Ontdek de geheimen van poëzie

Donderdag 23 maart 
Welkom!
Telefoon in de telefoontas.
Lezen!
Kort de posters bespreken.
Aan het eind van de les heb je kennis gemaakt met gedichten en met een aantal kenmerken van gedichten.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Donderdag 23 maart 
Welkom!
Telefoon in de telefoontas.
Lezen!
Kort de posters bespreken.
Aan het eind van de les heb je kennis gemaakt met gedichten en met een aantal kenmerken van gedichten.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontdek de geheimen van poëzie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je wat assonantie, alliteratie, binnenrijm, sonnet en binnenrijm zijn en kun je deze begrippen uit een gedicht halen.

Slide 3 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel en leg uit wat de studenten tegen het einde van de les zullen weten en kunnen doen.
Wat is poëzie?
Poëzie is een vorm van literatuur die vaak gevoelens en emoties uitdrukt met behulp van ritme, klank en beeldspraak.

Slide 4 - Tekstslide

Stimuleer de studenten om te brainstormen over wat ze al weten over poëzie en vraag hen hun ideeën te delen.
Wat weet je al over poëzie?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Naar classroom
Hier vind je 8 gedichten.

Groepjes van 3. 
Lees de 8 gedichten.


* Bepaal met elkaar wat jullie als groep het mooiste gedicht vinden.
* Waarover gaat het door jullie gekozen gedicht?


 
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijdag 24 maart  A3a
Welkom!
Telefoon in de telefoontas
Lezen


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken poëzie
* Rijm
* Strofes
*Rijmschema
*Beeldspraak: vergelijking, hyperbool, metafoor e.d 
*Bijzonder gebruik van interpunctie



kenmerken
* Assonantie
* Alliteratie
* Binnenrijm

We gaan het vandaag met name over de bovenstaande punten hebben.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assonantie
Assonantie is het gebruik van dezelfde klinkers in een zin of een regel. Bijvoorbeeld: 'De muis bruist in de tuin.'

Slide 9 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van assonantie en vraag de studenten om andere voorbeelden te bedenken.
Ik was veel kleiner dan de stad

Ik was veel kleiner dan de stad 
en schrok nog van bedelaars 
waar altijd iets niet meer aan zat.
De winkels waren hemelhoog met 
witte bergen onderbroeken, waarin 
gegraaid werd van het zoeken tot 
handen hadden. Ik vergat de weg 



die ik niet had geleerd en 
liep verkeerd. Een vrouw gerimpeld 
van bestaan, vroeg of ik met haar op 
wou gaan, want anders viel zij om.
We liepen samen krom, 
als een gezinnetje van zotten.
Zij wist de weg, ik droeg haar oude botten.

Joke van Leeuwen

Waar is hier sprake van assonantie?
Markeer de plekken in het document in Classroom

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alliteratie
Alliteratie is het gebruik van dezelfde medeklinkers in een zin of een regel. Bijvoorbeeld: 'Peter pakte een pakje pinda's.'

Slide 12 - Tekstslide

Laat de studenten hun eigen voorbeeld van alliteratie bedenken en deel het met de klas.
Binnenrijm
Binnenrijm is het rijmen van woorden binnen dezelfde regel. Bijvoorbeeld: 'De kat in de zak, krabt aan zijn rug.'

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat binnenrijm is en vraag de studenten om een paar voorbeelden van binnenrijm te bedenken.
Woonplaats
Ons houvast heet landschap. Wij planten
de dagen vol bomen en dromen van dijken
en duinen die als we er stranden nog lijken
op wat we bewaren. Wij sparen gedachten

en spannen steeds samen. Het noemen
van namen als vogel of wind overbodig
voor wie zal beamen dat alles wat nodig
is staat waar het hoort. Zoemen van

camera’s blijft achterwege. Wij zeven
de kleuren, belichten de tijd die te ver
voor geluid als een stralende ster
op ons afkomt. Het aldus verkregen

gebied dat we opslaan is houvast en
thuis. Steeds weer komen wij thuis.

Johanna Kruit, Voorheen te Orisande. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 1986

* Waar gaat het over?
* Waar vind je in onderstaand gedicht alliteratie (en assonantie?)


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dinsdag 4 april A3b en A3a
Huiswerk was: zoek op wat alliteratie en binnenrijm is. Je wist al wat assonantie was. Probeer alliteratie en binnenrijm te vinden in het gedicht 'Woonplaats' dat ook in Classroom staat. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
* Waar gaat het over?
* Waar vind je in onderstaand gedicht alliteratie, assonantie en binnenrijm?

Bespreek in tweetallen. Gebruik het document in classroom. 
Bespreken klassikaal of in viertallen. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldspraak
Beeldspraak is het gebruik van woorden en uitdrukkingen om een beeld of vergelijking te creëren. Bijvoorbeeld: 'De zon lachte naar me.'

Slide 18 - Tekstslide

Geef een aantal voorbeelden van beeldspraak en vraag de studenten om hun eigen voorbeelden te bedenken.
Sonnet
Een sonnet is een gedicht van veertien regels met een vastgestelde rijmschema. Het kan worden onderverdeeld in vier strofen: drie kwatrijnen en een afsluitend couplet.

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit wat een sonnet is en laat de studenten een sonnet lezen en de structuur van het gedicht identificeren.
Metafoor
Een metafoor is een vorm van beeldspraak waarbij twee ongelijke dingen met elkaar worden vergeleken zonder gebruik te maken van de woorden 'als' of 'zoals'. Bijvoorbeeld: 'Hij is een leeuw in de vergadering'.

Slide 20 - Tekstslide

Geef een aantal voorbeelden van metaforen en vraag de studenten om hun eigen voorbeelden te bedenken.
Personificatie
Personificatie is een vorm van beeldspraak waarbij menselijke eigenschappen worden toegeschreven aan niet-menselijke dingen. Bijvoorbeeld: 'De wind huilde door de bomen'.

Slide 21 - Tekstslide

Leg uit wat personificatie is en laat de studenten een gedicht lezen en de personificatie erin identificeren.
Binnenrijm
Binnenrijm is het rijmen van woorden binnen dezelfde regel. Bijvoorbeeld: 'De kat in de zak, krabt aan zijn rug.'

Slide 22 - Tekstslide

Leg uit wat binnenrijm is en vraag de studenten om een paar voorbeelden van binnenrijm te bedenken.
Oefenen met poëzie
Laat de studenten in groepjes van twee of drie een gedicht schrijven met behulp van de nieuwe kennis die ze hebben opgedaan over poëzie.

Slide 23 - Tekstslide

Laat de studenten in groepjes werken en moedig hen aan om creatief te zijn met hun gedichten. Loop rond om studenten te helpen die vastlopen.
Presenteren van gedichten
Laat elk groepje hun gedicht presenteren en vraag de rest van de klas om feedback te geven.

Slide 24 - Tekstslide

Laat elk groepje hun gedicht presenteren en moedig de rest van de klas aan om constructieve feedback te geven. Zorg ervoor dat alle studenten de kans krijgen om hun gedicht te delen.
Reflectie
Vraag de studenten om te reflecteren op wat ze hebben geleerd en wat ze leuk vonden aan deze les.

Slide 25 - Tekstslide

Vraag de studenten om te reflecteren op wat ze hebben geleerd en wat ze leuk vonden aan deze les. Dit kan mondeling of schriftelijk worden gedaan.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 26 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 27 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 28 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.