Herhaling basiskennistoets A3a 2025

Herhaling basiskennistoets A3a 2025
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling basiskennistoets A3a 2025

Slide 1 - Tekstslide

Les 1:  Weer en klimaat, systeem aarde en actieve aarde

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerpen
B250 – centrum / periferie
B63 – Buys-Ballot
B73: Klimaatsysteem van Köppen
B59: Stijgingsregens
B71: Koufront / warmtefront
B60: Windsysteem
B65: Moesson

Slide 3 - Tekstslide

B59: Stijgingsregens
- Wat is neerslag? 
- Waar komt het vocht vandaan dat uiteindelijk regen vormt?


Slide 4 - Tekstslide

B59: Stijgingsregens
Komt bij gebieden voor met de sterkste instraling van de zon
--> Is rondom de evenaar!
Warme lucht stijgt op koelt af kan minder waterdamp bevatten
= Stijgingsregens 

Slide 5 - Tekstslide

Andere vormen van neerslag
1. Stuwingsneerslag 
Als lucht over een hoger gelegen gebied waait, moet het stijgen en condenseert waterdamp tot regen


2. Frontale neerslag 
Als warme en koude lucht botsen, wordt de warme lucht omhoog geduwd. Waterdamp in de warme lucht condenseert en vormt regen

Slide 6 - Tekstslide

Dus 3 vormen van neerslag

Slide 7 - Tekstslide

Warmte front
Koufront

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

B60 & B65: Windsysteem & moessons
- Rond de evenaar stijgingsregens: warme lucht stijgt op.

Wat vormt zich daar: 
Een tekort aan lucht aan het aardoppervlak, of juist teveel lucht aan het aardoppervlak?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

B60 & B65: Windsysteem & moessons
Dus waar lucht opstijgt, is een tekort aan lucht. 
Hier ontstaat een lagedrukgebied.

Om het tekort aan te vullen zuigt een lagedrukgebied lucht aan: 
wind!
Deze lucht komt van gebieden met een luchtoverschot: hoge druk!

Slide 12 - Tekstslide

Grote windsystemen
Drukverschillen ontstaan door verschillen in temperatuur.
Dat kan op kleine schaal gebeuren, zoals binnen Europa.

Maar over het algemeen is er op aarde een duidelijk patroon van een dominante luchtdruk. Hierdoor ontstaan er de grote windsystemen.

Het is bij de polen namelijk altijd koud, en rond de evenaar altijd warm


Slide 13 - Tekstslide

Verdeling Lage- en Hogedrukgebieden over de aarde

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Corioliseffect
Wet van Buijs Ballot:
  1. lucht stroomt van hoge druk naar lage druk
  2. De wind heeft een afbuiging door het corioliseffect
NH noordelijk halfrond -> rechts
ZH  zuidelijk halfrond -> links

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wet van Buys-Ballot
Lagedrukgebieden hebben aan de grond een aanzuigende werking van lucht uit de omgeving. Hogedrukgebieden stoten aan het aardoppervlak juist lucht af naar buiten toe.

Slide 18 - Tekstslide

B65: Moesson
Wat weten we nu?
- Waar de zon het sterkst instraalt, krijg je stijgingsregens
- Die stijging van lucht leidt tot een lage drukgebied
- Lage druk zuig lucht aan van een hoge drukgebied

Vraag: waardoor ontstaan de seizoenen op de wereld?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Het L-drukgebied verplaatst zich
  • De loodrechte zonnestand varieert tussen 23,5 NB en 23,5 ZB. 
  • Oorzaak van de seizoenen!
  • Bij de evenaar: lage drukgebied door sterke opwarming.
  • Lagedrukgebied verplaatst zich tussen de twee keerkringen onder invloed van de loodrechte zonnestand
  • Verschuivend lagedrukgebied heet: ITCZ

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Nat of droog?
En waarom?
Aanlandige- of aflandige wind?

Noord-oost moesson
Droog
L-drukgebied op Z-halfrond
(steenbokskeerkring)

Slide 26 - Tekstslide

Nat of droog?
En waarom?
Aanlandige- of aflandige wind?

Zuid-west moesson
Nat
Lage drukgebied op N-halfrond (kreeftskeerkring)

Slide 27 - Tekstslide