Kernzin en alineaverbanden (Op niveau 2hv blok 4)

Vandaag
Ga naar classroom, kernzinnen en tekstverbanden 
Kijk even "kritisch" naar de website 10 minuten
Oefenen kernzinnen en tekstverbanden
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Ga naar classroom, kernzinnen en tekstverbanden 
Kijk even "kritisch" naar de website 10 minuten
Oefenen kernzinnen en tekstverbanden

Slide 1 - Tekstslide

Vind je deze website nuttig?
A
Weet niet
B
Gaat wel
C
Ja
D
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Zou je gebruik van deze site maken en waarom wel of niet?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Link

Vind zo een booktok leuk?
A
Ja
B
Nee
C
Stom
D
Gaat wel

Slide 5 - Quizvraag

Zou het jou helpen om een boek uit te zoeken?
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet

Slide 6 - Quizvraag

Wat zou jij verbeteren of veranderen aan de site?

Slide 7 - Open vraag

Blok 4 lezen

  • Kernzin
  • Zins- en alineaverbanden herkennen 
  • Je herkent op welke 4 manieren alinea's met elkaar verbonden worden



Slide 8 - Tekstslide

De kernzin

In een alinea staat bijna altijd een kernzin en deze bevat de belangrijkste informatie van de alinea:

  • Vaak is de kernzin de eerste zin van de alinea. Soms de tweede of laatste zin
  • De andere zinnen zijn een toelichting (uitleg of voorbeeld) bij de kernzin.

Slide 9 - Tekstslide

Alineaopbouw: kernzin + toelichting 
Kernzin= zin met de belangrijkste informatie van de alinea
Andere zinnen uit de alinea zijn dan uitleg of voorbeeld
Emoties zonder te huilen
Niet kunnen huilen betekent niet dat dieren geen emoties kennen zoals huilen. Er zijn veel diersoorten gevonden die bijvoorbeeld treuren om een verloren nakomeling of " familielid", zoals ganzen en wolven. Ze huilen er alleen nooit bij.




Slide 10 - Tekstslide

Waar staat de kernzin + uitleg of voorbeeld ?
Voedselvergiftiging

(1) Wanneer er in de keuken niet hygiënisch gewerkt wordt, kunnen er bacteriën in het eten komen. (2) Denk bijvoorbeeld aan vieze vaatdoekjes op het aanrecht of het niet goed wassen van de handen voor je gaat koken.'

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de kernzin + toelichting?
A
Zin 1 kernzin + zin 2 voorbeeld
B
Zin 1 kernzin + zin 2 uitleg
C
Zin 2 kernzin + zin 1 uitleg
D
Zin 2 kernzin + zin 1 voorbeeld

Slide 12 - Quizvraag

Waar staat de kernzin?
Het alternatief gaat uit van invoering van rekeningrijden en het beperkt uitbreiden van capaciteit. In dit alternatief wordt het autoverkeer flink beprijsd. Er komt een kilometerheffing op locaties waar files vaak optreden. Daarnaast worden de ernstigste knelpunten opgelost. Dit houdt in dat de capaciteit van de A6, de A1 en de A10-oost worden uitgebreid.

Slide 13 - Tekstslide

De kernzin staat...?
A
eerste zin
B
tweede zin
C
in het midden
D
laatste zin

Slide 14 - Quizvraag

Waar staat de kernzin? En de rest is toelichting (uitleg)
Het alternatief gaat uit van invoering van rekeningrijden en het beperkt uitbreiden van capaciteit. In dit alternatief wordt het autoverkeer flink beprijsd. Er komt een kilometerheffing op locaties waar files vaak optreden. Daarnaast worden de ernstigste knelpunten opgelost. Dit houdt in dat de capaciteit van de A6, de A1 en de A10-oost worden uitgebreid.

Slide 15 - Tekstslide

Zins- en alineaverbanden
De zinnen staan niet zomaar in een tekst. Ze sluiten op een bepaalde manier op elkaar aan. Signaalwoorden zorgen dat je de tekststructuur begrijpt. 

Een verband tussen zinnen = zinsverband 
Een verband tussen alinea = alineaverband 


Slide 16 - Tekstslide

Welke alineaverbanden weet
je nog?
timer
0:40

Slide 17 - Open vraag

 7 alineaverbanden + signaalwoorden
  • Uitspraak -opsomming: Ten eerste, maar ook...
  • Uitspraak - tegenstelling: Maar, daarentegen...
  • Uitspraak - voorbeeld: Zoals, bijvoorbeeld...
  • Middel - doel: Daarmee, door middel van...
  • Oorzaak - gevolg: Zodat, hierdoor...
  • Uitspraak - vergelijking: Zoals, in vergelijking met...
  • Uitspraak - reden: Daarom, want...

Slide 18 - Tekstslide

Uitspraak - opsomming
Lachen en tanden laten zien
Wanneer een dier zijn bek openspert en zijn tanden laat zien, hangt er nogal eens een dreiging in de lucht. Bij mensen die hun tanden bloot lachen, is er niets aan de hand. Hoe kan dat? Ten eerste laten primaten niet altijd hun tanden zien, omdat ze boos zijn. Een aap die zijn tanden op elkaar zet en zijn mondhoeken optrekt, stelt zich zelfs onderdanig op.
Waarschijnlijk is onze brede lach daarvan afgeleid. Daarnaast is aan onze mimiek, zoals de pretlichtjes in onze ogen, duidelijk te zien dat we niet dreigen, maar ook de grootste lol hebben.

(Uit: Q&A Vraag het Know How! Waarom laten we onze tanden zien als we lachen? In: Know How.)


Slide 19 - Tekstslide

Wat is het zinsverband met signaalwoord en hoe schrijf je dat op?

Kleine kriebelbeestjes komen al eeuwen op de aarde voor. Zo houdt de kakkerlak het al meer dan tweehonderd miljoen jaar vol. 


Slide 20 - Tekstslide

Uitspraak - voorbeeld
Signaalwoord: Zo

Uitspraak: Kleine kriebelbeestjes ... aarde voor. 

Voorbeeld: Zo houdt ... miljoen jaar vol. 




Slide 21 - Tekstslide

Wat is het verband tussen deze twee alinea's?

Verder kunnen dolfijnen mooie gebeurtenissen onthouden, hebben ze zelfinzicht en voelen ze emotionele pijn. En hun hersenomvang is relatief groter dan die van de mens. Ook kunnen ze zo’n honderd woorden leren begrijpen. Daarbij gebruiken ze net als de chimpansee gereedschap, zoals schelpen om vissen mee te vangen.
Maar het allergrootste verschil met de apen: dolfijnen denken na over de toekomst. Dat hebben de wetenschappers onlangs ontdekt.

A
opsomming
B
middel-doel
C
tegenstelling
D
oorzaak-gevolg

Slide 22 - Quizvraag

4 maniere alinea's verbinden
  1. Signaalwoorden
  2. Herhaling van een woord of woordgroep
  3. Overgangszinnen met verwijzing
  4. Aankondigende zin (Meestal eind alinea, zodat je weet wat je in de volgende alinea kunt verwachten)

Slide 23 - Tekstslide

Op welke wijze zijn deze twee alinea's verbonden?

Van alle grote planteneters, zoals olifanten, giraffen en gorilla’s, wordt bijna zestig procent met uitsterven bedreigd. Wat gebeurt er als het echt zover komt? Een internationaal team van ecologen onderzocht de gevolgen van het uitsterven van deze dieren.

Het team van ecologen onderzocht meer dan vierenzeventig soorten grote planteneters van meer dan honderd kilo. Na hun onderzoek kwamen ze met verontrustende vooruitzichten. 

Slide 24 - Tekstslide

Herhaling woord of woordgroep

Van alle grote planteneters, zoals olifanten, giraffen en gorilla’s, wordt bijna zestig procent met uitsterven bedreigd. Wat gebeurt er als het echt zover komt? Een internationaal team van ecologen onderzocht de gevolgen van het uitsterven van deze dieren.

Het team van ecologen onderzocht meer dan vierenzeventig soorten grote planteneters van meer dan honderd kilo. Na hun onderzoek kwamen ze met verontrustende vooruitzichten. 

Slide 25 - Tekstslide

Op welke wijze zijn deze twee alinea's verbonden?
Als mens kun je bijvoorbeeld tegen jezelf zeggen: ik heb wel trek in dat taartje, maar ik laat het staan, want het is van iemand anders. Een aap zal volgens Stafleu nooit op die manier zijn emoties analyseren. ‘Een chimpansee laat een taartje misschien staan als je hem een paar keer hebt gestraft. Maar als hij ermee kan wegkomen, zal hij het gebakje alsnog pakken.’ 

Dat bewijst dat een aap zijn eigen emoties dus niet kan analyseren en bestempelen als goed of fout. 

Slide 26 - Tekstslide

Op welke manier zijn de twee alinea's verbonden?
A
signaalwoord
B
herhaling
C
overgangszin met verwijswoord
D
aankondigende zin

Slide 27 - Quizvraag

Uitleg - Door een overgangszin met verwijswoord
Als mens kun je bijvoorbeeld tegen jezelf zeggen: ik heb wel trek in dat taartje, maar ik laat het staan, want het is van iemand anders. Een aap zal volgens Stafleu nooit op die manier zijn emoties analyseren. ‘Een chimpansee laat een taartje misschien staan als je hem een paar keer hebt gestraft. Maar als hij ermee kan wegkomen, zal hij het gebakje alsnog pakken.’ 

Dat bewijst dat een aap zijn eigen emoties dus niet kan analyseren en bestempelen als goed of fout. 

Slide 28 - Tekstslide

Op welke wijze zijn deze twee alinea's verbonden?
Het team van ecologen onderzocht meer dan vierenzeventig soorten grote planteneters van meer dan honderd kilo. Na hun onderzoek kwamen ze met verontrustende vooruitzichten. 

Allereerst hebben vleeseters geen prooien meer en neemt hun aantal af. Daarnaast wordt het landschap veel minder divers en de grond armer, omdat planteneters geen zaden of mest meer verspreiden.

Slide 29 - Tekstslide

Op welke manier zijn de twee alinea's verbonden?
A
signaalwoord
B
herhaling
C
overgangszin met verwijswoord
D
aankondigende zin

Slide 30 - Quizvraag

Uitleg - Signaalwoord
Het team van ecologen onderzocht meer dan vierenzeventig soorten grote planteneters van meer dan honderd kilo. Na hun onderzoek kwamen ze met verontrustende vooruitzichten. 

Allereerst hebben vleeseters geen prooien meer en neemt hun aantal af. Daarnaast wordt het landschap veel minder divers en de grond armer, omdat planteneters geen zaden of mest meer verspreiden.

Slide 31 - Tekstslide

Op welke wijze zijn deze alinea's verbonden?

De Romeinen verbeterden de Griekse belegeringswerktuigen en vonden zelf nieuwe uit. Als eerste troef zetten de Romeinen een omzoomd kamp met wachttorens op een strategische plek op om hulp en bevoorrading van buiten onmogelijk te maken. Vervolgens sneden ze de watervoorziening af door kanalen te graven, waarmee ze rivieren en waterbronnen konden omleiden.

Als dat niet hielp en honger, dorst of wanhoop de vijand niet tot de overgave dwong, zetten de Romeinen de aanval in met belegeringswerktuigen, zoals rijdende torens.
A
signaalwoord
B
herhaling
C
overgangszin met verwijswoord
D
aankondigende zin

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide