Thema 4: sporten; 4.1 Een sport kiezen en 4.2 Je skelet

SPORTEN
THEMA 4
4.1 en 4.2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

SPORTEN
THEMA 4
4.1 en 4.2

Slide 1 - Tekstslide

4.1 Een sport kiezen en 4.2 Je skelet

Slide 2 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
Cellen afmaken van hoofdstuk Ordenen.

Als je klaar bent, mag je starten met 4.1 van het nieuwe hoofdstuk.


Slide 3 - Tekstslide

4.2 Een sport kiezen
Redenen om te sporten:
- ontspanning
- gezelligheid
- gezondheid
- werk (profsporters)

Slide 4 - Tekstslide

Een sport kiezen
sport zorgt voor:
- lichamelijke inspanning
- geestelijke inspanning (schaken, dammen)

Slide 5 - Tekstslide

Een sport kiezen
Verschillende soorten sport:
- individuele sport (atletiek, fietsen)
- teamsport (voetbal, hockey): hierbij moet je samenwerken

Slide 6 - Tekstslide

Een sport kiezen
Welke sport kies jij?
Meestal kies je voor een sport die bij je past. Hierbij kan je letten op:
- lichamelijke eigenschappen
- karaktereigenschappen

Wat vind je waardevol?

Slide 7 - Tekstslide

4.2 Je skelet
skelet = bottenstelsel

Je skelet bestaat uit botten (beenderen)

Je kan het skelet opdelen in schedel, romp en ledematen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Je skelet
schedel: botten in je hoofd

wervelkolom: wervels, heiligbeen en staartbeen

ledematen: armen en benen


Slide 10 - Tekstslide

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit:
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Botten van de arm 
Ellepijp loopt van de elleboog naar de pink

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Rontgenfoto

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Je skelet
Je skelet heeft 4 functies:
- stevigheid
- beweging
- bescherming
- vorm

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Het skelet van een mens noemen we ook wel een inwendig skelet
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Een ander woord voor skelet is....
A
Bottenstelsel
B
ledematen
C
spieren
D
kraakbeen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is geen een functie van het skelet?
A
Vorm
B
Stevigheid
C
Bescherming
D
Waarnemen

Slide 21 - Quizvraag

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 22 - Quizvraag

ribben behoort tot:
A
schedel
B
ledematen
C
borst
D
schouder

Slide 23 - Quizvraag

Het opperambeen zit in je:
A
hoofd
B
romp
C
een van je ledematen

Slide 24 - Quizvraag

vragen
VRAGEN? 

Slide 25 - Tekstslide

zelf aan de slag
Basisstof 4.1 en 4.2 maken van thema 4.
Maak ook de test je zelf

Digitaal maken in het mapje de volgende opdrachten;
4.1: 2 - (10 even overslaan)
4.1: 12 - 13 - 14



Slide 26 - Tekstslide