Een verdeeld België?

EEN VERDEELD BELGIË?
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

EEN VERDEELD BELGIË?

Slide 1 - Tekstslide

Onderzoeksvragen
1. 1945-1970: Welke tegenstellingen vormden de voedingsbodem voor het feraliseringsproces?
2. 1970-heden: Wat houdt het federaliseringsproces in?
3. 1970-heden: voor welke politieke uitdagingen staat België?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat houdt de levensbeschouwelijke breuklijn in?

Slide 4 - Open vraag

Wat houdt de socio-economische breuklijn in?

Slide 5 - Open vraag

Wat houdt de communautaire breuklijn in?

Slide 6 - Open vraag

3 breuklijnen - vul aan cursus p. 187-188
1. Levensbeschouwelijke breuklijn: klerikaal (katholiek) versus antiklerikaal
Vanaf 1830 (ontstaan België)
Gevolg voor hedendaags België? Verzuiling
2. Socio-economische breuklijn: arbeid versus kapitaal
Vanaf begin 20e eeuw
Gevolg voor hedendaags België? Uitbouw sociale zekerheid en welvaartstaat
3. Communautaire breuklijn: Vlamingen versus Walen
Vanaf WOI
Gevolg voor hedendaags België? België werd een federale staat

Slide 7 - Tekstslide

Duid de gewesten en gemeenschappen aan op de kaarten.
Vul aan cursus p. 189

Slide 8 - Tekstslide

Duid de gewesten en gemeenschappen aan op de kaarten.
Vul aan cursus p. 189
Vlaamse gemeenschap
Duitstalige gemeenschap
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Vlaams Gewest
Waals Gewest

Slide 9 - Tekstslide

Vul aan in je cursus p. 190
Gebruik eventueel deze website

Slide 10 - Tekstslide

Vul aan in je cursus p. 190
Gebruik eventueel deze website
Federaal parlement
Federale regering
Vlaams parlement
Vlaamse regering
Brusselse gewest regering
Federatie Wallonië-Brussel
parlement van de Federatie Wallonië-Brussel
 regering van de Federatie Wallonië-Brussel
Waals parlement
Waalse gewestregering
regering van de Duitstalige Gemeenschap
parlement als het ministerie van de Duitstalige Gemeenschap
Gewesten
Grondgebonden aangelegenheden (landbouw, waterbeleid, leefmilieus, ruimtelijke ordening, stedenbouw, energie, openbare werken, vervoer)
Gemeenschappen
persoonsgebonden aangelegenheden (cultuur, onderwijs, taalbeleid, deel van het gezondheidsbeleid, jeugdbescherming)

Slide 11 - Tekstslide

Taalstatuut?
België is een federale staat bestaande uit drie gemeenschappen, met name de Vlaamse, de Franse en
de Duitstalige Gemeenschap; uit drie gewesten: het Vlaamse, het Waalse en het Brusselse Gewest,
en uit vier taalgebieden: het Nederlandse en het Franse taalgebied, het tweetalige gebied BrusselHoofdstad, en het Duitse taalgebied. Deze vier taalgebieden zijn opgenomen in artikel 4 van de Grondwet.
Artikel 30 van de Grondwet schrijft het volgende voor: "Het gebruik van de in België gesproken talen
is vrij; het kan niet worden geregeld dan door de wet en alleen voor handelingen van het openbaar
gezag en voor gerechtszaken."
Het gebruik van de talen tussen private personen is volledig vrij. De gecoördineerde wetten van 18
juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken (SWT) leggen enkel aan de openbare machten
taalverplichtingen op.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Communautaire conflicten: 
WOII verhit de gemoederen
- Gedurende de repressie (de bestraffing van de collaboratie) groeide in Flaanderen de indruk dat Vlaamse collaborateurs harder gestraft werden.
- Collaboratie werd afgeschilderd als een Vlaamse kwaal (terwijl verhoudingsgewijs evenveel gecollaboreerd in Vlaanderen als in Wallonië)
- Vlaamse eis naar amnestie voor de collaboratie wekte wrevel op bij de Franstaligen
- 1946: IJzertoren werd opgeblazen - aanslag werd nooit opgehelderd, maar in Vlaamsgezinde kringen vermoedt men dat de Belgische staat medeplichtig was.
IJzertoren
De IJzertoren heeft een bewogen en bekende geschiedenis. Hij wordt opgericht in 1930 als symbool van de IJzerstrijd met het “Nooit Meer Oorlog” als leuze, maar ook AVV-VVK (Alles Voor Vlaanderen – Vlaanderen Voor Kristus). Het wordt een symbool in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Verhalen van tijdens de oorlog waarin officiers voornamelijk Franstalig zouden geweest zijn en Vlamingen die onwetend de loopgraven werden ingestuurd voeden die Vlaamse kwestie. Historici weten vandaag die verhalen te nuanceren.
Op de IJzertoren staan in kruisvorm de letters AVV / VVK, wat staat voor Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen Voor Kristus; weliswaar kwam het IJzertestament van in het begin op voor pluralisme (naast elkaar bestaan van verschillende overtuigingen

Slide 14 - Tekstslide

1945-1970: Welke tegenstellingen in België? 3 breuklijnen/4 conflicten
1. De koningskwestie (1944-1951)
2. De schoolstrijd (1954-1958)
3. De taalstrijd (1945-1960)
4. De staking tegen de eenheidswet (1961)
3 breuklijnen

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit hoe het komt dat België blijft bestaan ondanks de conflicten als gevolg van de 3 breuklijnen

Slide 16 - Open vraag

1. 1950 - de Koningskwestie verdeelt België
Leopold III capituleert op eigen houtje en blijft in België als krijgsgevangene terwijl de Belgische regering naar Londen vluchtte om regering in ballingschap te vormen.
Hij krijgt later het verwijt dat hij opriep om het gewone leven te hervatten en zich dus bij de bezetting neerlegde + onderhoud met Hitler + onpopulair 2e huwelijk


Leopold werd in 1944 door de Duitsers naar Duitsland gebracht en hij bleef tot 1950 in ballingschap. Terugkeer of niet?
Leopoldisten: vooral Vlamingen en katholieken
Anti-Leopoldisten: Walen en liberalen
Volksraadpleging 1950:  Vlaanderen: 72% voor,  Brussel: 48% voor en Wallonië: 42% voor
57% voor terugkeer van koning Leopold III
Gevolg: stakingen, vooral in het zuiden van het land met gewelddadig kenmerk.
Resultaat: Leopold III neemt troonsafstand tvv zijn zoon Boudewijn
Leopold III en Hitler
Leopold III had een onderhout met Hitler in Berchtesgaden. Men vermoedde dat hij koning van België wou blijven, desnoods in verkleinde vorm en onder Duitse heerschappij. Dit zet later veel kwaad bloed.
Leopold III en Lilian Baels
Weduwenaar Leopold trouwde tijdens de oorlog terwijl veel landgenoten leden onder de bezetting. Ook overtrad hij de wet door eerst een kerkelijk huwelijk te voltrekken. Eveneens was zijn bruid onpopulair itt zijn eerste echtgenote, Astrid
2. Tweede schoolstrijd (levensbeschouwelijke breuklijn) zorgt voor communautaire pauze
De tweede schoolstrijd van 1950 tot 1958 verdrong de communautaire problematiek.
De christedendemocratische regering trachtte het vrije (vnl katholieke) onderwijs te bevoordelen waarna de volgende socialistisch-liberale regering dat terugschroefde en rijksscholen liet bouwen.
Schoolpact van 1958 betekende het einde van de schoolstrijd en het oplaaien van de communautaire problematiek
Conflict volgens de 3 breuklijnen
Levensbeschouwelijk: vrijzinnigen (socialisten en liberalen) waren tegen Leopold - de christendemocratische regering is voor de terugkeer
Socio-economisch: vooral in linkse revolutionaire arbeidersmilieus werd er hevig verzet gepleegd met betogingen en zelfs geweld
Communautair: In Wallonië was de meerderheid tegen Leopold, in Vlaanderen was de meerderheid voor Leopold.

Slide 17 - Tekstslide

3. Taalwetten in België
Hoe België taalkundig inrichten?
Optie 1: staatstaaltheorie. De dominante taal wordt aan iedereen opgelegd (bv. Frankrijk) 
Maar: De eerste taalwetten in het laatste kwart van de 19de eeuw
Gevolg: 1898: gelijkheidswet - het Nederlands werd gelijkgesteld aan het Frans (althans op papier)

Optie 2:  Alle officiële diensten tweetaligheid opleggen?
Maw: personaliteitsbeginsel: elk persoon kan zijn eigen taal gebruiken ongeacht het landsdeel waarin je je bevond
- Deze optie werd in 1932 door heel wat Vlamingen verdedigd, maar Franstaligen vreesden dat grote groepen Vlamingen op Waalse bodem zich niet meer zou aanpassen (doembeeld Vlaamse taaleilanden op Waalse bodem)
- Tweetaligheid werd als een gevaar voor Franstaligen beschouwd - vnl Nederlandstaligen waren tweetalig en er werd gevreesd voor een voorrangspositie voor Vlamingen in een volledig tweetalig België

Optie 3: eentaligheid volgens territorialiteitsbeginsel
- bestaan van verschillende taalgebieden met een taalgrens
- grens wettelijk vastleggen? Werd in 1932 verworpen

Slide 18 - Tekstslide

Taalgrens?
- Ter bescherming van de taalminderheden werd de 30% regel ingevoerd.
Hoe beslis je het taalstatuut van de gemeenten langs de taalgrens?
- Tienjaarlijkse telling.
A. Telling van 1947-1948: abnormaal - regering wou cijfers van 44 gemeenten niet publiceren. Toen ze toch gepubliceerd werden in 1954 bleek duidelijke fraude tvv de Franstaligen (verziekte situatie in Brussel en rond taalgrens)
B. Talentelling 1960: Vlamingen protesteren hevig. Een nieuwe manipulatie zou immer resulteren in verdere verfransing van Vlaanderen
Gevolg: 2 Vlaamse marsen op Brussel
Resultaat: talentelling werd afgeschaft + vastleggen van taalgrens in 1962-1963 (chaotisch)
* Komen-Moeskroen werd overgeheveld van Vlaanderen naar Wallonië en Voerstreek van Wallonië naar Vlaanderen
Hiermee werd ééntalige Vlaanderen en Wallonië afgebakend.
Maar wat met tweetalige Brussel? Brussel werd beperkt tot de 19 Brusselse gemeenten van vandaag + 6 Vlaamse gemeenten in de rand rond Brussel kregen een faciliteitenstatuut voor Franstalige inwoners opgedrongen.

30% regel of faciliteitengemeenten
In taalgrensgemeenten met een taalminderheid van 30% of meer moesten alle publieke mededelingen tweetalig zijn en kon de burger er alle officiële documenten in de eigen taal verkrijgen (faciliteiten)
Franstaligen ontevreden
Zij wensten een uitbreiding van Brussel ten koste van Vlaamse randgemeenten en zijn boos omwille van 'keurslijf' dat Brussel werd opgelegd
Vlamingen ontevreden
Zij vreesden dat het faciliteitensysteem de voorbode was de Brusselse olievlek
Brussel-Halle-Vilvoorde
De afbakening van 2 ééntalige gebieden en een tweetalig Brussel:
- aanpassen administratieve grenzen (ontstaan Vlaams-en Waals-Brabant in 1995)
- uitzondering: BHV: strekt zich uit over tweetalige Brussel en ééntalige Halle-Vilvoorde
Vrees van Vlamingen dat dit de deur openzet naar verdere verfransing rond Brussel
verfransing faciliteitengemeenten
Franstaligen vestigen zich in gemeenten rond Brussel en weigeren dikwijls Nederlands te leren en eisen taalrechten.
Dit leidt tot grote verfransing van faciliteitengemeenten.
Gevolg: eis vanuit Franstalige hoek om aan te sluiten bij Brussel

Slide 19 - Tekstslide

Leuven Vlaams
- Tweetalige universiteit Leuven ligt in ééntalige Vlaanderen.
- Franstalige vleugel van de universiteit koesterde uitbreidingsplannen in Brabant (Leuven-Waver-Brussel): doembeeld van volledig verfranst Vlaams-Brabant en uitbreiding van Brussel tot Leuven (communautair)
- De Belgische bisschoppen verwerpen de Vlaamse eis tot afsplitsing van de katholieke universiteit in een Franstalige en Nederlandstalige afdeling (levensbeschouwelijk)
- 1968: Franstaligen willen plannen doorzetten. Gevolg: Studentenprotesten 'Leuven Vlaams'
A. tegen Franstaligen (communautair)
B. tegen Belgische bisschoppen (levensbeschouwelijk) - gekoppeld aan wereldwijde beweging van mei '68

Resultaat: Franstalige vleugel werd overgeheveld naar Louvain-La-Neuve maw een splitsing van de Leuvense universiteit
                       Uiteindelijk splitsing politieke partijen 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

splitsing politieke partijen
1. Traditionele partijen: krijgen af te rekenen met 'middelpuntvliegende' krachten.

2. Groeiend succes van communautaire partijen

Slide 22 - Tekstslide

Verbind de Vlaamse en Waalse tegenhangers

Slide 23 - Sleepvraag

 
4. de eenheidswet (sociaaleconomische breuklijn)
eenheidswet betekende een reeks besparingen
* stakingen beginnen in Vlaanderen
* krijgen in Wallonië al snel gewelddadig karakter
- Waalse Beweging bloeit en eist federalisme
* idee dat beginnende neergang van oude Waalse industrie te wijten was aan Brusselse grootkapitaal dat hen leegzoog. Door economische bevoegdheden aan Wallonië toe te kennen, hoopten ze dit tegen te gaan.
* in Vlaanderen zakt staking wil snel weg: versterkt de vraag naar Waals zelfbestuur


Verschil in eisen?
Vlaanderen wil zelfstandigheid op cultureel vlak (behoud van taal)
Wallonië wil een economisch geïnspireerd federalisme

Slide 24 - Tekstslide

Hoe draagt het verschil in visie tussen Vlaams en Waals federalisme bij tot huidige Belgische federale stelsel?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

6 staatshervormingen: cursus p. 200-201
Gemeenschappen: bevoegdheden
persoonsgebonden aangelegenheden (cultuur, onderwijs, taalbeleid, deel van het gezondheidsbeleid, jeugdbescherming)
Gewesten: bevoegdheden
Grondgebonden aangelegenheden (landbouw, waterbeleid, leefmilieus, ruimtelijke ordening, stedenbouw, energie, openbare werken, vervoer)
Verkiezingen: welke parlementen?
Gewesten en gemeenschappen: parlementen

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Actuele verschillen en uitdagingen
- Economische kloof tussen Vlaanderen en Wallonië ('transfers')

- Politieke kloof wordt groter - ook tussen de politieke families

- Federale staat heeft duurste bevoegdheden, maar moet veel geld afgeven aan deelstaten: houdbaar?

- Moeilijke regeringsvormingen - wereldrecordhouder

- Covid19 legt falen van federaal systeem bloot
Maar wat met de drie grote breuklijnen?
1. sociaal-economische tegenstellingen: voor een groot deel ontmijnd door het Sociaal Pact. Evenwel waren er onlangs stakingen - gesteund door de PS in de regering.

2. Levensbeschouwelijke breuklijn: meer weggewerkt, oa door Schoolpact van 1958 maar ook door ontkerkelijking 

3. Communautaire crisis???

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Hoe zie jij de toekomst van België?

Slide 33 - Open vraag