekstslide

    Wat waren koelies?
    A
    Contractarbeiders.
    B
    Gevangenen.
    C
    Indonesische ondernemers.
    D
    Slaven.

    Slide 11 - Quizvraag

    Vanaf 1870: Nederland breidt zijn macht uit
    • Grote vraag naar grondstoffen uit Nederlands-Indië (olie, tin, rubber)

    • Bouw Suez-kanaal zorgt voor kortere route naar Nederlands-Indië

    • Modern-imperialisme: uitbreiding van het aantal kolonies door Europese landen (stichtten van een wereldrijk)

    Slide 12 - Tekstslide

    Slide 13 - Tekstslide

    Modern Imperialisme is
    A
    Veel industrie willen hebben
    B
    Veel wapens willen hebben
    C
    Veel kolonies willen hebben
    D
    Veel Europese macht willen hebben

    Slide 14 - Quizvraag

    Slide 15 - Video



    Wat was voor Nederland een reden om rond 1870 zijn grondgebied in Indonesië uit te breiden?
    A
    Nederland wilde de slavenhandel uitbreiden.
    B
    Nederland wilde er gevangenen naar toe kunnen sturen.
    C
    Nederland wilde het Cultuurstelsel uitbreiden.
    D
    Nederland wilde meer macht en aanzien krijgen in de wereld.

    Slide 16 - Quizvraag

    Nederlands Imperialisme (1)


    • Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) beschermt plantage-eigenaren



    Slide 17 - Tekstslide

    Nederlands Imperialisme (2)
    • Nederlandse versie van het modern imperialisme

    • Begint met de harde acties na aanval op KNIL (1894: Lombok)

    • Wraak nemen op de opstandelingen 
    • Bang om uitgelachen te worden in Europa

    Slide 18 - Tekstslide

    Waar staat het KNIL voor?
    A
    Koninklijk Noord Indisch leger
    B
    Koninklijk Nederlands Indonesisch leger
    C
    Koninklijk Noord Iers leger
    D
    Koninklijk Nederlands Indisch leger

    Slide 19 - Quizvraag

    Nederlands Imperialisme (3)

    • Conflict met Atjeh (op het eiland Sumatra) wordt erger (1873)

    • felle guerilla: oorlog waarin verzet gepleegd wordt tegen een partij die een gebied wil overheersen

    • nationale eer
    • in 1910: bijna heel Nederlands-Indië in handen van Nederland

    Slide 20 - Tekstslide

    Ethische politiek
    • Ontstaat rond 1900 in Nederland

    • Nederland wil iets terugdoen voor de Indonesische bevolking, vooral na alle miljoenen die Indië heeft opgeleverd (Ereschuld).

    • Doel Ethische Politiek: beschaving en cultuur bij brengen

    Slide 21 - Tekstslide

    Wat houdt de ethische politiek in?
    A
    Nederland ging iets terug doen voor de Indonesiërs
    B
    Dat je alleen de politiek in mocht als je Nederlands was
    C
    De afschaffing van het Cultuurstelsel
    D
    Indonesiërs mochten ook politieke partijen oprichten

    Slide 22 - Quizvraag

    De Ethische politiek bestond uit:
    • Verbetering onderwijs regentenkinderen
    • Infrastructuur
    • Aanleggen irrigatielandbouw
    • De bevolking verspreiden naar dunbevolkte gebieden. 
    • Verbetering gezondheidszorg

    Slide 23 - Tekstslide

    Wat is GEEN voorbeeld van ethische politiek?
    A
    Geld geven aan boeren voor betere gewassen
    B
    Betere lonen
    C
    Bouwen van bruggen
    D
    Stichten van dorpsschooltjes

    Slide 24 - Quizvraag

    De gevolgen van beter onderwijs
    • Sommige Indonesiërs gingen in Nederland studeren;

    • ..en leren daar over vrijheid en democratie

    • Gevolg: ontstaan nationalisme in Nederlands-Indië

    Slide 25 - Tekstslide

    In India, een Britse kolonie, leidde Mahatma Gandhi de onafhankelijkheidsstrijd van de nationalisten. 
    Voor de nationalisten in Indonesië een groot voorbeeld voor hun strijd.

    Slide 26 - Tekstslide

    Hoe gaat Nederland om met het opkomend nationalisme?
    • Gematigde nationalisten mogen meepraten in de Volksraad 

    • Voorlopig geen onafhankelijkheid (“Duurt nog wel een paar honderd jaar.”)

    • Volksraad stelt niet veel voor.

    Slide 27 - Tekstslide