,

Begrijpend lezen - toets voorbereiden

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Jaar 1
  • Leesstrategieën
  • Tekstdoelen - tekstsoorten - tekstvormen
  • Titel - onderwerp - tussenkopje - alinea - deelonderwerp
  • Opbouw alinea: kernzinnen - toelichting - voorbeelden
  • Structuur (opbouw) tekst: inleiding - middenstuk - afsluiting
  • Hoofdgedachte 
  • Kernzin
  • Hoofdzaken - bijzaken
  • Vier manieren van tekst inleiden
  • Drie manieren van tekst afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Jaar 2
  • Signaalwoorden
  • Tekstverbanden: binnen zinnen - tussen zinnen - tussen alinea's 
- uitspraak - opsomming 
- uitspraak - tegenstelling
- uitspraak - voorbeeld
  • Alineaverbanden:
- gebruik signaalwoorden
- gebruik herhaling (van woord of woordgroepen): letterlijk of synoniem
- gebruik overgangszin met verwijzing
- gebruik aankondigende zin


Slide 3 - Tekstslide

Alineaverbanden - verbindingsmanieren
Alinea's kunnen op de volgende vier manieren met elkaar verbonden zijn: 

  1. door het gebruik van een signaalwoord 
  2. door herhaling van een woord of een woordgroep
  3. door overgangszinnen met een verwijzing
  4. door een aankondigende zin 

Slide 4 - Tekstslide

Alineaverband: gebruik signaalwoord
(1) ....... Allemaal belangrijke hulpmiddelen die een mooi plaatsje hebben in de brandweerauto.

(2) Maar het belangrijkste 'wapen' van de brandweerauto is water. ...... 

Manier van verbinden alinea's: gebruik signaalwoord
Uitleg: In de eerste zin van alinea 2 staat een signaalwoord dat verwijst naar de tekst in de vorige alinea 1.  

Slide 5 - Tekstslide

Alineaverband: herhaling woord of woordgroep
(1) ...... Wat gebeurt er als het echt zover komt? Een internationaal team van ecologen onderzocht de gevolgen van het uitsterven van deze dieren.

(2) Het team van ecologen onderzocht meer dan vierenzeventig soorten grote planteneters van meer dan honderd kilo. Na hun onderzoek ......

Manier van verbinden alinea's: herhaling woordgroep
Uitleg: Het team van ecologen staat aan het eind van alinea 1 en wordt aan het begin van alinea 2 herhaald. 

Let op: Het hoeft niet per se om een letterlijke herhaling te gaan. 

Slide 6 - Tekstslide

Alineaverband: overgangszin met een verwijzing
(1) ...... ‘Een chimpansee laat een taartje misschien staan als je hem een paar keer hebt gestraft. Maar als hij ermee kan wegkomen, zal hij het gebakje alsnog pakken.’ 
(2) Dat bewijst dat een aap zijn eigen emoties dus niet kan analyseren en bestempelen als goed of fout. 

Manier van verbinden alinea's: overgangszin met een verwijzing
Uitleg: Het verwijswoord Dat aan het begin van alinea 2  verwijst naar de laatste zin van alinea 1. 

Slide 7 - Tekstslide

Alineaverband: aankondigende zin
(1) ...... Het team van ecologen onderzocht meer dan vierenzeventig soorten grote planteneters van meer dan honderd kilo. Na hun onderzoek kwamen ze met verontrustende vooruitzichten. 

(2) Allereerst hebben vleeseters geen prooien meer en neemt hun aantal af. Daarnaast wordt het landschap veel minder divers en de grond armer, omdat planteneters geen zaden of mest meer verspreiden. 

Manier van verbinden alinea's: aankondigende zin
Uitleg: In de laatste zin van alinea 1 wordt aangegeven dat een onderzoek voor verontrustende vooruitzichten zorgde. In alinea 2 volgt een opsomming met deze verontrustende vooruitzichten. 

Slide 8 - Tekstslide

Jaar 3 - blok 1 en 2
  • Herhaling + uitbreiding tekstverbanden: binnen zinnen - tussen zinnen - tussen alinea's
- uitspraak - opsomming
- uitspraak - tegenstelling
- uitspraak - voorbeeld
- middel - doel
- oorzaak - gevolg
- uitspraak - vergelijking
- uitspraak - reden
- uitspraak - conclusie
- uitspraak - samenvatting
- uitspraak - voorwaarde


Slide 9 - Tekstslide

Jaar 3 - blok 3 en 4 - functies van tekstgedeelten
bewijs
constatering
gevolgen
oplossing
oorzaak
probleemstelling
theorie
toelichting
verklaring
advies
afweging
argument
argumentatie
bewering
conclusie
nuancering
ontkenning
tegenwerping
weerlegging
opsomming

Slide 10 - Tekstslide

Jaar 3 - blok 3 en 4 - tekststructuren

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdvragen
Probleem-en-oplossingsstructuur Op welke manier kan het probleem opgelost worden? 
Verschijnsel-en-verklaringstructuur > Welke verklaringen zijn er voor dit verschijnsel te geven? 
Verschijnsel-en-besprekingstructuur > Welke aspecten kent dit verschijnsel?
Voordelen-en-nadelenstructuurWat zijn de voor- en nadelen?
Bewering-en-argumentstructuur > Waarom is ... waar?

Slide 12 - Tekstslide

Jaar 3 - blok 4:
Feiten
Meningen
Argumenten


Slide 13 - Tekstslide

Feiten

Een feit is iets waarvan je kunt controleren of het waar of onwaar is: 
– Het Paleis op de Dam staat in Amsterdam.
– Het Paleis op de Dam heeft een knaloranje voordeur.

De eerste zin is een voorbeeld van een waar feit; de tweede zin is een voorbeeld van een onwaar feit. 
Beide feiten kun je controleren door naar de Dam in Amsterdam te gaan.

Slide 14 - Tekstslide

Meningen en standpunten
Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt. 
Met iemands mening kun je het eens of oneens zijn. 

Een mening herken je soms (maar lang niet altijd) aan signaalwoorden zoals ik vind, volgens mij, lijkt mij, naar mijn mening, mijns inziens.

Slide 15 - Tekstslide

Argumenten
Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een argument.

Een argument herken je vaak aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk en immers
– Je zou dat blauwe jasje aan moeten doen naar dat Lentefeest. (= mening). Dat staat je namelijk geweldig! (= argument)

Je gebruikt argumenten om je standpunt te onderbouwen. 
Deze argumenten kunnen vervolgens weer meningen of feiten zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Soorten argumenten
  • Feitelijk argument
  • Ervaringsargument
  • Nut of (on)gewenst gevolg
  • Veronderstelling/vermoeden
  • Vergelijkingsargument
  • Emotioneel argument


Slide 17 - Tekstslide

Voorbereiden op begrijpend lezen
Soort vragen
Type
Hoe te oefenen
Leervragen 
R
Theorie leren/ bestuderen
Theorie samenvatten
Navertellen aan iemand anders
Vragen over de vorm van de tekst
T1
Deze vragen heb je geoefend in de les. 
Je kan nog een keer de vragen in je boek maken ter voorbereiding
Vragen over de inhoud van de tekst
T1 en T2
(I)
Veel lezen -  teksten samenvatten
Het onderwerp van teksten bepalen
Nieuwsberichten lezen- belangrijkste zinnen arceren

Slide 18 - Tekstslide