Uitleg CanMedsrollen

Can-MEDS rollen 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Can-MEDS rollen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut en noodzaak
onduidelijk welke medewerker, welke zorg verlenen of verpleeg technische handelingen mag verrichten.
dit kan leiden tot over-en of ondervraging en taakverwarring.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Routekaart; 
  • Wat is de beginsituatie, weet iedereen zijn taken en verantwoordelijkheden?
  • Wat zijn de rollen en de inhouden vertaald naar functie.
  • Wat werkt en gaat nog minder goed
  • hoe kunnen we ons verder ontwikkelen 
Effecten 
  • clientgerichter werken
  • meer werken passend bij ieders functieniveau
  • betere multidisciplinaire samenwerking
  • gerichtere feedback kunnen geven
  • toenemen van kritisch vermogen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kwaliteiten moet een verpleegkundige bezitten?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwalificatiedossier
kerntaken & werkprocessen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • De Canadezen begonnen rond 1990 met de opzet van Canmeds. 
  • twee belangrijke aanleidingen om het Canmeds-project te starten: de focus van de zorgverleners was verlegd naar de behoeften van de maatschappij, en daardoor moesten de opleidingen rekening gaan houden met de behoeften van individuele patiënten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aanleiding; Wat zijn ieders taken en verantwoordelijkheden?
Hoe kunnen we  BBL en Bol stagiaires meer binden en boeien?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herijken van bestaande functies
verschillen en overlap in kaart brengen
opleiding/functiematrix van niveau 1 t/m 6

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zorgprofessional 
heeft 7 rollen
Uitgewerkt van 
niveau 1 tot niveau 6

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Canmedsrollen
  1. Vakinhoudelijk handelen= ZORGVERLENER
  2. Communicatie = COMMUNICATOR
  3. Samenwerking= SAMENWERKINGSPARTNER
  4. Kennis en wetenschap= EBP professional
  5. Maatschappelijk handelen= GEZONDHEIDSBEVORDERAAR
  6. Organisatie= ORGANISATOR
  7. Professionaliteit en kwaliteit= PROFESSIONAL EN KWALITEISBEVORDERAAR


Slide 12 - Tekstslide

1. Vakinhoudelijk handelen
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van zorgverlening aan patiënten, cliënten of bewoners.
Voorbeelden: anatomie/fysiologie, ziektebeelden en beperkingen, verpleegkundige diagnostiek, farmacologie, psychologie en psychiatrie, zelfmanagement, ondersteuning en begeleiding, preventie, interventies, voorbehouden en risicovolle handelingen, zorgleefplan, hulp- en ondersteuningsmiddelen en verpleegtechnieken.

2. Communicatie
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van communicatie met patiënten, cliënten of bewoners.
Voorbeelden: gesprekstechnieken, theoretische communicatie, gedragsbeïnvloeding, motivatie, empowerment, gebruik van ICT en sociale media.

3. Samenwerking
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van samenwerking met patiënten, cliënten of bewoners, zorgverleners en zorginstellingen.
Voorbeelden: ketenzorg, verslaglegging en overdracht, ondersteuning mantelzorg, multidisciplinaire samenwerking en groepsdynamica.

4. Kennis en wetenschap
Het ontwikkelen van competenties om te kunnen reflecteren op deskundigheid en de onderbouwing van het handelen.
Voorbeelden: onderzoeksmethodiek, toepassing van wetenschap, evidence based practice en feedback.

5. Maatschappelijk handelen
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de maatschappelijke context en het bevorderen van gezondheid.
Voorbeelden: epidemiologie, preventie, culturele achtergronden, sociale netwerken, leefstijlbevordering, voorlichting en bemoeizorg.

6. Organisatie
Het ontwikkelen van competenties over de wijze waarop zorg wordt georganiseerd.
Voorbeelden: organisatiekunde, kleinschalige woonvormen, betaalbaarheid van de zorg, coördinatie en continuïteit, indicatiestelling, zorg op afstand, patiëntveiligheid en werkklimaat.

7. Professionaliteit en kwaliteit
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de professionele standaard en kwaliteitsborging.
Voorbeelden: wet- en regelgeving, beroepscode, beroepsprofielen, standaarden en richtlijnen, protocollen, beroepsvereniging, beroepsimago, kwaliteitsregistratie en kwaliteitssystemen.


Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

welke rol?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol past het best bij jou?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kennis voor de rol
Zorgverlener

Slide 27 - Woordweb

Anatomie, fysiologie, beperkingen, ziektebeelden, diagnostiek, Farmacologie, ondersteuning, begeleiding, interventie, preventie, psychologie, ondersteuningsmiddelen, verpleegtechnieken, zorgleefplan enz. 
Zorgverlener

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van zorgverlening aan patiënten, cliënten of bewoners.

Bijv: anatomie/fysiologie, ziektebeelden en beperkingen, verpleegkundige diagnostiek, farmacologie, psychologie en psychiatrie, zelfmanagement, ondersteuning en begeleiding, preventie, interventies, voorbehouden en risicovolle handelingen, zorgleefplan, hulp- en ondersteuningsmiddelen en verpleegtechnieken.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicator

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van communicatie met patiënten, cliënten of bewoners.

Voorbeelden: gesprekstechnieken, theoretische communicatie, gedragsbeïnvloeding, motivatie, empowerment, gebruik van ICT en sociale media

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkingspartner
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van samenwerking met patiënten, cliënten of bewoners, zorgverleners en zorginstellingen.



Voorbeelden: ketenzorg, verslaglegging en overdracht, ondersteuning mantelzorg, multidisciplinaire samenwerking en groepsdynamica.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EBP professional/ reflectieve professional

Het ontwikkelen van competenties om te kunnen reflecteren op deskundigheid en de onderbouwing van het handelen.

Voorbeelden: onderzoeksmethodiek, toepassing van wetenschap, evidence based practice en feedback.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheidsbevorderaar
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de maatschappelijke context en het bevorderen van gezondheid.


Voorbeelden: epidemiologie, preventie, culturele achtergronden, sociale netwerken, leefstijlbevordering, voorlichting en bemoeizorg.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organisator

Het ontwikkelen van competenties over de wijze waarop zorg wordt georganiseerd.

Voorbeelden: organisatiekunde, kleinschalige woonvormen, betaalbaarheid van de zorg, coördinatie en continuïteit, indicatiestelling, zorg op afstand, patiëntveiligheid en werkklimaat.



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Professional en kwaliteitsbevorderaar

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de professionele standaard en kwaliteitsborging.

Voorbeelden: wet- en regelgeving, beroepscode, beroepsprofielen, standaarden en richtlijnen, protocollen, beroepsvereniging, beroepsimago, kwaliteitsregistratie en kwaliteitssystemen.



Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zien we het terug in het leerproces?
In het leerproces van de student

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Canmeds vs. octogram 
Stilstaan bij je favoriete rollen en werkstijlen is niet alleen nuttig voor het plannen van je carrière.
Het verschaft ook inzicht in je eigen bijscholingsbeleid.
Zo vallen de zeven CanMEDS-rollen grotendeels samen met de acht werkrollen uit het
Octogram en kunnen die met dezelfde kleuren
gevisualiseerd worden. In het rode en gele kwadrant bevinden zich de verzorgende die graag in een sociale omgeving werken. Bij hen passen de CanMEDSrollen Vakinhoudelijk handelen, Samenwerking en Communicatie. Verzorgenden in het  groene en blauwe kwadrant voelen zich thuis in een meer zakelijke omgeving, met de rollen Kennis & Wetenschap en Professionaliteit & Kwaliteit.De CanMEDS-rollen Maatschappelijk handelen & Organisatie bevinden zich zowel in het groene als in het rode kwadrant; die gaan over beleid maken, uitstippelen, doelen stellen (groen) en samenwerkingspartners uitkiezen
(rood). ‘Wanneer je weet wat jouw persoonlijke werkstijlen zijn, weet je ook welke van de zeven
CanMEDS-rollen jouw voorkeur heeft,’

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inlevend
Belangstellend
Kan goed luisteren 
Investeert in mensen
Zakelijk
Vasthoudend
Energiek
Resultaatgericht
Representatief
Welbespraakt
Omgevingsbewust
Klantgericht
Sensitief
Geduldig
Bemiddelt in conflicten
Zorgvuldig
Feitelijk
Weloverwogen
Kritisch
Verzamelt informatie
Planmatig
Gedisciplineerd
Rationeel
Maakt zaken concreet
Initiatiefrijk
Nieuwsgierig
Vernieuwend
Ondernemend
Toekomstgericht
Visionair
Besluitvaardig
Stelt de hamvraag

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geeft feedback
Toont waardering
Gevoelig voor privacy
Coördineert netwerk
Creëert ‘wij-gevoel’
Faciliteert samenwerking
Stimuleert overleg en afstemming
Coördineert netwerk
Creëert ‘wij-gevoel’
Faciliteert samenwerking
Stimuleert overleg en afstemming
Verzamelt informatie
Legt verbanden
Heeft oog voor details
Blijft objectief
Bewaakt voortgang
Houdt zich aan de regels
Signaleert knelpunten
Optimaliseert interne processen
Doorbreekt denkpatronen
Creëert kansen
Enthousiasmeert anderen
Heeft overzicht
Formuleert beleid
Stelt langetermijndoelen
Doordenkt consequenties
Flexibel
Stapt op mensen af
Overtuigt en onderhandelt
Bouwt duurzame relaties

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorkeursrol 
valkuilen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

valkuilen

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

valkuilen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

valkuilen

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

valkuilen

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies