Blauwe woorden 2.1 TaalCompleet B1

Donderdag 5 juni 
Thema 2 Gezondheid 
2.1 

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Donderdag 5 juni 
Thema 2 Gezondheid 
2.1 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alex koopt alleen ...... voeding. Hij vindt gezond eten heel belangrijk
A
biologische
B
actief
C
stuks
D
de oefening

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jan ............. in een warm bad.
A
minstens
B
voeding
C
wisselt
D
ontspant zich

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De maaltijden zijn .....
U kunt ze meteen opeten
A
biologisch
B
kant-en-klaar
C
actief
D
mager

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben ...... geworden, want ik wil geen dieren meer eten
A
voeding
B
vitamine
C
vegetariër
D
rauw

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ woorden die bij
VRIJE TIJD horen

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent rauw?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met 'het wisselt'

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met 'mager'

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwennen
Actief
Het etiket
De diepvries
De vitamine
De voeding

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
De student kan advies geven en reageren met gevoel 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreken & schrijven
Rol 1: de leerling met het kaartje
Lees de situatie.
Rol 2: de andere leerling
Reageer met een gevoel:
"Wat lastig." "Dat is niet leuk." "Wat vervelend."
Geef daarna advies:
"Misschien moet je...""Je kunt het best...""Ik zou...""Het is belangrijk om..."



"Goed idee!"

"Ik weet het niet hoor..."

"Ja, dat is zo!"

👉 Dan wisselen jullie van rol!

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 15 uit het boek!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica & schrijven
Je kunt een tweede werkwoord gebruiken na: 

blijven, gaan, helpen, horen, komen, kunnen, laten, leren, moeten, mogen, willen, zien, zullen.

Het eerste werkwoord hoort bij het onderwerp. Het tweede werkwoord staat aan het einde van de zin. Je gebruikt het hele werkwoord 
Opdracht zinnen maken: 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Pak een kaartje en bedenk een zin met twee werkwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Elsa laat haar bloeddruk onderzoeken'
'Amy laat haar gebit nakijken'

Het werkwoord laten als het om iemand anders gaat

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je ziek worden door je werk?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken opdracht 28
Bespreken opdracht 28

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de les?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies