Les 10 W7

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Leerdoelen

• Aan het einde van de les weet je wat het belang van reflecteren is.
• Aan het eind van de les kan je een kernkwadrant invullen

Programma

• Terug blik vorige les
• Theorie les
• Zelfstandig werken

Theorie les

Pak je aantekeningen/ notities erbij!

Begrippen W7

Begeleiden = bewust en bedoeld beïnvloeden

Begeleidingsmethode = Een systematische manier om van een beginsituatie naar een eindsituatie te werken. 

Begeleidingsstijl = Een manier waarop jij als begeleider met die methode omgaat.

Doel --> Koersbepaling = Inzicht krijgen hoeverre het doel is behaald voor je cliënt. Je verzamelt informatie van verschillende bronnen. 

Doel --> Methode evaluatie = Dit houdt in dat je de methode wil gaan evalueren die momenteel wordt gebruikt bij je cliënt. 

Begeleidingsmethoden bij W7

Gentle teaching - leren zich veilig en geliefd / omgaan met het krijgen en uiten van waardering.

Eigen initiatief Model (EIM) - mensen met een verstandelijke beperking leren eigen keuzes te maken.

Validation - is een methodiek om beter met dementerende oudere mensen te kunnen communiceren.

Realiteitsoriëntatie training (ROT) – dementerende oudere leren het verloren contact met de werkelijkheid terug te vinden.

BELANGRIJK: Check op je stage welke methodiek er is.

Er zijn nog veel meer methodieken…

Manieren van benaderen

Motiveren: Het geven van de juiste (interne of externe) prikkel om iemand enthousiast te maken iets te doen of te laten doen.

Stimuleren: iemand aansporen iets te doen of te laten op basis van overtuigingskracht. (volgende sheet voor vormen)

Positieve benadering: Vanuit het positieve kant bekijken, bewust iets positief zeggen tegen de cliënt, woorden gebruiken met een positieve betekenis. 

Begeleidingsstijlen voor BPV W7

We onderscheiden de volgende 3 begeleidingsstijlen:

• Autocratisch/Autoritair
  
• Democratisch
  
• Laissez faire
  

Opdracht evalueren

Maken begeleider specifieke doelgroepen MZ thema 1.3 Ondersteuningsproces opdracht 1a tot 3g

3 soorten doelen

Kennisdoel: Hierbij gaat het om verwerven en onthouden van informatie of kennis.

Houdingsdoel: De nadruk ligt op het verwerven en tentoonspreiden van een bepaalde (positieve) houding of bepaalde gevoelens.

Vaardigheidsdoelen: Cursisten moeten bepaalde handelingen leren verrichten en ze moeten bepaalde dingen leren doen.

Evalueren en reflecteren

Evalueren = ook kritisch naar jezelf kijken

Je stelt evaluatievragen op, die betrekking hebben op jouw rol tijdens de activiteit

De vragen die je over je eigen rol stelt, maken je bewuster van de keuzes die je maakte

Daarnaast kom je erachter wat het effect zou kunnen zijn van jouw gedrag

Reflecteren als medewerker

Als medewerker draag je bij in het contact met anderen

Dit komt door wat je over jezelf weet:

Valkuilen

Kwaliteiten

Positieve ervaringen

Negatieve ervaringen

Bespreek in tweetallen wat de 4 bovenstaande punten bij jou zijn.

Bepreek ook welk effect dit heeft op je BPV.

Het belang van reflecteren

Definitie: weerschijn (naar jezelf kijken), beschouwing (Afwegen) en overdenking (bedenken of het goed is)

Het kan vergeleken worden met in een spiegel kijken

Als professional moet je goed kunnen handelen in de praktijk

Door te reflecteren, wordt je bewuster van hoe jij handelt

Je moet jezelf leren kennen, voordat je anderen kan helpen

Huiswerk (inleveren op teams)

Het is belangrijk dat je zicht krijgt op je kwaliteiten en valkuilen

Je hebt een voorbeeldfunctie en dit moet je uitstralen op je cliënten.

Model hiervoor kernkwadranten:

Vul er 3 in voor jezelf

Benoem erbij welk effect dit op

jouw handelen heeft