Stellen rondeel

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 6-8

Welkom bij stellen.

• Ga zitten.
•  Schuif de la met je Chromebook en je     etui onder je tafel.
• Ga klaar zitten voor de instructie.

Stellen

In deze les leer je wat een rondeel is en hoe je een rondeel schrijft.

Marc groet 's morgens de dingen

Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem

ploem ploem

dag stoel naast de tafel

dag brood op de tafel

dag visserke-vis met de pet

pet en pijp

van het visserke-vis

goeiendag

DAA-AG VIS

dag lieve vis

dag klein visselijn mijn

Paul van Ostaijen

Kijk naar de voorwerpen op tafel.

Kijk naar de voorwerpen op tafel.

Kies één voorwerp en schrijf daaronder minstens drie ervaringen, in steekwoorden, met dat voorwerp.

Kijk naar de voorwerpen op tafel.

Kies één voorwerp en schrijf daaronder minstens drie ervaringen, in steekwoorden, met dat voorwerp.

Vertel aan je schrijfmaatje over één van de ervaringen uit je lijstje.

Kijk naar de voorwerpen op tafel.

Kies één voorwerp en schrijf daaronder minstens drie ervaringen, in steekwoorden, met dat voorwerp.

Vertel aan je schrijfmaatje over één van de ervaringen uit je lijstje.

Wat je vertelde schrijf je zo precies mogelijk op.

Als je over meer onderwerpen tegelijk vertelde kies je er maar één uit.

Lees je tekst voor aan je schrijfmaatje.

Bijvoorbeeld:

Ik kook zes eieren.

Mijn moeder was ziek. Ik ging voor iedereen eieren koken. Ik pakte zes eieren uit de koelkast.

Dan pakte mijn zusje één ei en liet het uit haar hand vallen. "O , wat heb je gedaan?" zeg ik.

Ik kookte de vijf eieren en ruimde de rommel op. Ik breng de eieren naar mijn moeder.

Rondeel

Herschrijf je tekst over hetzelfde onderwerp in de vorm van een rondeel.

Je schrijft alsof je met het voorwerp spreekt, zoals in het gedicht 'Marc groet de dingen'.

regel 1: Een groet en het voorwerp

regel 2: Waar is het

regel 3: Wat gebeurde er

regel 4: is als regel 1

regel 5: Wat doe je zelf

regel 6: (even open laten)

regel 7: als 1 met één woord erbij

regel 8: als 2 met een variatie als je wil

Na regel 8 beslissen wat er nog in regel 6 bijgeschreven moet worden.

Dag ei

Op de grond

Mijn zus liet je vallen toch

Dag ei

Ik veeg je op

Dan gooi ik je in de vuilniszak

Dag arm ei

Op witte grond

Henk van Faassen

Hoi boodschappentas

In de kast

Ik deed fruit in je

Hoi boodschappentas

Ik draag je, je bent zwaar

Naar de markt

Hoi boodschappentas, gele, grijze

In de kast

Henk van Faassen