2 havo, grammatica blok 3 en 4

grammatica
Weet je het nog? Waarom is grammatica belangrijk?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

grammatica
Weet je het nog? Waarom is grammatica belangrijk?

Slide 1 - Tekstslide

waarom is grammatica belangrijk?

Slide 2 - Open vraag

Grammatica
• [grammatica] een systeem van regels en principes voor het schrijven en spreken van een taal.
Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/grammatica

Door grammatica:

- kan ik beter schrijven
- kan ik beter spreken
- kan ik beter spellen
- leer ik makkelijker vreemde talen
- kan ik praten over verschillende taalverschijnselen (ik leer vaktaal)

Slide 3 - Tekstslide

Opfrisser, weet je het nog?


Maak opdracht 1, blz. 120 van je werkboek.

Slide 4 - Tekstslide

werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
alle werkwoorden in de zin
wie of wat + gezegde?
wat/wie + gezegde + onderwerp?
aan/voor wie + gez + ond + lv
zegt iets over het gezegde, waar, wanneer, hoe, hoe vaak, waarmee, enz.

Slide 5 - Sleepvraag

Maak opdracht 1, blz. 120 van je werkboek. Je mag vragen stellen. Schrijf de zinnen op en sla steeds een regel over, zodat je onder de zinnen de zinsdelen kunt zetten. (10 minuten)
Je mag dit ook typen in plaats van schrijven. Kijk het werk na (uitwerkingenboek ELO)
1. Een vleermuis / slaapt / altijd / ondersteboven.
          ond                wwg   bwb          bwb

Ben je klaar, dan maak je opdracht 2 op blz. 120 ook. Laat je werk zien aan de docent, voordat je de les uitgaat.


Slide 6 - Tekstslide

Wat gebeurt er in de zinsdelen?
Onze buurman heeft na een ruzie de schutting verplaatst.

Onze chagrijnige buurman heeft na een flinke ruzie de grote schutting verplaatst.

Onze chagrijnige buurman van nummer 8 heeft na een flinke ruzie met mijn vader de grote schutting in de achtertuin verplaatst.

Slide 7 - Tekstslide

Onze buurman  / heeft / na een ruzie / de schutting / verplaatst.
Onze chagrijnige buurman / heeft / na een flinke ruzie / de grote schutting / verplaatst.
Onze chagrijnige buurman van nummer 8 / heeft / na een flinke ruzie met mijn vader / de grote schutting in de achtertuin / verplaatst.

Slide 8 - Tekstslide

Wat gebeurt er in de zinsdelen?
Lees eerst het gele blok op blz. 121.

Kijk naar het voorbeeld:

Een bekende popster uit Amerika / heeft / 750 miljoen albums / verkocht.


Slide 9 - Tekstslide

Een bekende popster uit Amerika / heeft / 750 miljoen albums / verkocht

Slide 10 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord vs bijvoeglijke bepaling
Wat dit onderdeel verwarrend maakt, is de term bijvoeglijk. Jullie kennen dit van het bijvoeglijk naamwoord.

BIJVOEGLIJK = IETS ZEGGEN OVER EEN ZELFSTANDIG NAAMWOORD

Het woordsoort bijvoeglijk naamwoord heeft deze eigenschap

Een bijvoeglijke bepaling is echter geen woordsoort. Het is de informatie in een zinsdeel die wat zegt over het zelfstandig naamwoord in hetzelfde zinsdeel.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Opdracht 3, blz. 121
De buurman van drie deuren verder heeft gisteren een kippenhok met vier verdiepingen gebouwd.

Bij het warenhuis aan de A1 hangen schreeuwerige posters

De snackbar in onze wijk heeft de allerlekkerste kroketen van Breda

Slide 13 - Tekstslide