Bee H5 Herhaling


Aan de slag met geldstromen
Wat heb je nodig:
Blauwe werkboek en theorieboek
Rekenmachine
Pen en papier.   
   

 

Elementaire kennis bedrijfseconomie 2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Aan de slag met geldstromen
Wat heb je nodig:
Blauwe werkboek en theorieboek
Rekenmachine
Pen en papier.   
   

 

Elementaire kennis bedrijfseconomie 2

Slide 1 - Tekstslide


Winstgevendheid
Leerdoelen:
- Je kan de begrippen gewaardeerd loon, economisch resultaat, rentabiliteit beschrijven.
 
- Je kan het economisch resultaat berekenen. Je kan de rentabiliteit van het
gemiddeld eigen, vreemd en totale vermogen berekenen.
Elementaire kennis bedrijfseconomie 2

Slide 2 - Tekstslide

De eigenaar van een eenmanszaak verdient zijn inkomen, omdat hij als ondernemer: Wat klopt niet?
A
Arbeid verricht
B
Vermogen investeert
C
geen personeel in dienst heeft.
D
Onderneemt en daardoor risico neemt.

Slide 3 - Quizvraag

Bruto winst berekend je door: verkoop - inkoop te doen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Opbrengst eigen vermogen =
A
Brutowinst - de bedrijfskosten
B
Economisch resultaat + de interest op vreemd vermogen
C
Netto winst - gewaardeerd loon
D
inkoop - bedrijfskosten

Slide 5 - Quizvraag

De belastingdienst ziet de nettowinst als de grondslag voor het bepalen van de inkomstenbelasting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Het eigen vermogen is permanent vermogen
A
Waar
B
Niet waar
C
Nettowinst - gewaardeerd loon
D
Economisch resultaat / gemiddeld eigen vermogen

Slide 7 - Quizvraag

Rentabiliteit Totale vermogen RTV
A
Opbrengst eigen vermogen /door het gemiddeld eigen vermogen
B
Opbrengst eigen vermogen + de interest
C
Interestkosten gedeeld door het gemiddeld vreemd vermogen
D
Opbrengst eigen vermogen plus de interestkosten, gedeeld door het gemiddeld totale vermogen

Slide 8 - Quizvraag

Solvabiliteit van een bedrijf betekend of een bedrijf bij opheffing alle schulden kan aflossen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Moet je activa groter/ kleiner zijn dan het totaal van de schulden om solvabel te zijn?
A
Kleiner
B
Groter

Slide 10 - Quizvraag


Winstgevendheid
Van kaashandelaar Bas Brood zijn de volgende gegevens bekend.
• Bas heeft het afgelopen jaar een opbrengst verkopen behaald van € 660.000.
• De inkoopwaarde hiervan was € 450.000.
• De totale kosten bedragen € 125.000. Hiervan bedragen de interestkosten van het
vreemd vermogen € 20.000.
• Het gewaardeerd loon van Bas is € 45.000.
 
A.  Bereken de brutowinst.

B.  Bereken de nettowinst

C.  Berekend het economisch resultaat

D.  Bereken de opbrengst van het totale vermogen. 
Elementaire kennis bedrijfseconomie 2
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide


Winstgevendheid
Van kaashandelaar Bas Brood zijn de volgende gegevens bekend.
• Bas heeft het afgelopen jaar een opbrengst verkopen behaald van € 660.000.
• De inkoopwaarde hiervan was € 450.000.
• De totale kosten bedragen € 125.000. Hiervan bedragen de interestkosten van het
vreemd vermogen € 20.000.
• Het gewaardeerd loon van Bas is € 45.000.
 
A.  Bereken de brutowinst.

B.  Bereken de nettowinst

C.  Berekend het economisch resultaat

D.  Bereken de opbrengst van het totale vermogen. 
Elementaire kennis bedrijfseconomie 2
A Opbrengst verkopen - de inkoopwaarde van de
    verkopen. Dat is € 660.000 − € 450.000 = € 210.000 
B Netto winst - de bedrijfskosten
    € 210.000 - € 125.000 = € 85.000
C Nettowinst - het gewaardeerd loon
    € 85.000 - € 45.000 = € 40.000 
D Economisch resultaat + de interest op het vreemde
    vermogen € 40.000 + € 20.000

Slide 12 - Tekstslide


Winstgevendheid
Bij Piet Winters was op 1 januari 2022 het eigen vermogen € 245.000.
Op 31 december 2022 was dat € 265.000.
Over 2022 was de nettowinst € 110.000
 Het gewaardeerd loon is € 48.000
 

A.  Bereken het gemiddeld eigen vermogen.

B.  Bereken het economisch resultaat

C.  Bereken de rentabiliteit van het eigen vermogen.  

 
Elementaire kennis bedrijfseconomie 2
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide


Winstgevendheid
Bij Piet Winters was op 1 januari 2022 het eigen vermogen € 245.000.
Op 31 december 2022 was dat € 265.000.
Over 2022 was de nettowinst € 110.000  
 Het gewaardeerd loon is € 48.000
 
A.  Bereken het gemiddeld eigen vermogen.


B.  Bereken het economisch resultaat


C.  Bereken de rentabiliteit van het eigen vermogen.  

 
Elementaire kennis bedrijfseconomie 2
A Eigen vermogen 1-1 + eigen vermogen 31-12 /2 =
    (€ 245.000 + €265.000)  /2 = €255.000

B Nettowinst - gewaardeerd loon =
    € 110.000 - € 48.000 = € 62.000

C Economisch resultaat / gemiddeld eigen vermogen =
    € 62.000 / 255.000 = 0,243 = 24,3%       

Slide 14 - Tekstslide


Winstgevendheid
Rentabiliteit van het vreemd vermogen 
 
Van Ferry Fremde zijn over 2022 de volgende gegevens van het vreemd vermogen bekend.
• De 6% hypothecaire lening op 1 januari 2022 bedroeg € 280.000.
• De 6% hypothecaire lening op 31 december 2022 bedroeg € 260.000.
• Op de 6% hypothecaire lening is op 1 juli € 20.000 afgelost.
• Het 8% bankkrediet bedroeg gemiddeld € 32.000.
• De crediteuren bedroegen gemiddeld € 85.000.
• De kosten van de crediteuren bedroegen € 3.750.

A.  Bereken de gemiddelde 6% hypothecaire lening.
B.   Bereken de interestkosten van de 6% hypothecaire lening.
C.   Bereken de totale interestkosten. 
D.   Bereken het gemiddeld vreemd vermogen
E.   Bereken de rentabiliteit van het vreemd vermogen 

 
Elementaire kennis bedrijfseconomie 2
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide


Winstgevendheid
Rentabiliteit van het vreemd vermogen 
 
Van Ferry Fremde zijn over 2022 de volgende gegevens van het vreemd vermogen bekend.
• De 6% hypothecaire lening op 1 januari 2022 bedroeg € 280.000.
• De 6% hypothecaire lening op 31 december 2022 bedroeg € 260.000.
• Op de 6% hypothecaire lening is op 1 juli € 20.000 afgelost.
• Het 8% bankkrediet bedroeg gemiddeld € 32.000.
• De crediteuren bedroegen gemiddeld € 85.000.
• De kosten van de crediteuren bedroegen € 3.750.

A.  Bereken de gemiddelde 6% hypothecaire lening.
B.   Bereken de interestkosten van de 6% hypothecaire lening.
C.   Bereken de totale interestkosten. 
D.   Bereken het gemiddeld vreemd vermogen
E.   Bereken de rentabiliteit van het vreemd vermogen 

 
Elementaire kennis bedrijfseconomie 2
A (€ 280.000 + €260.000) /2 = €270.000
B 6% van € 270.000 = € 16.200
C 6% hypothecaire lening 8% bank-
kredit + crediteuren = € 16.200+
€ 2.560 + € 3.750 = € 22.510
D Gem. Hypothecarie lening, + gem
bankkrediet + gem. crediteurensaldo =
€ 270.000 + € 32.000 + € 85.000 = € 387.000
E Totale interestkosten / gemiddeld vreemd vermogen = € 22.510 / € 387.000 = 0.0581 = 5.82%
    


Slide 16 - Tekstslide

Elementaire kennis bedrijfseconomie 2
Winstgevendheid
Zijn de leerdoelen behaald? 
Leerdoelen:
- Je kan de begrippen gewaardeerd loon, economisch resultaat, rentabiliteit beschrijven.


- Je kan het economisch resultaat berekenen. Je kan de rentabiliteit van het
gemiddeld eigen, vreemd en totale vermogen berekenen.   

Slide 17 - Tekstslide


Aan de slag met geldstromen
Huiswerk:
Leer begrippen
H 4 + 5 Elementaire kennis 
bedrijfseconomie

H 7, 9 en 10 BV in Balans

 

Elementaire kennis bedrijfseconomie 2

Slide 18 - Tekstslide