Herhaling periode 4 BBL lj 1

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Herhaling periode 4 BBL lj 1

4. Ondersteuningsplan: Hoe kom je aan ondersteuningsvragen?

Product 

Product: Evaluatievragen die betrekking hebben betrekking op het resultaat. 

• In welke mate heeft de client zijn doelen bereikt?
• Heeft de client het gedrag laten zien dat we vooraf hadden bedacht? 
• Heeft de beoogde verbetering plaatsgevonden? 
• Is het nieuwe gedrag zichtbaar? 

Product 

Voorbeelden:

Kan client X zichzelf wassen en aankleden na het opstaan. 

Kan client X zelfstandig met het openbaar vervoer van het wooncentrum naar het dagcentrum gaan.

Weet client X hoe hij een bezwaarschrift kan indienen. 

Kan client X een telefoon beantwoorden. 

Kan client X de dagen van de week herinneren. 

Proces

Proces: Evaluatievragen die betrekking hebben op de weg waarlangs (werkwijze) naar het resultaat is gewerkt.  

• Waren de doelen goed gekozen, haalbaar en zinvol? 
• Waren de handelingen goed gekozen? 
• Was de manier van begeleiden goed gekozen? 
• Waren de taken goed verdeeld? 
• Is er goed ingespeeld op de beginsituatie? 

Product en proces

Product -procesevaluatie geven de informatie die je nodig hebt voor een volgende activiteit of handeling met de client. Je kunt er conclusies uit trekken voor de toekomstige activiteiten en voor je eigen handelen. 

Wat versta jij onder evalueren?

Wat is evalueren?

1. Terug kijken op de werkzamenheden die je uitgevoerd hebt.
2. Terug kijken naar hoe je, je gevoeld hebt.

Waar kijk je naar bij een productevaluatie?

1. Naar de uitkomst van je actie
2. Naar hoe het proces verlopen is
3. Naar de uitkomst en proces van een actie
4. Naar geen van allen

Je komt er tijdens de evaluatie achter dat je de doelen niet hebt bereikt. Welke evaluatie heb je gedaan?

1. Procesevaluatie
2. Productevaluatie
3. Programmaevaluatie
4. Projectevaluatie

Noem het belang van evalueren

Wat is reflecteren?

1. Terug kijken naar je eigen handelen
2. Kijken naar hoe je nog moet handelen

Noortje moest vandaag de vergaderruimte in orde maken. Ze moest bijvoorbeeld genoeg stoelen neerzetten, de verwarming al aandoen en de beamer aansluiten. Als ze hiermee klaar is, gaat ze na of ze alle taken heeft gedaan. Ze komt erachter dat ze vergeten is om de wc-rollen bij te vullen. Ze is op tijd klaar als het team komt om te overleggen.

Wordt hier geëvalueerd of gereflecteerd?

1. Geëvalueerd
2. Gereflecteerd

Welk van onderstaande voorbeelden is een voorbeeld van negatief feedback?

1. Je doet de laatste tijd vaker je best,
2. Je hebt goed meegedaan tijdens de les
3. Je komt altijd te laat, zou je de volgende keer a.u.b. op tijd willen komen?
4. Geen van allen

Op welke momenten kun je evalueren?

Waarom is een goede samenwerking tussen de verschillende disciplines vn groot belang

1. Het is gezellig samen
2. Kwaliteit van zorgverlening op communicatie beter te laten te verlopen
3. continuïteit van zorg waarborgen die jij prettig vindt
4. Kwaliteit van zorgverlening optimaal te laten verlopen én Continuïteit van de zorg waarborgen

Wat vind je van de communicatie in het filmpje?

Opdracht

Je krijgt een opdracht van je docent en ga hiermee aan de slag!