Personages en tijdsperspectief

Welkom bij Nederlands
H3B 28 november - Fictie

Nodig: iPad met oortjes
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
H3B 28 november - Fictie

Nodig: iPad met oortjes

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdpersonen
Je leert de hoofdpersoon goed kennen:
- je weet wat hij/zij denkt en voelt
- je kent de karaktereigenschappen (verlegen, zelfverzekerd, nieuwsgierig, egoïstisch)
- je weet hoe hij/ zij eruitziet
- je weet waar, hoe en met wie hij/ zij woont
Je kunt je dus goed inleven in de hoofdpersoon

Slide 2 - Tekstslide

Personages 


Bijpersoon

- Flat character
- Je leert maar een paar karaktereigenschappen kennen. 
- Veranderen niet.
- Reageren vaak voorspelbaar.
Hoofdpersoon

- Round character
- Je leert verschillende karaktereigenschappen kennen.
- Veranderen wel. 
- Reageren niet steeds hetzelfde.
- Je leest meestal gedachten en gevoelens.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Noem de round en de flat characters in het verhaal van Cinderella.

Slide 5 - Open vraag

Een bijpersoon speelt een minder belangrijke rol in een verhaal.

A
waar
B
niet waar
C
ik heb geen idee

Slide 6 - Quizvraag

In een verhaal krijg je veel informatie over de hoofdpersoon.

A
waar
B
niet waar
C
ik heb geen idee

Slide 7 - Quizvraag

Perspectief
Ieder verhaal heeft een tijdsperspectief.
Optie 1: met de gebeurtenissen mee vertellen.
De schrijver weet ook nog niet wat er gaat gebeuren. 
Optie 2: achteraf vertellen.
De schrijver kent de afloop al en kan dus vooruit lopen op de gebeurtenissen. Hij gaat heen en weer tussen toen en nu.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Welk tijdsperspectief
speelt bij de Titanic?
A
Met de gebeurtenissen mee vertellen.
B
Achteraf vertellen.

Slide 10 - Quizvraag

Ga nu naar de lestaak 'Fictie' in de methode.


Je mag de LessonUp afsluiten.

Slide 11 - Tekstslide