1.4 Schrijven en formuleren

1.4 Schrijven en formuleren 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.4 Schrijven en formuleren 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • hoe je een zakelijke brief schrijft;
  • hoe je een alinea opbouwt.

Slide 2 - Tekstslide

Naar wie schrijf je een zakelijke brief?

Slide 3 - Woordweb

Leertekst: Zakelijke brief 
Een zakelijke brief of zakelijke e-mail heeft een vaste indeling:

1 Inleiding: 
  • vermeld waarom je de brief of e-mail schrijft. Het zijn de aanleiding en het doel van je brief of e-mail.
Voorbeeldzinnen:
- Wij hebben uw e-mail ontvangen en geven u graag meer informatie.
- Hierbij stuur ik u een aanmeldingsformulier. Dit ontvang ik graag volledig ingevuld terug.


Slide 4 - Tekstslide

Noem de 5 w-vragen en de h-vraag.

Slide 5 - Woordweb

Leertekst: Zakelijke brief 
Midenstuk 
  • geef de informatie die nodig is of leg uit wat je precies wilt weten.
  • Hiervoor kun je de 5W1H-vragen gebruiken.
  • De kern kan meer alinea's hebben. Maak voor elk deelonderwerp één alinea.


Slide 6 - Tekstslide

Leertekst: Zakelijke brief 
Slot: 
  • herhaal kort wat je van de lezer verwacht. Je kunt ook bedanken voor de moeite of de aandacht.
Voorbeeldzinnen:
- Ik zou de informatie graag binnen twee weken ontvangen. Alvast bedankt voor de moeite.
- Wij gaan ervan uit dat u zo genoeg informatie hebt. Als u nog vragen hebt, dan kunt u ons bellen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Opbouw van een alinea
Een tekst bestaat uit alinea's. Dit geldt ook voor een zakelijke brief. Als je goede alinea's schrijft, is de opbouw van de brief duidelijker. Daarmee help je de lezer, zodat die de tekst beter kan begrijpen.

Slide 9 - Tekstslide

Zo maak je goede alinea's:
  • Behandel in elke alinea één deelonderwerp. Een deelonderwerp is een tekstgedeelte dat een deel van het onderwerp behandelt.
  • Begin de alinea met een kernzin; dat is de belangrijkste zin van de alinea.
  • Geef in de volgende zinnen een toelichting op de kernzin. Je kunt een voorbeeld geven of je geeft meer uitleg over het deelonderwerp.
  • Wil je een nieuw deelonderwerp behandelen? Schrijf dan een nieuwe alinea. Start de nieuwe alinea op een nieuwe regel. Je kunt ook regel overslaan: dit is een witregel.

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf een korte  brief
Je schrijft een brief aan de directeur van Klein Borculo. In de brief vraag je of hij iets leuks wil aanschaffen voor op het schoolplein. Bedenk zelf wat dit is.
Inleiding: vertel waarom je de brief schrijft
middenstuk: geef informatie en stel je vraag.
slot: Herhaal wat je verwacht en sluit af met een groet.
Verdeel alles in alinea's.

Slide 11 - Tekstslide