(Foutief) beknopte bijzin/ (verkeerd aansluitende) bijzin

Grammatica zinsdelen
(Foutief) beknopte bijzinnen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen
(Foutief) beknopte bijzinnen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel 
Aan het einde van deze les weet ik wat een beknopte bijzin is en kan ik het type en de functie van een beknopte bijzin bepalen. 

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht: In het zinsdeel tussen haakjes staat geen onderwerp. Hoe kun je het onderwerp toch vaststellen?

"[Luid scheldend op zijn coach] liep Max de kleedkamer uit."

Slide 3 - Open vraag

Theorie - deel 1
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken > verkorte bijzin.

gewone bijzin: Nadat ze de catwalk verlieten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.

beknopte bijzin: Na de catwalk te hebben verlaten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.





Slide 4 - Tekstslide

Theorie - deel 2
  • Onderwerp en persoonsvorm ontbreken in een beknopte bijzin.
  •  Het onderwerp is ‘verzwegen’ --> verzwegen onderwerp kun je afleiden uit de hoofdzin (het is daar het ow, lv of mv).

 Dromend over zijn toekomst (bekn. bz.) viel hij in slaap. 
Verzwegen onderwerp = hij 

Slide 5 - Tekstslide

Theorie - deel 3 - herkennen beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm kan de beknopte bijzin bevatten:

  • een voltooid deelwoord:
 Aangekomen op het vakantieadres meldde mijn vader zich aan de balie.
  • een onvoltooid deelwoord: 
 Naar huis fietsend bedacht Mark zich, keerde om en reed terug.
  •  ‘te + infinitief’: 
 Na zijn kast te hebben leeggehaald vond Tim de shirts die hij zocht.

Slide 6 - Tekstslide

Loerend op haar prooi sloop de oude leeuwin over de savanne
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 7 - Quizvraag

Heeft Camilla je uitgelegd hoe je snel een fietsband kunt plakken?
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 8 - Quizvraag

Vanmiddag zei de loodgieter dat hij alle kranen had vervangen.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 9 - Quizvraag

Na drie verloren finales eindelijk kampioen geworden, dankte de basketballer zijn ouders en staf.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 10 - Quizvraag

De lerares waarschuwde haar leerlingen op tijd aanwezig te zijn.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 11 - Quizvraag

Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 12 - Quizvraag

Verblijd door opa's komst werd via internet een maaltijd besteld.
A
beknopte bijzin
B
foutief beknopte bijzin

Slide 13 - Quizvraag

Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan. Is dit een:
A
beknopte bijzin
B
foutief beknopte bijzin

Slide 14 - Quizvraag

Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 15 - Quizvraag

"Na koffie te hebben gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken."

Is dit een ... ?
A
beknopte bijzin
B
foutief beknopte bijzin

Slide 16 - Quizvraag

Zijn vriendin uitzwaaiend, verdween de bus uit het zicht.
A
beknopte bijzin
B
foutief beknopte bijzin

Slide 17 - Quizvraag

Liggend op zijn badmat las Willem zijn dagblad.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 18 - Quizvraag

"Wachtend op het perron bleek de trein al vertrokken."

Is dit een ... ?
A
beknopte bijzin
B
foutief beknopte bijzin

Slide 19 - Quizvraag

Na een half uur in de oven te hebben gestaan, aten de gasten de pizza op.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 20 - Quizvraag

Zijn vriendin uitzwaaiend, verdween de bus uit het zicht.
A
foutief beknopte bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 21 - Quizvraag

Lekker in onze stoelen liggend, dronken we het koude bier.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 22 - Quizvraag

Ik weet nu wat een beknopte bijzin is en kan ik het type en de functie van een beknopte bijzin bepalen.
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Werken uit je boek
Maak van de opdrachten  5 t/m 9 op blz. 117 t/m 119 van je boek de oneven vragen.


Slide 24 - Tekstslide