8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?

H8 Ontwikkelingslanden


§ 8.1 Verschillen in de welvaart.
§ 8.2 Wat is een ontwikkelingsland?
§ 8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?
§ 8.4 Hoe dragen we ons steentje bij?
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H8 Ontwikkelingslanden


§ 8.1 Verschillen in de welvaart.
§ 8.2 Wat is een ontwikkelingsland?
§ 8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?
§ 8.4 Hoe dragen we ons steentje bij?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: vragen?
In deze les leer je:
- verschillende vormen van ontwikkelings-
   samenwerking;
- waar en hoe ontwikkelingslanden geld 
   kunnen lenen;
- wat een microkrediet is;
- over grondstoffenovereenkomsten en 
   buffervoorraden.


GOAL!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?Soorten ontwikkelingshulp
Noodhulp = hulp die gericht is op het verlenen van basisbehoeften 
  • Vaak n.a.v. oorlogen, natuurrampen.
  • Voorbeeld: Eten, drinken, medicijnen, tenten en kleding

Structurele hulp = hulp om de oorzaken van armoede te bestrijden.
  • Voorbeeld: Scholing, gezondheidszorg, infrastructuur, werk


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?Soorten ontwikkelingshulp
Gebonden hulp = Hulp waaraan voorwaarden zijn verbonden
  • Bijvoorbeeld dat het in Nederland moet worden aangeschaft bij een bedrijf.
Ongebonden hulpIs hulp zonder voorwaarden
  • Nederland geeft een miljoen aan de VN tegen armoede. 



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Noodhulp en structurele hulp





- Ongebonden en gebonden hulp
om rampen te voorkomen (korte termijn)
zodat ontwikkelingslanden economisch zelfstandig worden (lange termijn)
geld vrij te besteden
geld weer uitgeven aan het donerende land
Ontwikkelingshulp en ontwikkelingssamenwerking

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken: opgave 1 , 6 en 9 (blz. 242)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 1 (blz. 242)
a  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 1 (blz. 242)
a  (€ 35 miljoen – € 2 miljoen) ÷ 17,5 miljoen = 1,885 --> € 1,89

b  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 1 (blz. 242)
a  (€ 35 miljoen – € 2 miljoen) ÷ 17,5 miljoen = 1,885 --> € 1,89

b  Medische zorg, water en voedsel (noodhulp).

 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 1 (blz. 242)
a  (€ 35 miljoen – € 2 miljoen) ÷ 17,5 miljoen = 1,885 --> € 1,89

b  Medische zorg, water en voedsel (noodhulp).

Met de zaden en het gereedschap kunnen de mensen zelf voedsel 
    verbouwen. Daardoor kunnen ze (later) in hun eigen behoeften voorzien 
    en worden ze minder afhankelijk van hulp (structurele hulp).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 6 + 9 (blz. 244)
6

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 6 + 9 (blz. 244)
Rente:  € 950 miljoen ÷ 100 × 2,5 = $ 23,75 miljoen
     Aflossing: $ 40 miljoen – $ 23,75 miljoen  = $ 16,25 miljoen
                                                                                            = $ 16.250.000

9  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 6 + 9 (blz. 244)
Rente:  € 950 miljoen ÷ 100 × 2,5 = $ 23,75 miljoen
     Aflossing: $ 40 miljoen – $ 23,75 miljoen  = $ 16,25 miljoen
                                                                                            = $ 16.250.000

Ze lost de lening af in € 50 ÷ € 1,25 = 40 weken
     Rente: 40 weken × € 0,15 = € 6

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldbank en IMF 
Internationaal 
Monetair Fonds
Ontwikkelingslanden kunnen hier geld lenen tegen gunstige voorwaarden, bijv. een lage rente of langere terugbetalingstermijn

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Microkrediet
= een kleine lening die verstrekt wordt aan kleine ondernemers die niet kunnen lenen bij grote banken of fondsen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Microkrediet 
  • Kleine lening voor kleine ondernemingen in ontwikkelingslanden 
  • Hulporganisaties bieden microkrediet 


Slide 21 - Tekstslide

Vertellen wat is microkrediet en over de kleine ondernemers. Het effect van vicieuze cirkel uitleggen. 
  • Buffervoorraden aanleggen om prijsschommelingen tegen te gaan
Buffervoorraden
  • Export: koffiebonen
  • Prijs bepaald door wereldmarkt (vraag en aanbod)
Vraag 10
A

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

= afspraken tussen landen met als doel de prijzen van bepaalde grondstoffen stabiel te houden.





   Grondstoffenovereenkomst
Welke?
koper en tin
Hoe?
buffervoorraden (zie § 8.2) of minimumprijzen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

= afspraken tussen landen met als doel de prijzen van bepaalde grondstoffen stabiel te houden.


Reden: wisselende prijzen zijn niet alleen nadelig voor de exporterende landen, maar ook 
voor de importerende landen!


   Grondstoffenovereenkomst
Welke?
koper en tin
Hoe?
buffervoorraden (zie § 8.2) of minimumprijzen
Waarom?
wisselende kosten (inkoopprijzen)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelen we met
'bilaterale hulp'?
A
Hulp van de Verenigde Naties
B
Hulp voor en door meerdere landen
C
Hulp tussen twee landen onderling
D
Hulp voor economische zelfstandigheid

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cambodja is getroffen door een zware aardbeving en krijgt hulp uit Nederland. Het geld dat het land van ons heeft gekregen, moet in Nederland worden besteed voor nieuwe goederen/diensten.
A
Noodhulp
B
gebonden hulp
C
ongebonden hulp
D
structurele hulp

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een microkrediet wordt verstrekt aan:
A
ontwikkelingslanden
B
hulporganisaties
C
kleine ondernemers in ontwikkelingslanden
D
banken

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Microkrediet zijn kleine leningen aan lokale ondernemers.
2. Deze worden verstrekt door hulporganisaties
A
allebei juist
B
alleen 1 juist
C
alleen 2 juist
D
beide onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het geven van microkredieten is noodhulp.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een microkrediet een vorm van structurele hulp voor gezinnen in een ontwikkelingsland?
A
Zo kunnen gezinnen een bedrijf beginnen
B
Zo kunnen gezinnen maanden langer eten kopen
C
Zo kunnen gezinnen andere schulden afbetalen
D
Zo kunnen gezinnen hun kinderen naar school sturen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wereldbank is een onderdeel van?
A
de NAVO
B
de Verenigde Naties
C
de Europese Unie
D
de USA

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Maken: § 8.3
opg. 2 t/m 5, 7 en 8, 
10 t/m 13 (blz. 242)
Zelf nakijken via Magister ELO Studiewijzers

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies