Geaggregeerde vraag-aanbod-model
1 / 12
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De maximale hoeveelheid goederen en diensten die een land kan voortbrengen, hangt af van de macro-economische vraag.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Hogere energieprijzen kunnen leiden tot stagflatie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Door een misoogst is de prijs van koffie fors gestegen. De prijs van thee is onveranderd gebleven. Veel consumenten besluiten koffie te vervangen door thee.
A
verschuift de collectieve vraaglijn van koffie naar links.
B
verschuift de collectieve vraaglijn van thee naar links.
C
verandert de geaggregeerde vraaglijn van het land niet.
D
verschuift de geaggregeerde aanbodlijn van het land naar rechts.
Slide 4 - Quizvraag
Naarmate de geaggregeerde aanbodcurve op korte termijn (GA-KT) horizontaler loopt, is de rigiditeit van prijzen en lonen groter.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Door betere scholing van de beroepsbevolking verschuift de geaggregeerde aanbodlijn op lange termijn naar rechts.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Door een tijdelijk olieprijsverhoging zullen bedrijven hun aanbod op korte termijn verminderen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Door een daling van het consumentenvertrouwen verschuift de geaggregeerde vraaglijn naar links.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Als de geaggregeerde vraag niet gelijk is aan het geaggregeerde aanbod op korte termijn ontstaat een aanpassingsproces dat leidt tot een evenwicht tussen macrovraag en macroaanbod.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
De overheid kan met een stimuleringsbeleid de natuurlijke werkloosheid op den duur verminderen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
De overheid kan met een stimuleringsbeleid een recessie verzachten.
A
Juist
B
Onjuist
