Beroepsthema geriatrische zorg

Mobiliteit kan verstoord zijn door:
A
stijfheid
B
pijn, ongemak
C
verminderde spierkracht
D
osteoporose
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mobiliteit kan verstoord zijn door:
A
stijfheid
B
pijn, ongemak
C
verminderde spierkracht
D
osteoporose

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verstoorde stabiliteit wil zeggen dat een zorgvrager zijn evenwicht niet kan bewaren
eens
oneens

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal twee oorzaken van een verstoorde communicatie bij een geriatrische zorgvrager

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve gebreken

vermogen om informatie te verwerken omdat het denken langzamer gaat, achteruitgang geheugen, vermogen tot oplossen van problemen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dementie
depressie
delier

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

welke risicofactoren zijn er om een delier te ontwikkelen bij ouderen?
A
Hoge leeftijd, dementie, eerder doorgemaakt delier
B
Hoge leeftijd, dementie
C
eerder doorgemaakt delier, ernstige (multi)morbiditeit

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep ze bij elkaar!
Hart en bloedvaten
Urinewegstelsel
Luchtwegen
Bewegingsapparaat
Zintuigen
Osteoporose
Retentie
Glaucoom
COPD
Decompensatio Cordis

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Stop 0:40
1. Wat zie je aan mevrouw Geerts?
Oudere dame met snelle ademfrequentie (tachypneu), gebruik van hulpademhalingsspieren, bed beetje omhoog, wat bleek.
2. Welke parameters wil je meten en weten? Wat verwacht je hiervan?
Bloeddruk, zuurstofsaturatie (verlaagd), hartfrequentie (verhoogd), ademfrequentie (verhoogd), temperatuur (normaal).

Stop 1:10
3. Mevrouw Geerts heeft hartfalen zoals in de titel van het filmpje staat. Hoe zou ze hieraan gekomen zijn?
(Hartinfarct, hypertensie, ritmestoornissen, hartspieraandoeningen, hartklepaandoeningen, aangeboren hartafwijking)

Stop 1:45
4. Wat krijgt mevrouw Geerts toegediend? Wat is de werking hiervan?
5. De cardioloog heeft het over ‘vocht achter de longen’, wat is dit en hoe komt mevrouw hieraan?
6. Hoe kom je erachter of iemand ‘vocht achter de longen’ heeft?
Auscultatie van de longen waarbij je pulmonale crepitaties hoort, verlaagde zuurstofsaturatie vaststellen, X-Thorax maken.
7. Wat is de reden dat mevrouw Geerts zo rechtop in bed zit?
Rechtop zitten geeft minder benauwdheidsklachten, want vocht zakt dan naar beneden en maakt dat er meer alveoli beschikbaar zijn voor goede uitwisseling van zuurstof. 
8. De cardioloog zegt dat mevrouw ‘allerlei medicatie moet krijgen om haar situatie te verbeteren’. Welke medicatie zou de cardioloog bedoelen?
Bij systolisch hartfalen starten met een ACE-remmer en bij vochtretentie met een diureticum, daarna, als de patiënt klinisch stabiel is, een selectieve β-blokker toevoegen. Een combinatie van deze middelen verlicht de klachten en kan een vroegtijdige mortaliteit en de kans op ziekenhuisopname voor hartfalen verminderen. De patiënt op de medicatie instellen op basis van een zorgvuldige titratie van de doseringen en regelmatige controle van serumelektrolyten en de nierfunctie. Bron: FK.

Stop 2:53 Verder vanaf 4:33
9. Hoe heet het wat mevrouw Geerts heeft meegemaakt?
Astma cardiale

Stoppen bij 5:30 Verder vanaf 9:09
10.Wie durft uit te leggen wat de hartfalenverpleegkundige aan mevrouw Geerts uit wil gaan leggen?

Stoppen bij 10:33
11.Wat zijn de leefregels die de verpleegkundige aan mevrouw Geerts meegeeft?
Verpleegkundige noemt: 
1) Elke dag wegen  waarom? Toename van vocht goed monitoren  eventueel snel aanpassen van medicatie. 
2) Zoutbeperking; waarom? 
3) Vochtbeperking

Hoe heet het hebben van meerdere aandoeningen tegelijkertijd?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is multi-morbiditeit?
A
Meerdere problemen tegelijk
B
Meerdere ziektes tegelijk
C
Hebben meerdere medicijnen tegelijk

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De term voor hoe vaak een ziekte voor komt is:
A
incidentie
B
multi morbiditeit

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van Multi morbiditeit?
A
autisme met ADHA
B
reuma met ziekte van Chrohn
C
Ziekte van Parkinson met dementie
D
angststoornis met depressie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke groep komt multi morbiditeit het meest voor
A
jonger dan 40 jaar
B
40 jaar- 70 jaar
C
75 plus

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij rouw en verlies bij ouderen?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Rouw en verlies
- Verlies van een dierbare
- Verlies van de gezondheid
- Verpleegkundige rol bij rouwverwerking

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen rouw Kubler - Ross

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld bij van een fase van Kubler-Ross uit de praktijk

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

positieve
gezondheid & zingeving

Slide 22 - Tekstslide

Mensen zijn niet hun aandoening. Toch focussen we daar in de zorg doorgaans wel op. Alle aandacht gaat uit naar hun klachten en gezondheidsproblemen, en hoe we die kunnen oplossen. Positieve Gezondheid kiest een andere invalshoek. Het accent ligt niet op ziekte. Maar op mensen zelf, op hun veerkracht en op wat hun leven betekenisvol maakt.

Positieve Gezondheid is een bredere kijk op gezondheid, uitgewerkt in zes dimensies. Met die bredere benadering draag je bij aan het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan. Én om zo veel mogelijk eigen regie te voeren.

ahv spinnenweb vragen in laten vullen en geeft kijk in iemands leven. 
als zorgvrager bedenken; wat is voor jou waardevol, wat wil je veranderen? 

4 levensdomeinen van Kwaliteit van leven

  • Lichamelijk welbevinden
  • Mentaal welbevinden
  • Woon en leefomstandigheden
  • Participatie 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht n.a.v filmpjes
Bekijk met je groepje de filmpjes en ga dan de vier domeinen langs om te kijken waar er ondersteuning nodig is en welke interventies jullie dan zou gaan uitzetten en hoe jullie dit zouden opnemen in je zorgdossier.

Jullie doen dit met groepjes van 3 en een groepje van 4 studenten. 

Jullie krijgen hiervoor een kwartier de tijd. Na het kwartier gaan we hier met elkaar over in gesprek.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies