Britse Rijk 1.1 online 1

Historische context - Britse Rijk 1585-1900
1.1 Nieuwe samenlevingen
les 1 - motieven voor kolonisatie t/m pilgrim fathers
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Historische context - Britse Rijk 1585-1900
1.1 Nieuwe samenlevingen
les 1 - motieven voor kolonisatie t/m pilgrim fathers

Slide 1 - Tekstslide

1. Wat waren drie motieven om in de zeventiende eeuw naar Amerika te verhuizen?
2. Hoe ontwikkelden de contacten tussen kolonisten en indianen zich?
3. Waarom zorgde de komst van de kolonisten voor een snelle afname van het aantal indianen?
4. Wat waren de sociale en economische eigenschappen van vestigingskoloniën en van plantage-economieën?









Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Lees:
bestudeer par 1.1  

'Motieven voor kolonisatie' t/m Pilgrim Fathers in New England'. 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

fragment Pocahontas (Disney)
Welke redenen hoor je om op ontdekkingsreis / kolonisatie van de nieuwe wereld te gaan?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Geef een economisch en een militair motief voor de Britten om koloniën te stichten in Noord-Amerika.

Slide 7 - Open vraag

Noord-Amerikaanse indianen
John White maakte deze tekeningen in 1585. Links is een indiaanse vrouw te zien, met haar dochtertje. Het kind speelt met een Engels popje. Rechts staat een indiaanse krijger. White bepaalde met zijn tekeningen het beeld dat veel Europeanen in de zeventiende eeuw hadden van Noord-Amerikaanse indianen.
Leg uit waarom deze bron een primaire bron is.
Leg mbv de tekst over John White  (blz 210) uit waarom deze bron niet betrouwbaar is.

Slide 8 - Tekstslide

Geef een motief waarom de koloniën juist in het Oosten van Amerika werden gesticht.

Slide 9 - Tekstslide

Noord-Amerikaanse indianen
John White maakte deze tekeningen in 1585. Links is een indiaanse vrouw te zien, met haar dochtertje. Het kind speelt met een Engels popje. Rechts staat een indiaanse krijger. White bepaalde met zijn tekeningen het beeld dat veel Europeanen in de zeventiende eeuw hadden van Noord-Amerikaanse indianen.
Pilgrim Fathers
De Pilgrim Fathers arriveren in Noord-Amerika. Schilderij van de Amerikaan Charles Lucy uit 1820
Leg uit dat deze twee schilderijen met hetzelfde doel werden getekend

Slide 10 - Tekstslide

‘De avonturier John Smith maakte deel uit van de eerste lichting kolonisten in Jamestown, Virginia. Hij werd in 1607 gevangengenomen door de indianenopperhoofd Powhatan. Powhatans dochter Pocahontas, toen pas 12 jaar oud, voorkwam dat John Smith door de krijgsraad van haar vader werd geëxecuteerd. John Smith kwam vrij en keerde terug naar Engeland. Zes jaar later gijzelden de kolonisten Pocahontas om haar vader een lesje te leren. Pocahontas zou zich toen bekeerd hebben tot het christendom en niet meer willen terugkeren naar haar stam. Ze trouwde met John Rolfe, de man die de tabaksteelt in Virginia had ontwikkeld. In 1616 gingen Rolfe en zijn jonge vrouw, die zich inmiddels Rebecca was gaan noemen, naar Engeland om daar investeerders te krijgen voor de tabaksteelt in Virginia. John Smith hoorde over de komst van zijn redder en vertelde in Londen het spannende reddingsverhaal uit 1607. Hierbij zou Pocahontas zelfs haar eigen hoofd op dat van Smith hebben gelegd om te voorkomen dat haar vader Johns hoofd zou verbrijzelen met een steen. Pocahontas, alias Rebecca, was populair in Londen en er kwamen veel nieuwe investeerders voor Virginia bij. Helaas voor Rebecca was zij niet opgewassen tegen het kille klimaat in Londen, ze overleed in maart 1617.’
Welke doel had John Smith met het bekend maken van dit reddingsverhaal?
In hoeverre heeft het doel van John Smith  invloed  gehad op het waarheidsgehalte van zijn verhaal?
Maakt dat de bron meer of minder betrouwbaar?

Slide 11 - Tekstslide

 In 1635 vertrokken vanuit Londen 53 schepen naar de Britse koloniën in Noord-Amerika en de Caraïben. Van de opvarenden bestond zestig procent uit jonge mannen van 15 tot 24 jaar oud
Welk gegeven uit het bijschrift  kan uit het cirkeldiagram worden afgeleid? Welk gegeven niet?
Formuleer een onderzoeksvraag waarbij deze bron bruikbaar is.

Slide 12 - Tekstslide

1. Wat waren drie motieven om in de zeventiende eeuw naar Amerika te verhuizen?
2. Hoe ontwikkelden de contacten tussen kolonisten en indianen zich?
3. Waarom zorgde de komst van de kolonisten voor een snelle afname van het aantal indianen?
4. Wat waren de sociale en economische eigenschappen van vestigingskoloniën en van plantage-economieën?









Leerdoelen
Vertel maar.

Slide 13 - Tekstslide

18 Het begin van de Europese overzeese expansie.
21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.









Kenmerkende aspecten
Welke KA's passen bij het stuk dat je voor vandaag bestudeerd hebt?

Slide 14 - Tekstslide

18 Het begin van de Europese overzeese expansie.
21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.









Kenmerkende aspecten
Welke KA's passen bij het stuk dat je voor vandaag bestudeerd hebt?

Slide 15 - Tekstslide

Welke vragen heb je nog?

Slide 16 - Open vraag

huiswerk
bestudeer par 1.1 vanaf 'Oorlog en ziekte'  t/m 'Winstgevende handel overzee' 

maak een samenvatting
laat ruimte voor wat je niet begrijpt.

Slide 17 - Tekstslide