TL Ecologie/Duurzaamheid basisstof 5 (Mens en Milieu)

Mens en Milieu
Thema 6 basisstof 5
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mens en Milieu
Thema 6 basisstof 5

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Terugkijken naar vorige les
  2. Leerdoelen vandaag
  3. Uitleg basisstof 5: Mens en milieu
  4. Maken opdrachten
  5. Klassikaal afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Begrippen
  1. manieren waarop de  mens is afhankelijk van het milieu

Slide 3 - Tekstslide

Waarvoor gebruiken
wij onze omgeving ?

Slide 4 - Woordweb

De mens en zijn omgeving
  • Mensen zijn afhankelijk van hun omgeving.
  • Mensen halen voedsel,
    water, zuurstof, grondstoffen en energie uit het milieu, en ze gebruiken de natuur voor recreatie.

Slide 5 - Tekstslide

Vorige les
Begrippen
  1. manieren waarop de  mens is afhankelijk van het milieu
  2. Herintroductie

Slide 6 - Tekstslide

Herintroductie
  • Zo proberen we dier- of plantensoorten terug te brengen in de natuur.
  • Bv. ooievaars, deze zijn nu niet meer bedreigd.
  • Ook Otters, Bevers en wisent en steur zijn terug in Nederland

Slide 7 - Tekstslide

Vorige les
Begrippen
  1. manieren waarop de  mens is afhankelijk van het milieu
  2. Herintroductie
  3. Natuurbeheer

Slide 8 - Tekstslide

Natuurbeheer

Slide 9 - Tekstslide

Natuurbeheer

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten vorige keer 6.4
Opdrachten 1,2, 3 en 6, 7, en 8.

Zijn ze gelukt?! 
vragen?!

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt enkele oorzaken en gevolgen noemen van uitputting en vervuiling.
  2. Je kunt enkele oorzaken en gevolgen noemen van
    klimaatverandering.

Slide 12 - Tekstslide

Zijn we met teveel ?

Slide 13 - Tekstslide

Bevolkingsgroei

Slide 14 - Tekstslide

Bevolkingsgroei is een oorzaak voor het stijgen van het energieverbruik.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Milieuproblemen
  • Door uitputting.
  • Door vervuiling.

Slide 16 - Tekstslide

Ontginnen coltan door kinderen

Slide 17 - Tekstslide

De invloed op de natuur

Slide 18 - Tekstslide

Vervuiling
  • Verbrandingsgassen komen in de lucht = luchtvervuiling.
  • Stoffen komen in de bodem terecht (giffen en chemicaliën) = bodemvervuiling.
  • Soms komen (giftige) stoffen ook terecht in het water = watervervuiling.

Slide 19 - Tekstslide

Watervervuiling

Slide 20 - Tekstslide

Luchtvervuiling

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Vervuiling     Uitputting    Aantasting
Waar hoort elke afbeelding bij?
Sleep de afbeeldingen naar de juiste plek

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Broeikaseffect
  • Door uitstoot van koolstofdioxide en waterdamp ontstaat er een soort 'deken' over de Aarde.
  • De warmte die instraalt kan moeilijker weg.
  • Hierdoor opwarming.
  • Vergelijkbaar met een kas ==> broeikaseffect.

Slide 26 - Tekstslide

broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect

Slide 27 - Tekstslide

Versterkt broeikaseffect

Slide 28 - Tekstslide

Gevolgen
  • Nieuwe plantensoorten komen voor, maar oude verdwijnen.
  • Jaarritme is aan het veranderen.  Bomen krijgen vroeger bladeren waardoor rupsen eerder zijn.  Als de eieren van de koolmees uitkomen, hebben de jongen geen eten omdat de rupsen dan weer weg zijn.

Slide 29 - Tekstslide

Gevolgen broeikaseffect
  • Stijging gemiddelde temperatuur
  • Stijging zeespiegel, door smelten van ijs
  • klimaatverandering, andere/extremere weertypen

Slide 30 - Tekstslide

Welke energiebronnen zijn geen fossiele brandstoffen (raken dus niet op)?
A
Aardgas
B
Aardolie
C
bio-ethanol
D
Steenkool

Slide 31 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Door het versterkt broeikaseffect in NL komt er meer zuurstof in het water.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Door het versterkt broeikaseffect in NL ontstaan er woestijnen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Door het versterkt broeikaseffect in NL hebben we vaker extreem weer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Door het versterkt broeikaseffect in NL komen er andere planten en dieren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Koolstofdioxide is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Lachgas is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Methaan is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Stikstof is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Waterdamp is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Zuurstof is een broeikasgas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quizvraag