Paragraaf 7.2 De kaasspeciaalzaak

7.2 De kaasspeciaalzaak
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.2 De kaasspeciaalzaak

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kan benoemen welke productieweg een product aflegt

- Je kan uitleggen hoe de prijs van een product tot stand komt voordat de consument het product kan kopen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een bedrijfskolom?
De bedrijfskolom bestaat uit alle 
bedrijven die na elkaar meewerken 
aan een product.

Slide 3 - Tekstslide

Bedrijfskolom van brood
Wat is de toegevoegde waarde van de broodfabriek?


Slide 4 - Tekstslide

De bedrijfskolom moet je niet verwarren met een bedrijfstak ..


Een bedrijfstak = een groep bedrijven die hetzelfde product of dienst verkopen.

Slide 5 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe aan een product. 

Slide 6 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
Formule toegevoegde waarde
Verkoopprijs – inkoopprijs = toegevoegde waarde

Slide 7 - Tekstslide

Toegevoegde waarde 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een bedrijfstak?
A
Een groep bedrijven die hetzelfde doen
B
Een groep bedrijven die aan het zelfde product werkzaam is
C
Een groep bedrijven die van dezelfde producent afnemen
D
Een groep bedrijven die dezelfde groep consumenten bedienen

Slide 9 - Quizvraag

Murat zegt: 'In een bedrijfstak vervult een groep bedrijven dezelfde rol.'
Mejid zegt: 'Het verschil tussen de verkoopopbrengst en de inkopen noem je de toegevoegde waarde.'

Wie heeft er gelijk?
A
Murat
B
Mejid
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 10 - Quizvraag

In welke volgorde zijn deze bedrijven betrokken
bij de productie van kaas?
A
1-2-3-4
B
2-3-1-4
C
4-3-2-1
D
3-2-1-4

Slide 11 - Quizvraag

Groothandels zijn een bedrijfstak
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Een bedrijfstak is een groep van verschillende bedrijven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Alle bedrijven die samenwerken aan een product noemen we de
A
productiefactor
B
producenten
C
bedrijfskolom
D
bedrijfsfactor

Slide 14 - Quizvraag

Bedrijfskolom
Chocoladefabriek
Supermarkt
Importeur
Cacaoplantage
Groothandel

Slide 15 - Sleepvraag

Aan de slag!

  1. Maak van H7.2 de opdrachten 4 t/m 8 en de rekentrainer van paragraaf 1 op p. 107 (niet af = huiswerk voor de volgende les!)

Slide 16 - Tekstslide