16de les v3 (20 nov)

Herzlich willkommen
beim deutschunterricht

Waar zit de fout?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen
beim deutschunterricht

Waar zit de fout?

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les
ken je het persoonlijk voornaamwoord en in de 3de en 4de naamval
ken je de voorzetsels die de 3de en 4de naamval bepalen

Slide 2 - Tekstslide

Wie?
die Hausarbeit: Fragen?
Erklären: uitleggen
Aufgaben machen
Lernen

Slide 3 - Tekstslide

Aber zuerst: wiederholen
Ich (had) .........gestern wenig Zeit.
Meine Eltern (hadden) ................... ein Autounfall.
Wie (was) ................ eure Ferien?
Wo (was) ........... du denn gestern?
Ich (zou) .......... gerne Pilot(in) werden.
Er (werd) ................... gestern krank.


Slide 4 - Tekstslide

die Hausarbeit für heute
die Aufgaben E zu Grammatik
Gelernt:
Lernliste D-N: Teil A, C, D und H
Lernliste N-D
Grammatik E Teil A en B
Af zijn: de opdrachten van de delen A, B, D, E en H.

Slide 5 - Tekstslide

Wat ging niet goed?
  • Aufgabe 19, 20, 22, 23, 24, 27, 28
  • Er wordt niets ingevuld
  • Er worden alleen letters ingevuld
  • Er wordt niet serieus gewerkt

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een naamval?

Slide 7 - Tekstslide

Een naamval is een vorm
Ik - mij                           wij - ons
jij - jou                                 jullie - jullie
hij - hem                    zij - hen 
zij - haar
het - hem

Slide 8 - Tekstslide

4 naamvallen in het Duits
1ste = onderwerp
2de = bezit
3de = meewerkend voorwerp
4de = lijdend voorwerp

Slide 9 - Tekstslide

Lijdende vorm (4de nv)pers. vnw
mij - mich       ons - uns
jou - dich        jullie - euch
hem - ihn             hen/u = sie/Sie
haar - sie

Slide 10 - Tekstslide

4de naamval voorzetsels
durch - door
für = voor
ohne - zonder
um - om
gegen = tegen
Na deze voorzetsels komt het persoonlijk vnw altijd in de 4de naamvalsvorm (lijd.vorm)

Slide 11 - Tekstslide

Dus......
Das Geschenk ist für mich
Durch Sie habe ich eine gute Note
Wir spielen heute gegen euch.

Slide 12 - Tekstslide

Meewerkende vorm (3de nv) pers. vnw
mij - mir                            ons - uns
jou - dir                    jullie - euch
hem - ihm              hen/u - ihnen/Ihnen
haar = ihr

Slide 13 - Tekstslide

3de naamval voorzetsels
aus - uit
bei - bij
mit - met
nach - naar,na
von - van
zu - naar (bij personen)

Slide 14 - Tekstslide

Dusss .....
Kommst du zu mir oder ich zu dir?
Mit ihm möchte ich mal Fußball spielen
Von Ihnen habe ich Deutsch gelernt, Frau Kruidhof

Slide 15 - Tekstslide

In een tabel

Slide 16 - Tekstslide

Auftrag
Ga naar link in Its (planner van vandaag)
Maak opdrachten van 13
Bekijk uitlegfilmpjes
Resultaat: Maak opdrachten van E opnieuw (minimaal 80% goed)
Fertig? Lerne Kapitel 1 und 2

Slide 17 - Tekstslide

Was hast du gelernt?

Slide 18 - Tekstslide

die Hausarbeit
Alles von Kapitel 1 und 2 gelernt
t.t. van haben, sein, werden
Af zijn: de opdrachten van de delen A, B, D, E en H.

Slide 19 - Tekstslide

Afspraak maken voor de toets:
Kapitel 1:
Lerliste N-D/D-N
Grammatik: verleden tijd van haben en sein
Kapitel 2:
Lernliste D-N

Slide 20 - Tekstslide