P2 - week 7 - Deugdethiek

Kants plichtethiek
1 / 24
volgende
Slide 1: Woordweb
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kants plichtethiek

Slide 1 - Woordweb

Mogelijkheden
- belang intenties
- het verstand
- categorische imperatief (twee formuleringen)
- Kant
- objectief
- eigen verantwoordelijkheid
- intrinsieke waarde vd mens
Dit weet ik nog van de categorische imperatief:

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar horen de volgende uitspraken bij....

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Je mag best liegen als dat iemand blij maakt.'
A
utilisme
B
plichtethiek

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Je mag echt never nooit vreemdgaan'
A
utilisme
B
plichtethiek

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Robin Hood was een held. Hij stal van de rijken en gaf het aan de armen.'
A
Utilisme
B
Plichtethiek

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Je moet respect hebben voor ieder mens, omdat je anders mensen pijn doet.'
A
utilisme
B
plichtethiek

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Je moet respect hebben voor mensen, omdat zij dat nu eenmaal verdienen als mens.'
A
utilisme
B
plichtethiek

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek
Welke handelingen zijn gerechtvaardigd?
Overkoepelend
Morele theorie 1
Morele theorie 2
Morele theorie 3
Het kwaad
Waarden en normen 
relativisme en universalisme
consequentialisme: 
Wat goed is hangt af van de gevolgen.
Plichtethiek:
Wat goed is wordt bepaald door plichten.
Deugdethiek:
Alleen met een moreel karakter kan je bepalen wat goed is.
Banaliteit van het kwaad

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Aan het einde van deze week...
19) kan ik uitleggen hoe deugdelijk karakter bij Aristoteles leidt tot het goede leven. 
20) kan ik deugden benoemen en uitleggen hoe ze het midden tussen uitersten vormen.
21) kan ik uitleggen dat wat rechtvaardig is, in de deugdethiek afhankelijk is van de situatie.

Begrippen: deugdethiek, deugd

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is een goede voetballer?
Wanneer ben je een goede voetballer?
Ben je dat meteen of moet je dat leren?
Is het genoeg de regels te volgen?



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan we nu?
Hoe bepaal je wat goed is? Hoe moet je je leven leiden?






Utilisme: de gevolgen moeten tot geluk leiden!
Maar....rekenen met geluk is moeilijk, te veeleisend soms, staat te veel toe, niet alleen de gevolgen tellen.
Plichtethiek: de handeling moet voortkomen uit een (rationele) plicht!
Maar....plichten houden geen rekening met specifieke gevallen of gevolgen,
je hebt soms ook verantwoordelijkheid voor anderen, tellen emoties en gevoelens niet ook mee? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een andere optie: deugdethiek van Aristoteles

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is een goede voetballer?
Wanneer ben je een goede voetballer?
Ben je dat meteen of moet je dat leren?
Is het genoeg de regels te volgen?



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een andere optie
Deugdethiek

  • Niet wat moet ik doen, maar hoe moet ik leven?
  • Geen morele regels maar een houding die je kan ontwikkelen
  • Het ontwikkelen van deugden (karaktereigenschappen)
  • Belangrijk: voorbeelden om van te leren
  • Wat goed is, verschilt per situatie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: presenteer je rolmodel

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  • 1933-2003
  • Unieke stem
  • Geweldige muzikant
  • Bijzonder persoon
  • Mensenrechtenactivist
  • Idealen boven (financieel) succes.
  • Authentiek, eerlijk, open, eigenzinnig, strijdlustig, rechtvaardig, moedig 



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: presenteer je rolmodel

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijking een goede voetballer met een goed mens

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voetbal en deugdethiek

  • Geen vaste regels volgen maar een houding die je ontwikkelt 
  • Oefenen is belangrijk
  • voorbeelden zijn belangrijk 
  • Leidt tot gelukt zijn: dat is het doel

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Aan het einde van deze week...
19) kan ik uitleggen hoe deugdelijk karakter bij Aristoteles leidt tot het goede leven. 
20) kan ik deugden benoemen en uitleggen hoe ze het midden tussen uitersten vormen.
21) kan ik uitleggen dat wat rechtvaardig is, in de deugdethiek afhankelijk is van de situatie.

Begrippen: deugdethiek, deugd

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Lees 2.4 t/m 2.4.2
Ga aan de slag met het werklad

Begrippen: deugdethiek, deugd

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

19) kan ik uitleggen hoe deugdelijk karakter bij Aristoteles leidt tot het goede leven. 

  • Doel van het leven: geluk (eudaimonia)
  • Niet zozeer genot of plezier (zoals bij utilisten), maar in de zin van 'gelukt zijn'

Begrippen: deugdethiek, deugd

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies