dinsdag 15 juni

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Vakantie.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Vakantie.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema :
vakantie
Maak aantekeningen:
Schrijf het woord op, 
de betekenis en 
de voorbeeldzin. 

Slide 2 - Tekstslide

bederven
(werkwoord (ww)

  • eten/drank dat te oud is, waardoor je het niet meer kunt eten of drinken
  • werkwoord:  het bederft, het is bedorven
  • zin: Die kaas staat al te lang in de koelkast, het is bedorven, ik kan het niet meer eten.
  • zin: Eten moet je niet laten bederven, let op houdbaarheid!

Slide 3 - Tekstslide

bevestigen
(werkwoord (ww)
  • 1. zeggen dat iets waar is
  • 2. ergens ja op zeggen/ een afspraak afspreken
  • 3. iets vastmaken
  • de bevestiging
  • werkwoord: ik bevestig, ik bevestigde, ik heb bevestigd
  • zin: Wil je de afspraak bevestigen? Dan weet ik zeker dat het door gaat.
  • zin: Na lang wachten kwam eindelijk de bevestiging dat ik mijn diploma gehaald heb.

Slide 4 - Tekstslide

de hitte
(zelfstandig naamwoord (znw)
  • de toestand dat het heel warm is
  • de temperatuur is hoog
  • bijv. nw : heet
  • werkwoord: verhitten = naar hoge temperatuur brengen
  • zin: Wat een hitte vandaag! Ik vind het veel te warm!
  • zin: Er komt veel hitte van de pan, die is heet!

Slide 5 - Tekstslide

(in)smeren
(scheidbaar werkwoord (ww)
  • de vloeistof/de crème/ de zalf op iets of iemand smeren
  • werkwoord: ik smeer in, ik smeerde in, ik heb ingesmeerd
  • zin: Als de zon fel schijnt moet je jezelf goed insmeren met zonnebrandcrème, anders verbrand je huid.
  • zin: De verpleegkundige smeert de zalf op de wond.

Slide 6 - Tekstslide

de horizon
(zelfstandig naamwoord (znw)
  • de lijn tussen de lucht en de aarde
  • het lijkt alsof er een lijn is, het is niet echt zo
  • zin: De zon verdwijnt achter de horizon
  • zin: Aan de horizon zie je de schepen varen.

Slide 7 - Tekstslide

Eten dat je niet meer kunt eten is ........
A
bedorft
B
bederft
C
bedorven
D
bederven

Slide 8 - Quizvraag

In welke 2 zinnen staat er een voorbeeld van de betekenis van

bederven?
A
Het brood is vers gebakken, lekker!
B
De melk smaakt zuur, bah!
C
Dat fruit heeft schimmel, ik eet het niet op!
D
In de supermarkt kijk ik goed naar de houdbaarheid.

Slide 9 - Quizvraag

Als je iets bevestigt dan......
(er zijn meer antwoorden goed)
A
kun je zeggen dat iets waar is.
B
zeg je er ja op.
C
maak je iets vast aan iets.
D
spreek je een afspraak af.

Slide 10 - Quizvraag

Maak één zin met het woord
bevestigen

Slide 11 - Open vraag

Welk woorden horen bij
de hitte?
Noem er drie.

Slide 12 - Open vraag

Welke twee werkwoorden horen bij deze woorden:

de zalf, de crème, zonnebrand
A
innemen
B
insmeren
C
proberen
D
erop smeren

Slide 13 - Quizvraag

Vul het woord in
Als ik langer in de zon zit dan ........ ik mijn huid ......... met zonnefactor 20.

Slide 14 - Open vraag

Plaats een foto van een mooie horizon.

Slide 15 - Open vraag

Maak een zin met
de horizon

Slide 16 - Open vraag