Onderzoekend leren Les 2

Onderzoekend leren - les 2
Les 2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudielessenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Onderzoekend leren - les 2
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.

Leerdoelen
Na deze les ken ik:
  • de verschillende onderzoeksmethoden
  • de spelregels van goed onderzoek
  • de kenmerken van een goede hoofdvraag
  • de kenmerken van deelvragen

Na deze les kan ik:
  • een goede hoofdvraag formuleren

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
verschillende onderzoeksmethoden
enquête
gesloten of meerkeuzevragen zijn handig wanneer je van veel verschillende mensen iets wilt weten. Die kan je daarna analyseren en een conclusie trekken.


interview
Je kunt nu diepliggende vragen stellen en ook door vragen. Risico van open vragen is dat niet iedereen de vragen hetzelfde interpreteert.
observatie
Bij gedragingen van mensen is het handig om te kijken naar wat mensen doen? Je bestudeert ze via observatie. Dit kan bijv. als buitenstaander
experiment
Je zoekt naar oorzaak gevolg situaties door een situatie te creëeren, na te bootsen en bekijkt wat die situatie doet met de gedragingen van mensen
literatuuronderzoek
Hoewel voor alle onderzoek gelezen moet worden om in een onderwerp te komen kan je vervolgens voor een andere methode kiezen om je onderzoek richting te geven. Maar soms is een onderzoeker alleen maar bezig met research van achter zijn bureau en analyseert vanuit de literatuur.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

experiment
observatie
enquête
literatuuronderzoek
interview
Onderzoek waarin je aan de hand van een probleemstelling gebruik maakt van onderzoeken, theorieën en informatie die al beschikbaar zijn (bijv. van een bibliotheek of op het internet)
Het observeren van daadwerkelijk gedrag en het registreren van reacties.
Registratie van gegevens en meningen van groepen mensen door middel van een vooraf opgestelde vragenlijst. Deze vragenlijst kun je digitaal of schriftelijk laten invullen door een grote groep mensen.
Gestructureerd of ongestructureerd gesprek met één persoon waarin je gedetailleerd ingaat op één of meerdere onderwerpen.
manier van onderzoeken
 waarbij de onderzoeker de situatie bepaalt. Hij wil een situatie maken die past bij zijn 
onderzoeksvraag. Er wordt onderzocht wat het effect van die bepaalde situatie is op
het gedrag, gevoel, gedachten etc. van mensen. 

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan ik het beste deze vraag onderzoeken:

In hoeverre beïnvloedt de grootte van een klaslokaal de oplettendheid van leerlingen?
A
Enquête
B
Experiment
C
Interview
D
Observatie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan ik het beste deze vraag onderzoeken:

Hoe vaak stoppen of switchen leerlingen van het Rijks met ADHD met hun medicatie?
A
Enquête
B
Experiment
C
Interview
D
Observatie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan ik het beste deze vraag onderzoeken:

In hoeverre houden bezoekers van de Albert Heijn in gebouw De Zeeland zich aan de 1,5 meterregel?
A
Enquête
B
Experiment
C
Interview
D
Observatie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan ik het beste deze vraag onderzoeken:

Hoe hebben oudleerlingen van groep 8 (schooljaar 2019-2020) het thuiswerken tijdens de coronaperiode ervaren ?
A
Enquête
B
Experiment
C
Interview
D
Observatie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een goede hoofdvraag
  1. De hoofdvraag is één vraag;
  2. De hoofdvraag is helder geformuleerd;
  3. De hoofdvraag is niet met ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden;
  4. De hoofdvraag is afgebakend;
  5. De hoofdvraag is haalbaar om te onderzoeken;
  6. De hoofdvraag is niet Google-baar.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag kan ook een hypothese zijn:
Verwachting van het resultaat van het onderzoek/ verwacht antwoord op hoofdvraag, b.v.:

Pissebedden verblijven liever op vochtige dan op droge plaatsen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan beter?
Lees de volgende hoofdvragen en discussieer met je buur hoe deze beter geformuleerd kunnen worden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag
Wat is de Koude Oorlog?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag


Was de Atheense democratie wel een echte democratie?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag: Hoe heeft de relatie tussen Nederland en Indonesië zich ontwikkeld tussen 1600 en nu?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOOFDVRAAG
Was Napoleon de redder van de revolutie of juist de vernietiger?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag:
Hoe verliep de Tweede Wereldoorlog en wat betekende het oorlogsgeweld voor burgers?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag 


Hoe beïnvloedt roken de gezondheid?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag

Wat zijn de gevolgen van de toenemende olieschaarste voor olieland Irak, voor Europa en voor de wereld?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de oude en de moderne Olympische Spelen?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deelvragen 
CRITERIA HOOFDVRAAG: Deelvragen moeten aan dezelfde eisen voldoen als de hoofdvraag.
ONDERSTEUNEND: Geen deelvragen stellen die niet nodig zijn voor het beantwoorden van de hoofdvraag (geen overbodige deelvragen)
MINDER COMPLEX DAN HOOFDVRAAG 
GOEDE VOLGORDE Ze moeten in een logische volgorde staan:  
o Chronologisch.  
o Zodat ze een lopend verhaal opleveren.  
o In volgorde van complexiteit: eerst beschrijvende, dan vergelijkend bijvoorbeeld
-> Wat is de Koude Oorlog? Welke sporten beoefende men in de Olympische Spelen in de Oudheid?
-> Wat zijn de verschillen tussen ...?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les...

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies