4V week 3 les 2 le petit Nicolas

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui? 

Voir ce que vous avez compris des histoires du Petit Nicolas

1. Beschrijf hoe de jongens eruit zien als ze bij Nicolas komen.

Rufus: politiepet, handboeien,revolver, wapenstok en fluitje   Eudes: cowboyhoed, ceintuur met houten hulzen

 en 2 revolveretuis.  Alceste: als Indiaan, houten bijltje, veren op hoofd

Geoffroy: broek van schaapsleer, leren giletje, ruitjeshemd, grote hoed, revolvers en sporen

Nicolas: zwart masker, pijltjesgeweer, rode zakdoek om z'n nek

2.Wie de jonge man (de held) mag zijn

3.Zijn vader is politieagent. Met een képi kan je nooit sheriff zijn

4.Eudes wil het witte paard van Nicolas

5.Ophangen. Want paardendieven(hij wil paard van Nicolas) worden opgehangen 

6. Hij krijgt een klap van Alceste met het bijltje en de képi vangt de klap op

7. Alceste moet in z'n eentje een hele Indianenstam zijn

8. Omdat hij veren op z'n hoofd heeft (indianentooi)

9. Hij gaat in een hoekje een pain au chocolat zitten eten

10. De gevangene. Maar dat kan niet want hij is het best gekleed

11. De jongens maken veel lawaai

12. Hij wil wel de gevangene spelen

13.De jongens binden papa met waslijn aan de  boom

14.Hij komt meespelen (dansen rond de boom) omdat hij het leuk vindt dat papa voor gek staat. Hij heeft altijd ruzie met papa

15.theedrinken en dan met Nicolas treintje spelen

16.. Ze zijn papa in de tuin vergeten

17. Dat papa door is gegaan met spelen omdat hij het zo leuk vond.

    Hij staat natuurlijk te roepen om losgemaakt te worden.

1.de juf is ziek

2.Hij zegt altijd: Kijk me in m'n ogen en in de bouillon drijven oogjes (=vetbolletjes die heten oogjes)

3.grote snor. Hij geeft vaak straf

1e van de klas, lievelingetje van de juf, ze vinden hem niet zo aardig.  Ze kunnen hem niet zo vaak slaan als dat ze willen vanwege z'n bril. Hij moet op de andere jongens letten

5.Rekenles geven. Clotaire vraagt of hij soms gek is.

7.Hij stond achter de deur door het sleutelgat op te letten of Le Bouillon kwam, maar hij zag hem niet aankomen enn kreeg dus de deur tegen zich aan

8.Iemand roept Le Bouillon, dus hij hoort z'n bijnaam roepen en dat wil hij niet

9. Nablijven voor  straf

10. Die komt langs omdat het zo'n lawaai is met gillende en huilende jongetjes. Hij gebruikt ook al de bijnaam Le Bouillon!

11. Dan is  hij de volgende dag absent

Ga zelf je onderwerp kiezen voor je PO

Lees de 10 verhaaltjes en beantwoord de vragen van het PO

Huiswerk volgende les: 

leer voca en zinnen van chap 4 A( We gaan kijken                                      hoe goed je het kent via Socrative) 

Maak ex 16 en 17 online