4. De regering regeert

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Links of rechts?
Studeren moet weer gratis worden, zo krijgt iedereen gelijke kansen
A
Links
B
Rechts

Slide 3 - Quizvraag

De overheid moet zo weinig mogelijk ingrijpen.
A
Links
B
Rechts

Slide 4 - Quizvraag

Je moet de zwakkeren beschermen.
A
Links
B
Rechts

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke partij noemen we geen middenpartij?
A
CDA
B
SP
C
ChristenUnie
D
D66

Slide 9 - Quizvraag


Christen- democratie Draait vooral om....
A
naastenliefde en religie
B
vrijheid
C
milieu
D
gelijkwaardigheid

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Voordat een nieuwe regering begint met regeren, schrijft ze belangrijke afspraken in …………………
Welke woorden zijn hier weggelaten?

A
de grondwet
B
de miljoenennota
C
de troonrede
D
het regeerakkoord

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Het kabinet bestaat uit:
A
Koning en ministers
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Koning, minsters en kamerleden
D
Ministers en informateur

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

In Nederland kunnen ministers:
A
nooit deel uit maken van het parlement
B
ook in de Eerste Kamer zitten
C
ook in de Tweede Kamer zitten
D
samen een fractie in de Tweede Kamer vormen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

is de leider van de groep ministers
zit in de regering en is verantwoordelijk voor 1 bepaalde taak
Een groep mensen die dezelfde ideeen hebben over hoe het land gereerd moet worden. 
Is het dagelijks bestuur van het land. 
minister
minister president
regering
politieke partij

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke uitspraak is ONJUIST over de politieke rol van de koning?
A
De koning zit in de regering
B
De koning mag politieke uitspraken doen
C
De koning leest op Prinsjesdag de Troonrede voor
D
De koning ondertekent alle wetten

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wie schrijft de troonrede?
A
Minister-president
B
Minister van financiën
C
Minister van geldzaken
D
De koning

Slide 24 - Quizvraag

Maken hoofdstuk 5:
H5 Parlementaire Democratie: 1-8, 9, 11

Slide 25 - Tekstslide