In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Oefentoets H8 Straling
Slide 1 - Tekstslide
1 Beantwoord de volgende vragen door waar of niet waar aan te kliken. a het eten in een magnetron heet wordt?
A
Waar
B
Onwaar
Slide 2 - Quizvraag
1 Beantwoord de volgende vragen door kruisjes te zetten in de juiste kolom.
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Röntgenstraling wordt: a door spieren en vetweefse
A
doorgelaten
B
geabsorbeerd
Slide 5 - Quizvraag
Röntgenstraling wordt: b door de botten in je lichaam
A
doorgelaten
B
geabsorbeerd
Slide 6 - Quizvraag
3 Stralingsenergie kan worden omgezet in warmte. Wanneer gebeurt dat?
A
Als de straling door een voorwerp wordt doorgelaten.
B
Als de straling door een voorwerp wordt geabsorbeerd.
C
Als de straling door een voorwerp wordt teruggekaatst.
Slide 7 - Quizvraag
4 Vul in: niet – sterk – zwak.
Slide 8 - Open vraag
5 Vul in: a De atoomkernen van een radioactieve isotoop zijn ...........: ze veranderen uit zichzelf, zonder invloed van buitenaf. b Er ontstaan dan nieuwe atoomkernen, met een ander aantal protonen en ............... c Het aantal atoomkernen dat per seconde verandert, wordt de ...........genoemd. d De activiteit van een radioactieve bron wordt gemeten in .........,. Dat kort je af als Bq .
Slide 9 - Open vraag
6 Gebruik je Binas. Deze opgave gaat over vijf radioactieve isotopen: Ag-110 – Cu-64 – I-131 – Na-22 – Sn-121. Van welke isotoop is na één dag: a geen meetbare hoeveelheid meer over? b nog ongeveer één kwart over? c nog ongeveer de helft over?
Slide 10 - Open vraag
6 Gebruik je Binas. Deze opgave gaat over vijf radioactieve isotopen: Ag-110 – Cu-64 – I-131 – Na-22 – Sn-121. Van welke isotoop is na één dag: d iets meer dan 90% over? e bijna alles nog over?
Slide 11 - Open vraag
7 De halfwaardetijd van I-123 is 13,2 dagen. Hoeveel procent van de straling is er nog over na 39,6 dagen?
A
50%
B
25%
C
12,5%
D
0%
Slide 12 - Quizvraag
8 Gebruik je Binas. Zijn de volgende beweringen waar (W) of onwaar (O). a Cu-64 is een radioactieve isotoop van koper.
A
waar
B
onwaar
Slide 13 - Quizvraag
8 Gebruik je Binas. Zijn de volgende beweringen waar (W) of onwaar (O). b Lood heeft geen radioactieve isotopen.
A
waar
B
onwaar
Slide 14 - Quizvraag
8 Gebruik je Binas. Zijn de volgende beweringen waar (W) of onwaar (O). c Lood heeft geen radioactieve isotopen.
A
waar
B
onwaar
Slide 15 - Quizvraag
8 Gebruik je Binas. Zijn de volgende beweringen waar (W) of onwaar (O). e U-238 heeft een langere halveringstijd dan U-235.