Hoofdstuk 7

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 7 

oefenen en herhalen

In hoofdstuk 7 hebben jullie geleerd hoe je een lineaire grafiek bij een situatie kan maken.

Hierbij hoorde een stappenplan.

In hoofdstuk 7 hebben jullie geleerd hoe je een lineaire grafiek bij een situatie kan maken.

Hierbij hoorde een stappenplan;

Hoe zat dat ook al weer?!

Opdracht:

Zet het stappenplan in de goede volgorde!

stap 1

stap 2

stap 3

stap 4

stap 5

maak van de situatie een regel in woorden

maak een tabel

maak een grafiek

maak een pijlenketting

maak een formule

• 1  Maak van de situatie een regel met woorden
• 2 Maak van de regel met woorden een pijlenketting
• 3 Maak van de pijlenketting een formule
• 4 Maak van de formule een tabel
• 5 Maak van de tabel een grafiek

Het stappenplan:

• 1  Maak van de situatie een regel met woorden
• 2 Maak van de regel met woorden een pijlenketting
• 3 Maak van de pijlenketting een formule
• 4 Maak van de formule een tabel
• 5 Maak van de tabel een grafiek

Het stappenplan:

Hoe goed ken je hoofdstuk 7 nu?

Hoe goed ken je hoofdstuk 7 nu eigenlijk? 

Dat gaan we testen aan de hand van een.......

Mijn computer is stuk!

De reparateur komt langs en rekent €20 voorrijkosten. Daarna rekent hij €10 per kwartier dat hij bezig is.

Als hij een uur bezig is, wat zijn dan de totale kosten?

1. €20
2. €30
3. €40
4. €60

Mijn computer is stuk!

De reparateur komt langs en rekent €20 voorrijkosten. Daarna rekent hij €10 per kwartier dat hij bezig is.

Wat zijn de grootheden?

1. bedrag en tijd
3. euro's en aantal kwartieren
4. de kosten en aantal kwartieren

Paragraaf 4. HAVO

Grootheden en eenheden

Langs de assen van het assenstelsel staan de namen. Daarin staan altijd grootheden en eenheden:

Lengte in cm, hierbij is Lengte de grootheid en cm de eenheid.

Tijd in uren, hierbij is Tijd de grootheid en uren de eenheid.

Mijn computer is stuk!

De reparateur komt langs en rekent €20 voorrijkosten. Daarna rekent hij €10 per kwartier dat hij bezig is.

Wat hoort er bij het IN getal?

.......

IN getal

UIT getal

x 10

1. de voorrijkosten
2. de kosten
3. aantal kwartieren
4. bedrag in euro's

Mijn computer is stuk! De reparateur komt langs en rekent €20 voorrijkosten. Daarna rekent hij €10 per kwartier dat hij bezig is.

Wat zijn de grootheden?

Mijn computer is stuk! De reparateur komt langs en rekent €20 voorrijkosten. Daarna rekent hij €10 per kwartier dat hij bezig is.

 aantal kwartieren                                              totale kosten

                   Wat komt er op pijl B te staan?

A

B

1. : 20
2. + 20
3. + 10
4. x 10

Hoe maak je hier nu een formule van?

Je haalt eigenlijk alleen maar de pijlen weg.

Mijn computer is stuk! De reparateur komt langs en rekent €20 voorrijkosten. Daarna rekent hij €10 per kwartier dat hij bezig is.

                            aantal kwartieren                                              totale kosten

x 10

+20

De kosten van het huren van een fiets kan je als volgt berekenen;

aantal dagen  

x 7,50

+ 10

kosten in euro's

Welke formule hoort hierbij?

1. aantal dagen x 7,50 +10= bedrag in euro's
2. aantal dagen +10 x 7,50= bedrag in euro's

De kosten van het huren van een fiets kan je als volgt berekenen;

aantal dagen  

x 7,50

+ 10

 kosten in euro's

Hoeveel kost het huren van een fiets voor 6 dagen?

1. €20
2. €60
3. €45
4. €55

Probeer eens zelf een situatie bij deze pijlenketting te verzinnen:

......                                   ......

x 3

+ 5

Nog een andere situatie-

Ik heb 2GB (= 2000MB) aan data tegoed.

Ik kijk iedere dag 2 filmpjes van 100MB.

Hoeveel data heb ik nog na 2 dagen?

1. 1100MB
2. 1600 MB
3. 1800MB
4. 1900MB

Ik heb 2GB (= 2000MB) aan data tegoed.

Ik kijk iedere dag 2 filmpjes van 100MB.

Wanneer is mijn data tegoed op?

1. na 20 dagen
2. na 5 dagen
3. na 10 dagen
4. na 100 dagen

Ik heb 2GB (= 2000MB) aan data tegoed.

Ik kijk iedere dag 2 filmpjes van 100MB.

Vul de formule aan:

2000 - aantal dagen x ..... = data tegoed

Wat moet er op de plek van de puntjes?

1. 100
2. 2 x 100

Ik heb 2GB (= 2000MB) aan data tegoed. 

Ik kijk iedere dag 2 filmpjes van 100MB.

Als je naar de tabel kijkt, wordt het dan een stijgende grafiek of een dalende grafiek?

                               

tijd	0	1	2			10
data	2000	1800	1600			0

1. stijgend
2. dalend

Als ik een grafiek maak, waar komen dan de IN- getallen te staan?

1. langs de x-as
2. langs de y-as

Als je een grafiek tekent, welke volgorde kan je dan hetb beste aanhouden?

1

2

3

4

5

teken een assenstelsel

kies een geschikte stapgrootte voor elke as

gebruik eventueel een zaagtand

zet de grootheden en eenheden langs de assen

teken de grafiek met potlood

A

B

Welke grafiek is een lineaire grafiek?

1. A
2. B
3. A en B
4. geen van beiden

En de winnaar is......

Heb je nog een vraag of een onderwerp waar je graag iets meer nog over wil weten?

Nog een allerlaatste keer het stappenplan:

• 1  Maak van de situatie een regel met woorden
• 2 Maak van de regel met woorden een pijlenketting
• 3 Maak van de pijlenketting een formule
• 4 Maak van de formule een tabel
• 5 Maak van de tabel een grafiek

Het stappenplan:

Voor degenen die het Havo onderdeel nog even willen meedoen wat betreft

formule bij een grafiek

die kunnen nog even mee oefenen.

De rest wens ik veel succes met de toets volgende week!

!! Deadline aftekenen: 31 januari 23:59 met foto's in een bericht in Its Learning !!

Hoe stel je een formule op bij een lineaire grafiek?

1

2

3

4

Maak bij de grafiek een tabel met waarden die je goed kunt aflezen

Lees in de grafiek de beginwaarde af ! 

Reken uit hoeveel de grafiek stijgt per horizontale stap van 1. (per één stapje naar rechts)

Gaat de grafiek over tijd en bedrag? Dan heeft de formule de vorm: tijd x ... + ... = bedrag

tijd in min	0
bedrag in €	20

30

20

40

40

60

50

wat zijn handige waarden die je makkelijk kan aflezen?

Zet deze in de tabel

tijd in min	0	20	40	60
bedrag in €	20	30	40	50

Lees nu de begin waarde af:

20

tijd in min	0	20	40	60
bedrag in €	20	30	40	50

Hoeveel stijgt de grafiek per horizontale stap van 1?

€0,50

tijd in min	0	20	40	60
bedrag in €	20	30	40	50

Welke formule kunnen we nu hierbij opstellen?

tijd in min x €0,50 + 20= bedrag in euro's

Zijn er nog vragen?