H3 - week 4 - Debatteren 2

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl


Slide 1 - Tekstslide

Introductie debatteren

- Huiswerkopdracht - speech nieuw schoolvak
- Lagerhuisdebat



Wat zit er in deze les:

Slide 2 - Tekstslide

 
- Je benoemt jouw standpunt 
- Je bedenkt de argumenten en geeft aan of ze waarderend of feitelijk zijn.
- Je bedenkt een tegenargument en de weerlegging hiervan.
Doel van de les

Slide 3 - Tekstslide

Bij deze oefening moet je staan!
Even warm worden

Slide 4 - Tekstslide

Tel samen tot 3!

Leerling A: één
Leerling B: twee
Leerling A: drie
Leerling B: één (etc.)
Even warm worden

Slide 5 - Tekstslide

Tel samen tot 3!


Even warm worden

Slide 6 - Tekstslide


Twee leerlingen/groepjes doen hun openingsspeech. 
Huiswerk:
Bedenk een nieuw schoolvak

Slide 7 - Tekstslide

Debatteren

Slide 8 - Tekstslide

Debatteren
Meerwaarde door interactie:
- Je gaat precies in op wat de ander zegt.
- Je herhaalt dus niet alleen je eigen standpunt, maar je voegt echt iets toe aan wat er al is gezegd. 

Slide 9 - Tekstslide

Debatteren
Regels:
- Wie praat er wanneer en hoe lang.
- Je praat niet door elkaar heen.
- Je gaat in op de argumenten van een ander.

Slide 10 - Tekstslide

Debatteren
Bedoeld voor derde partij
- Je hoeft de tegenstander niet te overuigen
- Je wilt de jury overtuigen
- bijv. voor verkiezingen om de kiezer voor je te winnen (Biden en Trump)

Slide 11 - Tekstslide

Debatteren
Aantrekkelijke presentatie:
- In de korte tijd dat je aan het woord bent, ben je goed voorbereid. 
- Inleidende speech op papier

Slide 12 - Tekstslide

Debatteren
Expliciete argumentatie:
- Je bent goed voorbereid.  Je hebt al je argumenten onderbouwd en hebt dus ook feiten die jouw argument ondersteunen. 

- Je bent ook voorbereid om wat de tegenpartij zou kunnen gaan zeggen en dat jouw argument kan worden weerlegd. 

Slide 13 - Tekstslide

Stap 1:
het lokaal wordt verdeeld in een 'voor'- en een 'tegen'-kant.
De kant waar je zit bepaald of je voor of tegen een stelling bent. 

Stap 2: 
Je bedenkt in zeven minuten als groep verschillende argumenten bij jouw stelling. Probeer ook alvast een aantal tegenargumenten te bedenken, hoe kun je je daartegen verdedigen? 
  
Stap 3: 
Het lagerhuis gaat beginnen. Als je wat wilt zeggen, dan ga je staan. Van de docent krijg je een beurt om te praten. Je praat alleen als je de beurt hebt. 

Lagerhuis
timer
7:00

Slide 14 - Tekstslide



Stap 1:
het lokaal wordt verdeeld in een 'voor'- en een 'tegen'-kant.
De kant waar je zit bepaald of je voor of tegen een stelling bent.

Stap 2:
Je bedenkt in zeven minuten als groep verschillende argumenten bij jouw stelling. Probeer ook alvast
een aantal tegenargumenten te bedenken, hoe kun je je daartegen verdedigen? 

Stap 3:
Het lagerhuis gaat beginnen. Als je wat wilt zeggen, dan ga je staan. Van de docent krijg je een beurt om te praten. Je praat alleen als je de beurt hebt. 
Lagerhuis
Stelling 1:
Ouders moeten volledige inzage hebben in de digitale communicatie van hun kinderen tot hun 17e jaar
timer
7:00

Slide 15 - Tekstslide



Stap 1:
het lokaal wordt verdeeld in een 'voor'- en een 'tegen'-kant.
De kant waar je zit bepaald of je voor of tegen een stelling bent.

Stap 2:
Je bedenkt in zeven minuten als groep verschillende argumenten bij jouw stelling. Probeer ook alvast
een aantal tegenargumenten te bedenken, hoe kun je je daartegen verdedigen? 

Stap 3:
Het lagerhuis gaat beginnen. Als je wat wilt zeggen, dan ga je staan. Van de docent krijg je een beurt om te praten. Je praat alleen als je de beurt hebt. 
Lagerhuis
Stelling 2:  
Het salaris van docenten moet bepaald worden door de resultaten van hun leerlingen. 
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Volgende les:
Verder debatteren

In de les worden de groepen verdeeld en krijg je een stelling. In de les erop doen we een zaaldebat (volledig met openingsspeech etc. 

Je bereid als groep zowel de voorstanders als de tegenstanders voor! Tijdens het debat hoor je pas welk standpunt je hebt. 

Slide 17 - Tekstslide