B1C - Unit 1

Welcome everyone!
How are you doing today?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome everyone!
How are you doing today?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning of today
- Recap (herhalen) grammar
  • Personal & possessive pronouns
  • Verb 'to be'
  • a/an
- Practice with the grammar items
- Play a game with the words of unit 1!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personal pronouns & possessive pronouns

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personal pronouns

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive pronouns (bezit)




                                 Als iets van iemand is

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan:
___ (zij) is late for school.
A
He
B
She
C
We
D
I

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan:
My friends are always nice to (haar) ___.
A
Him
B
Them
C
Her
D
Me

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan:
___ (hij) is taller than (mij) ___ .
A
He / me
B
She / us
C
She / him
D
You / me

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is this pen (van jou) ___?
A
Your
B
Yours
C
Her
D
our

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

That is (mijn) ___ dog.
A
His
B
Her
C
My
D
Mine

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed snap je de pronouns?
(I, you we, they) en bezit (my, your, his)
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

To be
To be = zijn

Bijv:
Ik ben, zij is, wij zijn

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

am
are
is
I
You
He / she / it
We / you / they

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

To be - vragen en ontkenningen
Hoe zeg je ookalweer:
Ik ben niet blij.
Ben jij op school?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen en ontkenningen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed snap je 'to be'?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

have got / has got = hebben
Als je wilt zeggen dat iemand iets heeft.
Have/has + got hoort bij elkaar!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zij heeft bruin haar.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Ik heb geen groene ogen.
A
I have not got green eyes.
B
I have got green eyes.
C
I has not got green eyes.
D
You have not got green eyes.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Have got / has got

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed snap je have got & has got?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

a/an
a of an = een
Bijv. een glas water

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

als de eerste letter van het woord klinkt als een medeklinker, gebruik je...
Als de eerste letter van het woord klinkt als een klinker (a, e, i, o, u), gebruik je ...
a
an

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


___ apple
A
a
B
an

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


___ glass of water
A
a
B
an

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


___ hour (let op!)
A
a
B
an

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed heb je a/an onder de knie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Questions?
Do you need help with anything?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's repeat the words of unit 1 using Blooket!

Go to:
play.blooket.com