B1h - hoofdstuk 4 paragraaf 1-4
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat hoort er niet bij?
A
Analfabetisme
B
Armoede
C
Koopkracht
D
Levensverwachting
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de scharreleconomie?
A
Deel van de economie waarbij mensen werken in de formele sector
B
Deel van de economie waarbij mensen een vaste baan hebben.
C
Deel van de economie waarbij mensen meer baantjes hebben om rond te komen.
D
Deel van de economie waarbij mensen alleen in de avonduren werken.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het bbp?
A
Het gemiddelde inkomen per inwoner in een land
B
De opbrengst van alle geproduceerde goederen/diensten in een land.
C
Een getal dat de ontwikkeling van een land aangeeft
D
Bruto buitenlands product
Slide 4 - Quizvraag
Hoe is de verdeling van de beroepsbevolking in armere landen?
A
Meeste mensen werken in een fabriek
B
Meeste mensen werken in de landbouw
C
Meeste mensen werken in de dienstensector
D
Gelijk verdeeld tussen industrie, landbouw en diensten
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van rijk naar arm?
A
centrum-periferie-semiperiferie
B
semiperiferie-centrum-periferie
C
centrum-semiperiferie-periferie
D
periferie-semiperiferie-centrum
Slide 6 - Quizvraag
Nederland kent een regionale ongelijkheid als we bijv. kijken naar de Randstad vs Groningen en Friesland
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Van welk soort land is de getoonde bevolkingsdiagram?
A
Een land in het centrum
B
Een land in de semiperiferie
C
Een land in de periferie
Slide 8 - Quizvraag
Deze soort ongelijkheid kun je weergeven op een kaart
A
Sociale ongelijkheid
B
Regionale ongelijkheid
Slide 9 - Quizvraag
Bij welke sector hoort de landbouw?
A
Tertiaire sector
B
Primaire sector
C
Secundaire sector
D
Beroepsbevolking
Slide 10 - Quizvraag
Welzijn meet je door te kijken naar: levensverwachting, koopkracht en alfabetiseringsgraad.
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een nadeel van meten met het bbp per hoofd?
A
het bbp per hoofd in een land kan enorm verschillen
B
Het BBP per hoofd valt altijd veel te laag uit
C
in sommige landen wordt het grootste deel van het BBP verdiend door een kleine groep
D
meten met het totale BBP is gewoon beter
Slide 12 - Quizvraag
De meeste landen binnen de MOL komen uit ...
A
Azië
B
Afrika
C
Latijns-Amerika
D
Europa
Slide 13 - Quizvraag
Op deze afbeelding zien we:
A
Formele sector
B
Regionale ongelijkheid
C
Sociale ongelijkheid
D
Informele sector
Slide 14 - Quizvraag
De productie van grondstoffen levert meer op dan de productie van eindproducten
A
goed
B
fout
Slide 15 - Quizvraag
Hoe noem je materialen die nog een verdere bewerking moeten ondergaan?
A
Grondstoffen
B
Halffabricaten
C
Hulpstoffen
D
Eindproducten
Slide 16 - Quizvraag
WELVAART
WELZIJN
Bbp per persoon
Alfabetisering
Koopkracht
Werkgelegenheid
Beroepsbevolking
Levensverwachting
Slide 17 - Sleepvraag
Centrum
Semi - Periferie
Periferie
achterblijvers
Koplopers
Volgers
Nederland
Zuid - Afrika
Myanmar
Cambodja
China
Verenigde Staten
Duitsland
Slide 18 - Sleepvraag
Wat zijn de voordelen van globalisering?
Slide 19 - Open vraag
Wat zijn de nadelen van globalisering?
