Schizofrenie

Schizofrenie
Verpleegkunde Thuiszorg week 13
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
DoelgroepenMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schizofrenie
Verpleegkunde Thuiszorg week 13

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • De student beschrijft verschillende kenmerken van Schizofrenie 
  •  De student benoemt de mogelijke oorzaken van Schizofrenie
  • De student beschrijft de behandeling bij Schizofrenie 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie over schizofrenie

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Wat is schizofrenie of psychosegevoeligheid?
  • Om te beginnen: niet iedereen die psychotisch is (geweest) heeft schizofrenie. 
  • Pas als een psychose lang duurt of iemand meerdere psychosen heeft doorgemaakt en hij in de tussenliggende tijd niet goed functioneert kan de diagnose schizofrenie gesteld worden.


Slide 5 - Tekstslide

Wat is schizofrenie of psychosegevoeligheid? 
  • Van het woord schizofrenie schrikken veel mensen. 
  • Zij hebben het beeld van een ernstige psychiatrische ziekte die nooit meer overgaat.
  • Tegenwoordig zeggen we liever ‘psychosegevoeligheid’. De diagnose schizofrenie wordt steeds minder gesteld. 
  • De meeste mensen met schizofrenie herstellen voor een groot deel en leren leven met hun gevoeligheid. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Verschillende uitingen van  Schizofrenie
Paranoïde schizofrenieMen heeft vooral last van wanen en hallucinaties. 
  • Paranoïde wanen, kunnen over allerlei dingen gaan. 
  • Bijvoorbeeld dat men achtervolgd wordt, of dat er iets mis is met het lichaam. Men voelt zich bedreigd.

Gedesorganiseerde schizofrenie: men heeft vooral problemen met denken en voelen. Verwardheid
  • Vaak vervlakte emoties 
  • Moeite om gedachten te ordenen. Men praat soms onduidelijk/wartaal, 

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende uitingen van Schizofrenie 
Katatone schizofrenie: je hebt vooral problemen met bewegen. 
  • Onbeweeglijkheid of overbeweegelijkheid
  • Men zit soms urenlang in dezelfde houding of men beweegt juist heel veel, terwijl dat helemaal niet nodig is.  

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Misverstanden over schizofrenie
  • Mensen met schizofrenie hebben niet meerdere persoonlijkheden. Het woord schizofrenie komt uit het Grieks en betekent 'gespleten geest'. Hierdoor verwarren mensen het soms met een dissociatieve stoornis.
  • Ook werd vroeger wel gedacht dat schizofrenie werd veroorzaakt door een verkeerde opvoeding. Inmiddels weten we dat dat niet klopt. 

Slide 14 - Tekstslide

Wie krijgen schizofrenie? 
  • Schizofrenie komt vaker voor dan je denkt. 
  • Ongeveer 1 op de 100 mensen krijgt de aandoening.
  • Schizofrenie komt overal in de wereld voor en in alle lagen van de bevolking. 
  • Mannen krijgen het iets vaker dan vrouwen. 
  • De eerste psychose begint meestal tussen de leeftijd van 16 tot 35 jaar. 

Slide 15 - Tekstslide

Oorzaken van schizofrenie
Er is veel onderzoek gedaan naar schizofrenie en psychose.
  • Waarschijnlijk is de kwetsbaarheid voor schizofrenie al bij de geboorte aanwezig. (Erfelijk)
  • Sommige mensen hebben een grotere kans om schizofrenie te ontwikkelen. 
  • Of iemand met een erfelijke aanleg de ziekte ook echt krijgt, hangt af van factoren in de omgeving zoals stress, drugsgebruik of trauma.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Kenmerken
Somatisch:
Slecht slapen, geen eetlust, desinteresse in seksualiteit en intimiteit, verstoorde waarneming, hallucinaties (het vaakst audiatief)

Slide 19 - Tekstslide

Kenmerken
Gedragssymptomen:
Onsamenhangend praten, maken nieuwe woorden, nemen abstracte begrippen letterlijk, onvoorspelbare agitatie of katanomie, napraten, nadoen, negativisme, apathie en depressieve klachten

Slide 20 - Tekstslide

Kenmerken
Affectieve symptomen:
Somberheid, emotioneel leeg, weinig oogcontact, vervlakking, angst, prikkelbaarheid, emotionele ontreddering

Slide 21 - Tekstslide

Kenmerken
Cognitieve symptomen:
Verwardheid, gedesoriënteerd denken, wanen (vooral achtervolging- en betrekkingswanen, verminderde aandacht, vertraagd denken, aangetast besluitvormingsvermogen en abstract denken

Slide 22 - Tekstslide

Kenmerken van schizofrenie
Bij schizofrenie heb je langer dan 6 maanden last van 2 of meer van de eerder benoemde kenmerken (hieronder korte samenvatting:

  • Degene ziet, hoort, proeft, ruikt of voelt dingen die er niet zijn (hallucinaties)
  • Degene heeft sterke ideeën die niet waar zijn (wanen)
  • Degene kan  moeilijk gedachten en gevoelens op een rij zetten
  • Degene praat onduidelijk of soms helemaal niet
  • Degene zit lang stil in dezelfde houding

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Symptomen van schizofrenie
De persoon kan last hebben van verschijnselen die horen bij een psychose. 
  • Niet iedereen heeft dezelfde symptomen of ervaart dezelfde problemen. 
  • Bij schizofrenie horen positieve en negatieve symptomen

Slide 25 - Tekstslide

Symptomen van schizofrenie 2
Positieve symptomen
Negatieve symptomen
zijn verschijnselen die bij mensen zonder schizofrenie niet voorkomen, zoals hallucinaties (stemmen horen), wanen en verward denken
heten zo, omdat er iets ontbreekt wat er eerst wél was. Hij heeft bijvoorbeeld last van vlakke gevoelens, een gebrek aan energie, hij neemt weinig initiatief, trek zich terug uit sociale contacten en kan zich niet goed concentreren.

Slide 26 - Tekstslide

Symptomen van schizofrenie 3
Terwijl positieve symptomen meestal goed reageren op behandeling, is dat voor negatieve symptomen niet het geval.

Slide 27 - Tekstslide

Belemmering behandeling
Bij het merendeel van de patiënten is sprake van een beperkt beoordelingsvermogen en ziektebesef, zodat zelfs ernstig disfunctioneren niet opvallen. Dit gecombineerd met de vaak aanwezig angst en achterdocht, maakt dat men vaak mee weigert te werken aan behandeling

Slide 28 - Tekstslide

Behandeling 
  • De behandeling van schizofrenie bestaat meestal uit een combinatie van praten (therapie) en pillen (medicijnen).  
  • Er wordt na de diagnose, altijd gewerkt met een behandelplan.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Medicijnen
  • Medicijnen die werken tegen psychoses, antipsychotica
Tijdens een psychose gaan er teveel en verkeerde berichten heen en weer tussen je hersencellen. De medicijnen onderdrukken dit. 
  • Er zijn verschillende soorten antipsychotica, die verschillende bijwerkingen hebben. 
  • Van sommige middelen kun je dik worden, van andere kun je wat houterig gaan bewegen.

Slide 31 - Tekstslide

Wat kun jij doen?
  • De beste zorg bestaat uit samenwerking tussen de patiënt, de hulpverleners en de familie/naasten, de triade

Slide 32 - Tekstslide

Therapie
  • Leren om te gaan met de schizofrenie. 
  • Hoe gedrag  kan aangepast worden om te voorkomen dat er weer een psychose ontstaat. Bijvoorbeeld door situaties te herkennen waarin  eerder een psychose is voorgekomen.
  • Daarnaast is het belangrijk  de draad weer op te pakken
  • Tijdens de behandeling word daarom ook geholpen om weer naar werk, school of studie te gaan.


Slide 33 - Tekstslide

Wat is geen positief kenmerk van schizofrenie
A
Wanen
B
Passiviteit
C
Hallucinaties
D
Verward denken

Slide 34 - Quizvraag

Joep denkt achtervolgd te worden door de CIA. Hij sluit zich op in zijn huis en heeft alle elektrische apparaten het huis uitgedaan omdat de CIA d.m.v. straling ook zijn gedachten kan lezen.
A
Joep heeft last van wanen
B
Joep heeft last van hallucinaties
C
Joep heeft stemmingsstoornissen
D
Joep heeft last van afasie

Slide 35 - Quizvraag

Wat kan een mogelijke oorzaak zijn van een psychose, meerdere antwoorden mogelijk
A
Erfelijkheid
B
Drugsgebruik
C
Pubertijd
D
Bepaalde ziektebeelden

Slide 36 - Quizvraag

Waarom is het moeilijk om schizofrenie te behandelen? Meerdere antwoorden mogelijk
A
Patiënt is angstig
B
Geen besef van ziek zijn
C
Achterdochtigheid van de patiënt
D
De omgeving accepteert de behandeling niet

Slide 37 - Quizvraag

Geef zoveel mogelijk symptomen van Schizofrenie

Slide 38 - Open vraag

Leerdoelen behaald?
  • De student beschrijft verschillende kenmerken van Schizofrenie 
  •  De student benoemt de mogelijke oorzaken van Schizofrenie
  • De student beschrijft de behandeling bij Schizofrenie 

Slide 39 - Tekstslide