Vermenigvuldigen: winkelsituatie

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Welkom

Hoe voel jij je?

Hoe zit je erbij vandaag?

Moeten we ergens rekening mee houden?

Verwachtingen

- Telefoon is in de bak of in de kluis.

- Jas hangt op de kapstok of in de kluis.

- Je toont inzet tijdens de les.

Cijferend vermenigvuldigen

Na deze les kun je:

• Cijferend vermenigvuldigen toepassen in een situatie.

Hoofdrekenen

Opwarmen: enkele tafels oefenen:

voor iedere som heb 10 seconden

Schrijf op je wisbordje

7 x 7 =

1. 21
2. 36
3. 49
4. 18

8 x 4 =

1. 32
2. 20
3. 27
4. 21

6 x 7 =

1. 42
2. 63
3. 28
4. 45

9 x 8 =

1. 45
2. 78
3. 62
4. 72

Hoe zat het ook alweer?

Manier 1:

6 x 43 =

Stap 1     Splits één van de getallen           43 splits je in 40 en 3

Stap 2    Vermenigvuldig de getallen      40 x 6 = 240

                                                                              3 x 6 =    18

Stap 3    Tel de uitkomsten op                   240 + 18 = 258

6 x 43 = 258

Stap 1: 

Vermenigvuldig de eenheden

3x1

Stap 2:

Vermenigvuldig de tientallen

3x2

Manier 2: 

kolomsgewijs vermenigvuldigen

Stap 1:

Vermenigvuldig de eenheden

3x2

Stap 2:

Vermenigvuldig de tientallen

3x5

6

15

Antwoord= 156

Stap 1:

Vermenigvuldig de eenheden

2x5 = 10: schrijf de 0 op.

Onthoud de 1

Stap 2:

Vermenigvuldig de tientallen

2x2= 4 plus de 1, die je hebt onthouden= 

0

1

9

Probeer het zelf

Stap 1:

Vermenigvuldig de eenheden

7x4 = .....: schrijf de ......  op

Onthoud de ......

Stap 2:

Vermenigvuldig de tientallen

7x1 = .....  plus de ..... die je hebt onthouden= ...........

98

Aan de slag!

Oefenen in een praktische situatie

Stap 1:

Maak groepjes van 3 of 4 personen.

• Hoe zorg je ervoor dat je goed kunt samenwerken?
• Staan de tafels goed? 
• Heeft ieder groepje een reclame folder?
• Heeft ieder groepje een wisbordje?
• Heeft ieder groepje pen en papier?

Stap 2: 

Lees de opdracht van de opdrachtenkaart.

• Wijs 1 iemand in je groepje aan die de kaart voorleest.
• Hoe zorg je ervoor dat iedereen van het groepje luistert?
• Heeft iedereen de opdracht begrepen? 

De bedoeling is dat je 3 groepjes in de klas hebt.

1 groepje koopt spullen in voor het ontbijt met de hele klas.

1 groepje koopt spullen in voor de lunch met de hele klas.

1 groepje koopt spullen in voor het diner met de hele klas.

Stap 3: 

Voer de opdracht met de hele groep uit.

• Verdeel de taken.
• Wat gaan jullie kopen?
• Voor hoeveel personen?
• Hoeveel geld ben ik per product kwijt?
• Hoeveel geld ben ik in totaal kwijt?
• Letten jullie op aanbiedingen? 

Stap 4:

Het resultaat

• Maak een overzicht van de kosten.
• Maak duidelijk hoeveel je uiteindelijk kwijt bent.
• Wat kost het ontbijt?
• Wat kost de lunch?
• Wat kost het diner?
• Hoeveel zijn wij met de hele klas in totaal kwijt? 

Is het lesdoel behaald?

Heb je cijferend vermenigvuldigen goed kunnen toepassen bij de opdracht?

Hoe is dit gegaan?