2.2 en 2.3

2.2 en 2.3
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
MAWMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

2.2 en 2.3

Slide 1 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met een sociale institutie?
A
Een organisatie die onderwijs aanbiedt
B
Een manier waarop sociale rollen en gedragspatronen gestructureerd zijn
C
Een groep mensen die met elkaar samenwerken
D
Een formeel contract tussen individuen

Slide 2 - Quizvraag

Welke van de volgende is geen voorbeeld van een sociale institutie?
A
a) Het gezin
B
b) Onderwijs
C
c) Economie
D
d) Recreatiepark

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel van sociale instituties?
A
a) Individuen gelijke kansen bieden
B
a) Individuen gelijke kansen bieden
C
c) Innovatie en verandering stimuleren
D
d) Productie van goederen maximaliseren

Slide 4 - Quizvraag

Wat is sociale cohesie?
A
De mate waarin mensen zich verbonden voelen met een sportteam
B
Samenwerking tussen verschillende organisaties in de s.l.
C
c) De kracht die mensen in een samenleving samenbindt
D
Juridische structuren die ervoor zorgen dat wetten worden nageleefd

Slide 5 - Quizvraag

Hoe draagt religie als sociale institutie bij aan sociale cohesie?
A
a) Door regels en wetten op te leggen
B
b) Door mensen gemeenschappelijke waarden en normen te geven
C
c) Door mensen te dwingen om samen te werken
D
d) Door educatieve activiteiten te organiseren

Slide 6 - Quizvraag

Wat zou kunnen leiden tot een verlies van sociale cohesie in een samenleving?
A
a) Sterke politieke leiders
B
b) Verspreiding van gemeenschappelijke normen en waarden
C
c) Toenemende ongelijkheid tussen groepen
D
d) Het uitbreiden van sociale instituties

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een sociale institutie die een grote invloed heeft op sociale cohesie?
A
a) Het juridische systeem
B
b) Familiebanden
C
c) Media en communicatietechnologie
D
d) Alle bovenstaande antwoorden

Slide 8 - Quizvraag

Welke rol speelt onderwijs als sociale institutie in het bevorderen van sociale cohesie?
A
a) Door mensen op te leiden voor werk
B
b) Door gemeenschappelijke waarden en normen over te dragen aan jongeren
C
c) Door politieke agenda’s te promoten
D
d) Door culturele diversiteit te beperken

Slide 9 - Quizvraag

Welke factor is niet direct gerelateerd aan sociale cohesie?
A
a) Sociale netwerken
B
b) Wederzijds vertrouwen tussen burgers
C
c) Economische groei
D
d) Collectieve identiteit

Slide 10 - Quizvraag

Hoe kan een samenleving met hoge diversiteit toch een sterke sociale cohesie behouden?
A
a) Door alle verschillen te negeren
B
b) Door duidelijke wetten te hebben en af te dwingen
C
c) Door interculturele dialoog en wederzijds respect te bevorderen
D
d) Door culturele assimilatie af te dwingen

Slide 11 - Quizvraag