3.4 Terugrekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Doel van deze les:

Een monteur rekent € 20,- per uur en € 15,- aan voorrijkosten.

1 uur werken kost 1 ×                    + 15             =                 euro

2 uur werken kost 2 ×                   +                 =                 euro

15

35

55

20

Een monteur rekent € 20,- per uur en € 15,- aan voorrijkosten.

Vul de pijlenketting in:

                           x                              +

aantal uur -----------------> .... ----------------------> kosten

15

20

35

55

Een monteur rekent € 20,- per uur en € 15,- aan voorrijkosten.

De formule bij de pijlenketting is

aantal uur ×                            +                   = kosten in euro's.

15

20

35

55

Nicole neemt een getal in gedachten.
Zij vermenigvuldigt dit met 2 en bij de uitkomst telt ze 10 op.
Bij het raadsel van Nicole hoort pijlenketting

welke formule hoort er dus bij?

getal x 2 +10 = antwoord

1. 
2. 

Emre neemt een getal in gedachten.
Hij telt er 5 bij op en de uitkomst vermenigvuldigt hij met 3.
Bij het raadsel van Emre hoort pijlenketting

welke formule hoort er dus bij?

(getal + 5) x 3 = antwoord

1. 
2. 

Je weet wat eruit komt, maar niet wat je moet invullen!!!

Bij een omgekeerde pijlenketting veranderen de tekens. Zet de juiste tekens bij elkaar:

+ wordt

- wordt

: wordt

x wordt

-

+

x

:

Zet de omgekeerde pijlenkettingen bij de juiste pijlenketting. 

Schrijf op een blaadje de antwoorden die in de vakjes horen:

1=... , 2=... , 3=... , 4=... , 5=... , 6=...

Wat moet er in de hokjes staan?
1=... , 2=... , 3=... , 4=... , 5=... , 6=...

Einde uitleg...

Ga actief aan de slag met...

3.4 Terugrekenen blz 100 t/m 104

Huiswerk voor de volgende les!!!