BVJ 3.8 DNA-technieken

3.8 Dna-technieken



Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.8 Dna-technieken



Thema 3 Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Terugblik
Leerdoelen 3.7
theorie 3.7 DNA-technieken
Aan de slag
Afsluiten (TOETS plannen)

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al?

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer behoren organismen tot één soort?
A
Als ze heel erg verwant zijn aan elkaar
B
Als ze dezelfde voeding consumeren
C
Als ze dezelfde organen hebben
D
Als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen

Slide 4 - Quizvraag

Hoe kun je sommige soorten verder verdelen?
A
In soorten
B
In variëteiten
C
In rassen
D
In families

Slide 5 - Quizvraag

Wat is natuurlijke selectie?
A
Natuurlijke selectie is het proces waarbij organismen evolueren naar een hogere levensvorm.
B
Natuurlijke selectie is het proces waarbij organismen die beter aangepast zijn aan het milieu, beter overleven en voortplanten.
C
Natuurlijke selectie is het proces waarbij organismen zich aanpassen aan hun omgeving.
D
Natuurlijke selectie is het proces waarbij organismen willekeurig worden gekozen om te overleven.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe ontstaat variatie in genotypen?
A
Variatie in genotypen ontstaat door natuurlijke selectie.
B
Variatie in genotypen ontstaat door adaptatie aan het milieu.
C
Variatie in genotypen ontstaat door geslachtelijke voortplanting en mutaties.
D
Variatie in genotypen ontstaat door kruising.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de evolutietheorie?
A
De evolutietheorie stelt dat alle soorten organismen in de loop van een zeer lange tijd zijn ontstaan.
B
De evolutietheorie stelt dat alle soorten organismen gelijktijdig zijn ontstaan.
C
De evolutietheorie stelt dat alle soorten organismen plotseling zijn ontstaan.
D
De evolutietheorie stelt dat alle soorten organismen zijn gecreëerd door buitenaardse wezens.

Slide 8 - Quizvraag

Begrippen 3.6
  • Soort
  • Ras
  • Evolutietheorie
  • Milieu
  • Natuurlijke selectie

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen 3.8
  • Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.

Slide 10 - Tekstslide

Biotechnologie
  • Bij allerlei technieken worden organismen gebruikt om producten voor mensen te maken.
  • De verzamelnaam voor deze technieken is biotechnologie.
  • Sommige vormen van biotechnologie zijn al heel oud, bijvoorbeeld gist gebruiken om brood te bakken.
  • Hierbij gebruiken mensen de organismen zoals 
  • ze zijn, zonder ze te veranderen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

recombinant-DNA-technieken
  • Vorm van biotechnologie
  • Erfelijke eigenschappen veranderen voor gebruik
  • DNA van de ene soort overbrengen naar het DNA van een andere soort.
  • Op die manier eigenschapen van één soort overbrengen naar een andere soort.
  • B.v. bacteriën die het menselijke hormoon insuline maken. Insuline wordt gemaakt door bacteriën waarin een menselijk gen is ingebracht. Deze insuline wordt door mensen met diabetes gebruikt.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Gene-editing


  • Gen-aanpassing
  • repareren, verwijderen of toevoegen van DNA
  • Crisp-cas techniek: nauwkeurig in het DNA 'knippen en plakken' m.b.v. eiwitten, heel nauwkeurig en relatief makkelijk 
  • gentherapie maakt gebruikt van de crispr-cas-techniek om kapotte genen te repareren b.v. om erfelijke bloedziekten te genezen

Slide 16 - Tekstslide

Genetische modificatie
  • Het aanpassen van erfelijke eigenschappen bij organismen door de mens wordt genetische modificatie genoemd.
  • Een genetisch gemodificeerd organisme noem je transgeen.
  • Meestal zijn het bacteriën en schimmels die genetisch worden gemodificeerd, maar soms ook planten en dieren.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Andere DNA-technieken
  • Misdaden oplossen: ieder mens heeft uniek DNA (behalve eeneiige tweelingen). 
DNA kan uit bloed, sperma of huidschilfers van de plaats van misdrijf gehaald worden 
Het wordt dan vergeleken met DNA van verdachten of er kunnen uiterlijke kenmerken mee bepaald worden

  • DNA-verwantschapsonderzoek: DNA-test om te checken of je familie bent

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Maken en nakijken/ verbeteren 3.7
plannen toets

Slide 20 - Tekstslide

Ik kan nu
  • Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken?
A
Genetica
B
Robotica
C
Nanotechnologie
D
Biotechnologie

Slide 22 - Quizvraag

Wat kun je doen met recombinant-DNA-technieken?
A
DNA van dezelfde soort overbrengen
B
DNA van de ene soort overbrengen naar het DNA van een andere soort
C
Het menselijke hormoon insuline maken
D
Bacteriën genetisch modificeren

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noem je een genetisch gemodificeerd organisme?
A
Mutant
B
Hybride
C
Transgeen
D
Transcript

Slide 24 - Quizvraag

Aan het werk!
Maken opdrachten 3.7
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 3.7
Veel goed? -> Maken 7+ online extra  3.7
+ dias met begrippen??

 

timer
25:00

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiten
Hoe ging de les?
Volgende keer: herhalen

Slide 26 - Tekstslide