Toets Voeding en vertering Basis

Klas 2Ka Kader


Voeding en Vertering 
Grote toets hoofdstuk 2
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klas 2Ka Kader


Voeding en Vertering 
Grote toets hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Is melk een dierlijk voedingsmiddel?
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Dingen die je eet en drinkt zijn voedingsstoffen.
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Reservestoffen worden aangegeven met een letter (bijvoorbeeld C, A en B). Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Bestaat een broodje hamburger met alles erop en eraan uit
A: zowel een dierlijk- als een plantaardig voedingsmiddel?
B: alleen uit dierlijke voedingsmiddelen?
C: alleen uit plantaardige middelen?
Antwoord met A, B of C.

Slide 5 - Open vraag

Yoghurt is een dierlijk voedingsmiddel.
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Een speklap is een dierlijk voedingsmiddel. Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Een enzym is een stof waarmee je een andere stof aantoont.
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

We kennen zes groepen voedingsstoffen.
Water en mineralen zijn twee groepen. Welk vier mis ik nog?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het doel van spijsvertering?
A
Voedingsstoffen verteren ( kleiner maken) om eventueel opgenomen te worden
B
Voedingstoffen eten
C
Voedingstoffen uitpoepen zodat je schoner bent
D
Om je eten zo goed mogelijk eetbaar te maken zodat je meer energie krijgt.

Slide 10 - Quizvraag

Je lichaam heeft voor 4 taken voedingsstoffen nodig.
Welke taak hoort niet in het rijtje thuis?
A
Voor energie
B
Voor nieuwe cellen
C
Voor uitscheidingsstoffen
D
Om gezond te blijven

Slide 11 - Quizvraag

Voedingsvezels worden verteerd.
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heten de stoffen die zorgen voor de energie die je nodig hebt?
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Reserve stoffen
D
Beschermende stoffen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heten stoffen die je nodig hebt om nieuwe cellen te maken?
A
Beschermende stoffen
B
Reserve stoffen
C
Brandstoffen
D
Bouwstoffen

Slide 14 - Quizvraag

Er zijn 6 groepen voedingsstoffen welke hoort er niet bij?
A
Water
B
Vetten
C
Enzymen
D
Vitaminen

Slide 15 - Quizvraag

Welke groepen voedingsstoffen zijn nodig voor de opbouw van je lichaam?
A
Eiwitten, koolhydraten, vetten
B
Alle groepen voedingsstoffen
C
water, mineralen, vitaminen
D
Alleen bouwstoffen

Slide 16 - Quizvraag

Welke groep voedingsstoffen leveren geen energie op?
A
eiwitten
B
water
C
koolhydraten
D
vetten

Slide 17 - Quizvraag

Waardoor ontstaan de peristaltische bewegingen van de darmen?
A
Lengtespieren
B
Kringspieren
C
Lengte- en kringspieren

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het nut van kauwen?
A
voedingsstoffen opnemen
B
oppervlakte vergroten
C
kaakspieren versterken

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent verteren?
A
het afbreken van grote voedingsstoffen in kleinere stoffen
B
Het opbouwen tot grote voedingsstoffen
C
het toevoegen van verteringssappen

Slide 20 - Quizvraag

Voedingsstoffen die moeten worden verteerd 
Voedingsstoffen die niet worden verteerd 
Mineralen
Zetmeel
Water
Eiwitten
Vetten
Vitaminen
Koolhydraten

Slide 21 - Sleepvraag



Welk organenstelsel is dit
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
bottenstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de functie van enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen het afbreken van voedingsstoffen
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de functie van voedingsvezels?
EN worden ze verteerd?

Slide 24 - Open vraag

Iemand die moeilijk kan poepen, moet veel groente en fruit eten.
Leg uit waarom dit kan helpen bij gemakkelijker poepen.

Slide 25 - Open vraag

Dirk gaat regelmatig naar de sportschool en wilt sterkere spieren krijgen, welke voedingsstof moet hij veel eten?

Slide 26 - Open vraag

Wat is de rol van voedingsvezels bij vertering?
A
zorgen voor oppervlakte vergroting
B
zorgen voor een goede darmperistaltiek
C
helpen bij vertering van vet
D
helpen bij vertering van koolhydraten

Slide 27 - Quizvraag

Omschrijf de werking van de darmperisaltiek.

Slide 28 - Open vraag

Zet de onderdelen van de spijsvertering in de goed volgorde.
mond
slokdarm
maag
12-vingerige darm
dunne darm
dikke darm
endeldarm
anus

Slide 29 - Sleepvraag

Wanneer je moet braken, ontstaan er omgekeerde peristaltische bewegingen in een deel van het verteringsstelsel. Het voedsel beweegt daardoor de ‘andere’ kant op.

In welke darm ontstaan deze omgekeerde peristaltische bewegingen?

Slide 30 - Open vraag

Noem twee functies van de darmperistaltiek.

Slide 31 - Open vraag

In de afbeelding is het verteringsstelsel van de
mens schematisch getekend. Enkele organen zijn met nummers aangegeven.

Met welk nummer is de alvleesklier aangegeven?
A
Nummer 2
B
Nummer 6
C
Nummer 8
D
Nummer 12

Slide 32 - Quizvraag

Drie delen van het verteringsstelsel zijn: anus, maagportier en wormvormig aanhangsel.

Bij welk(e) van deze delen zit een kringspier die het darmkanaal daar kan afsluiten?
A
Alleen bij de anus.
B
Alleen bij de anus en de maagportier.
C
Alleen bij de maagportier en wormvormig aanhangsel.
D
Bij de anus, het maagportier en het wormvormig aanhangsel.

Slide 33 - Quizvraag

In welk gedeelte van de darm komen veel darmvlokken voor?
A
Blindedarm
B
Dikkedarm
C
Dunnedarm
D
Endeldarm

Slide 34 - Quizvraag

Tot welk vak behoort
bloemkool?
A
Groen
B
Geel
C
Roze
D
Oranje

Slide 35 - Quizvraag

Tot welk vak behoren
eieren?
A
Groen
B
Geel
C
Roze
D
Oranje

Slide 36 - Quizvraag

Tot welk vak behoort
rijst?
A
Groen
B
Geel
C
Roze
D
Oranje

Slide 37 - Quizvraag

In de galblaas wordt gal gemaakt.
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

De maagportier zit tussen de slokdarm en de maag.
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

De endeldarm wordt afgesloten door de anus.
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Aardbeienyoghurt bestaat alleen uit plantaardige voedingsmiddelen.
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quizvraag

De maag zit tussen de slokdarm en de twaalfvingerige darm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quizvraag

De lever maakt gal.
De functie van gal is
A
vertering van eiwitten
B
vet verdelen in kleine druppeltjes vet
C
vertering van koolhydraten
D
vertering van vitamines

Slide 43 - Quizvraag

Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen.
De naam van nummer 11 is ...
A
maag
B
lever
C
alvleesklier
D
galblaas

Slide 44 - Quizvraag

Het gebit bestaat uit verschillende gebitselementen,
we noemen die...
A
Melktanden en blijvende tanden
B
Voortanden en kiezen
C
Kiezen, snijtanden en voortanden
D
Hoektanden, snijtanden en kiezen

Slide 45 - Quizvraag

tandbeen
glazuur
kies
grootste deel van een tand
erg harde laag om het tandbeen van de kroon
achterste delen van het gebit waarmee je voedsel fijnmaalt

Slide 46 - Sleepvraag

verteringsklieren
speekselklieren
lever
alvleesklier
darmsapklieren
maagsapklieren

Slide 47 - Sleepvraag

Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 06 is ...
A
dunne darm
B
twaalfvingerige darm
C
endeldarm
D
dikke darm

Slide 48 - Quizvraag

Je ziet hier de Maaltijdschijf. Smeerkaas hoort in het ...
A
vak van de groente
B
vak van brood en zetmeel producten
C
vak van het vocht
D
vak van vlees en eiwit

Slide 49 - Quizvraag

Je ziet hier de Maaltijdschijf. Aardappels horen in het ...
A
vak van de groente
B
vak van brood en zetmeel producten
C
vak van het vocht
D
vak van vlees en eiwit

Slide 50 - Quizvraag

Geef de naam van onderdeel J
A
de lever
B
de galblaas
C
de alvleesklier
D
de maag

Slide 51 - Quizvraag

Geef de naam van onderdeel C
A
de lever
B
de dunne darm
C
de alvleesklier
D
de maag

Slide 52 - Quizvraag