Bijeenkomst 2

Bijeenkomst 2
Bewegingsonderwijs
Omgaan met verschillen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BewegingsonderwijsHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 2 min

Onderdelen in deze les

Bijeenkomst 2
Bewegingsonderwijs
Omgaan met verschillen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
8.30 - 9.05 Omgaan met verschillen: Voetvolley
9.05 - 9.15 Observatieopdracht gymzaal bespreken
9.15 - 9.40 OMV doseren
9.40 - 09.55 Beoordelen
09.55 - 10.10 Klaarzetten en bespreken
10.10 - 10.20 Pauze
10.20 - 10.30 Bespreken observatieopdracht buitenspelen en verschillende pleinen
10.30 - 11.05 Spelen en bespreken borden 
11.05 - 11.10 OMV angsten
11.10 - 11.15 filmpje minor bewegingsonderwijs
11.15 - 11.25 Opruimen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Starten met bewegen 

Slide 3 - Tekstslide

Voetvolley:
Doel: we gaan om met verschillen en die herkennen.

Starten met niveau A, met handen. Samen spelen zoveel mogelijk halen. Mag op de grond meerdere keren stuiten. Gelijk beginnen met grote ballen. Daarna uitbreiden naar tegen elkaar.
  
4 veldjes, 2 – 2, voetbal voetvolley spelen.
--> we herkennen verschillen, dus degene die zich competent voelen gaan rechts staan, andere links.
Weer spelen
--> werkt nog steeds niet: aanpassen materiaal (verschillende ballen: voetbal, grote gele volleybal, omnikin voetbal)
Weer spelen
--> extra aanpassing, na 5 punten, wisselen van team, binnen eigen vakje.
Koppelen aan basis behoeften, competent voelen, succes beleving etc. 
Starten met bewegen 
Voetvolley
Afbeeldingen gegeneerd door Adobe firefly

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfdeterminatietheorie  
Relatie
Competentie
Autonomie

Slide 5 - Tekstslide

Competentie weer even koppelen aan de basisbehoeftes
Modaliteiten (JK)
Modaliteiten: redenen van de beweger om te bewegen: beleving

Vier modaliteiten (Van 't Hooft & Fellinger, 2013):
  • sparren: ‘het leren kennen van je kunnen’.
  • leren: ‘het leren kunnen’
  • ontmoeten: ‘het leren kennen’
  • vieren: ‘het kunnen’

Slide 6 - Tekstslide

Modaliteiten: redenen van de beweger om te bewegen bijv. waarom gooit een kind steeds een bal hard tegen de muur en probeert hij hem te vangen, waarom glijdt hij continu van de glijbaan of fietst hij rondjes om het veld, waarom blijft ze de koprol proberen op bed

sparren: 'Bij het sparren gaat het voornamelijk om het leveren van een inspanning om een (zelf) gestelde uitdaging aan te gaan.'

Leren: 'Het verwerven van bewegingsvaardigheden, opdoen van
motorische skills.’ 
VOORBEELD - IK WIL WETEN HOE HET BETER GAAT LUKKEN
Micha (groep 1), een van de kinderen die sinds enkele weken op school zit, probeert met een bezweet en serieus gezicht de bal over de bank in de mand te rollen. Steeds maar weer en steeds ernaast. De juf ziet wat er gebeurt en loopt naar hem toe. Micha stopt met rollen en kijkt verwachtingsvol naar de juf. Ze gaat hem vertellen hoe het moet, hoe het nog beter gaat lukken. Micha glundert.

ontmoeten ‘Het tegenkomen of ontmoeten van de ander, het andere en/of jezelf.’ 
Bij het ontmoeten gaat het om het tegenkomen van de ander, het andere (het materiaal) of jezelf. Kenmerkend is het zoeken naar en bewegen op de grens van het vermogen van de deelnemer en het materiaal. Een kind dat het bewegen ontmoetend beleeft en ervaart, heeft behoefte aan een uitnodigende, vragende en uitlokkende leerkracht. Gedifferentieerde verkenningsmogelijkheden
binnen ontworpen en aangeboden bewegingssituaties zijn een kenmerk voor jonge kinderen die ontmoetend de wereld beter leren kennen.

vieren: ‘Het moeiteloos en ontspannen bewegen.’ 

Bij het vieren gaat het voornamelijk om ontspannen en moeiteloos bewegen. ‘Speelsheid’, ‘herhaling’ en ‘gemak’ zijn de kernwoorden. Een kind dat het bewegen vierend beleeft en ervaart, vraagt om een rustgevende, uitnodigende en volgende leerkracht. Het gaat om het in vrijheid bewegen binnen ontworpen en gearrangeerde bewegingssituaties.
Game-elementen (OK)
Onderwijs in beweging (2020)

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kan je toegemoet komen en spelbeleving, met wat wij net gedaan hebben.
Observatieopdracht gymzaal
Loop rond in de zaal en bespreek met iemand die je tegenkomt het volgende:
  • Welk spel uit de gymles wil je delen?
  • Welke gedrag maakte dat spel zo interessant om te delen

- Na 2 min. wisselen
- Een aantal studenten delen klassikaal de mooiste voorbeelden die ze hebben gehoord.


timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

0-5 min.
HEV, herkennen van verschillen.

Werkvorm: bespreek met iemand naast jou de volgende vragen. 
Klassikaal terugkoppelen

heel kort houden, is opening, straks zelf inhoud geven.


Ridderen/ doseren OMV
Ga staan op schoenmaat --> 3 - tal maken 
Ridderen met zwemnoedel 


1.  Sla 3x zo hard mogelijk op de grond (kracht 10, 5 en 0)
2. Testen verschillende krachten op je eigen arm en hoofd
Welk niveau bevalt jou
3. 1 vs 1, maak afspraken met welke kracht je speelt. Sla elkaar
met die kracht op de arm. Is dit wat er werd bedoelt?
4. Afspraak, welke lichaamsdelen doen mee aan het duel?
5. Duel, hand zonder noedel is een schild, de scheidsrechter 
telt hoeveel punten ieder haalt. Blijf elkaar raken met de afgesproken snelheid

Slide 9 - Tekstslide

afspreken, hoe lang het duurt

Sla met de kracht op de arm en hoofd en geef aan welke kracht je fijn vindt.
Iedereen een noodel. Sla zo hard als je kan op de grond, dit 3 keer. Dit is vanaf nu kracht 10. Sla nu een keer met kracht 5, kracht 3, kracht 1
Speel hier een beetje mee, zodat voor jou duidelijk wordt hoe hard wat ongeveer is
Daarna sla je op je eigen linker onderarm met een kracht die jij prima vindt, ga kijken naar tot welke kracht je oke vindt om mee geraakt te worden
Daarna kris kras door de zaal lopen. Als ik het roep dan 3 tal maken. Voorbeeld geven via PAD. We gaan het spel ridderen spelen:
Ridderen, elkaar raken op een kracht waarbij de ridders van tevoren afspreken met welk kracht cijfer er gespeeld wordt. Dit doe je door eerst een voorstel te doen en dit op je eigen arm te laten zien. Dan kan de ander aangeven of die denkt dat dit goed is, of toch iets minder/harder. Daarna elkaar raken op de afgesproken kracht. Akkoord dan spelen. 3e persoon is scheidsrechter.
ronde 1 Raken mag alleen op de rechter arm na 4 keer wisselen van tegenstander
Na ronde 1 door de klas heen rennen. Nieuw 3 tal, nu ook waar je elkaar mag raken bespreken.
Ronde 3, je mag nu zelf 3 tal zoeken. Pedagogisch bespreken, wanneer laat je zelf groepjes maken en wanneer niet?
Introduceren groene stip, blauwe stip en rode stip. Groene stip, ik heb even pijn/ben geschrokken, ga op de groene stip staan, even bijkomen, als je weer kunt lachen, weer meedoen. Rode stip, ik ben boos, het er niet mee eens, stap uit de situatie, ga op de rode stip staan, als het zonnetje weer in je hoofd zit, doe je weer mee. Dit gaat over doorzetten, doorzetten is niet over je eigen grenzen heen gaan, maar is ook er uit kunnen stappen, nadenken en daarna weer, als het gaat meedoen.
Student vraagt, wat is de rode stip, rode stip hebben we niet nodig, die is als ik iemand over de grens heen zien gaan, maar ik verwacht die bij deze top groep niet nodig te hebben. 
Te paard
Zwaard in de schede doen 
Hobbelen door de zaal en een nieuw drietal maken 
Na twee ronde toevoegen ruimte om emotie te uiten.

Ruimte om emotie te uiten

Slide 10 - Tekstslide

wat is doorzetten, over je grens heen gaan, of als je boos bent even rust pakken, totdat je weer verder kan, tranen mag, boos zijn mag, gaat erom of je het een plek kan geven en daarna weer positief mee kunt doen. 3e stip zeggen we niks over, die is niet nodig, die is voor ons als docent, mocht het niet goed gaan, of over grenzen heen gegaan worden, dan sturen we je naar de 3e stip toe. Daar mag je pas af als wij het zeggen. 
Bewegen beoordelen
Vraag vooraf:

Zou bewegingsonderwijs beoordeelt moeten worden op basis van motorische vaardigheden. 

Beargumenteer je mening

Slide 11 - Tekstslide

Wandel en bespreek dit met elkaar
Omgaan met verschillen
Vragen aan de groep na het doseren:


  • Hoe kunnen we elkaars grenzen leren kennen zonder er overheen te gaan.
  • Hoe kunnen we rekening houden met elkaar, hiervoor is eerst ontmoeting nodig.
  • Hoe is er aan het pedagogische klimaat gewerkt? Is dit op individueel niveau of groepsniveau?
  • Hoe hebben jullie voetvolley ervaren? Hoe zou deze oefening kunnen bijdragen aan een sociaal beter speel klimaat tijdens het buitenspelen?  



Slide 12 - Tekstslide

wat is doorzetten, over je grens heen gaan, of als je boos bent even rust pakken, totdat je weer verder kan, tranen mag, boos zijn mag, gaat erom of je het een plek kan geven en daarna weer positief mee kunt doen. 3e stip zeggen we niks over, die is niet nodig, die is voor ons als docent, mocht het niet goed gaan, of over grenzen heen gegaan worden, dan sturen we je naar de 3e stip toe. Daar mag je pas af als wij het zeggen. 

Slide 13 - Video

0 -00.32
Bewegen beoordelen
Groepjes van 4-6 studenten.
Bespreek in het groepje jouw argumenten van visie op beoordelen. Groepen krijgen een standpunt mee. Zorg ervoor dat je een pitch kunt geven van max. 2 minuten waarom dit de 'juiste' visie is. 

2 groepjes worden gekozen en pitchen hun mening met argumenten.

Na de pitch mogen studenten nog wisselen van plek als mening (visie) is veranderd.

Slide 14 - Tekstslide

6 groepen maken en verdelen in voor, tegen. Pitchen tegenover elkaar
Bewegen beoordelen
Zou bewegingsonderwijs beoordeelt moeten worden op basis van motorische vaardigheden. 

  • Eens? Ga bij kleedkamerdeur staan
  • Oneens? Ga aan de andere kant van de zaal staan
  • Tussenin? Ga in het midden staan

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen bewegen regelen 

Vak 1: Chaosdoelenspel
Vak 2: Acrobatiek
Vak 3: Touwvolgen in het wandrek,
touwladder en touwklimmen
Vak 4: Bobbelbaan, duikelen,
schuin vlak en balanceren 

timer
45:00

Slide 16 - Tekstslide

https://www.kennisbanksportenbewegen.nl/?file=11664&m=1710514601&action=file.download

 Spelen, na 1 ronde stoppen, voor je eigen vak opschrijven op het eigen bord welke reguleringsdoelen gekoppeld aan burgerschap
Doordraaien en na elke ronde hetzelfde doen
nabespreken .

4 groepen maken:
Klimmen touwvolgen gaat het touw door het wandrek ga jij ook door het wanderek heen. En touwen, je kan touw klimmen, bedenk je moet ook nog terug. Mag ook acrogym stapelen of een koprol maken in de touwen.

OVer de kop gaan, parcours volgen e op de terug weg duikelen.

Chaosdoelen spel: 3 van de 5 pionnen om is gewonnen.

Acrogym, schoenen uit.

Na 5 minuten, reguleringsdoelen opschrijven ( alle drie) op het bord en doordraaien
Pauze 
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

1. Angst voor de bal
2. Angst hoogte  
3. Angst voor over de kop gaan 
4. Angst voor andere kinderen 


Observatieopdracht buitenspelen
Groepen van 4 creëren: Ga staan op alfabet van het woord dat samenvat wat het leukste is wat je gaat doen in de kerstvakantie.

Bespreekvragen:
  • Welke behoeftes zag je daar? 
  • Hoe zag je dit? 
  • Hoe werd eraan voldaan (of juist niet)
  • Welke gedrag maakte dat spel zo interessant om te delen?
  • Herken je het pedagogisch klimaat uit de klas op het plein? 
Elk groepje deelt 1 of 2 voorbeelden klassikaal.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen bewegen regelen 

Vak 1: Chaosdoelenspel
Vak 2: Acrobatiek
Vak 3: Touwvolgen in het wandrek,
touwladder en touwklimmen
Vak 4: Bobbelbaan, duikelen,
schuin vlak en balanceren 

timer
45:00

Slide 19 - Tekstslide

https://www.kennisbanksportenbewegen.nl/?file=11664&m=1710514601&action=file.download

 Spelen, na 1 ronde stoppen, voor je eigen vak opschrijven op het eigen bord welke reguleringsdoelen gekoppeld aan burgerschap
Doordraaien en na elke ronde hetzelfde doen
nabespreken .

4 groepen maken:
Klimmen touwvolgen gaat het touw door het wandrek ga jij ook door het wanderek heen. En touwen, je kan touw klimmen, bedenk je moet ook nog terug. Mag ook acrogym stapelen of een koprol maken in de touwen.

OVer de kop gaan, parcours volgen e op de terug weg duikelen.

Chaosdoelen spel: 3 van de 5 pionnen om is gewonnen.

Acrogym, schoenen uit.

Na 5 minuten, reguleringsdoelen opschrijven ( alle drie) op het bord en doordraaien
Omgaan met angsten 
Lopende werkvorm --> Loop met een 3-tal rustig rond in de zaal en bespreek de volgende bespreekvragen a.d.v. de vorige activiteiten (groepjesles).

1. Welke angsten kennen jullie 
2. Wat zouden die oorzaken van angsten kunnen zijn 
3. Hoe kan je deze signaleren 
4. Hoe kunnen we hier mee omgaan
5. Heb je tijdens je observatie kinderen gezien met angsten, welke situatie en op welke manier zou je hiermee om zou gaan 

Slide 20 - Tekstslide

1. Angst voor de bal
2. Angst hoogte  
3. Angst voor over de kop gaan 
4. Angst voor andere kinderen 


Angsten
1. Angst voor de bal

2. Angst voor hoogte

3. Angst voor over de kop gaan

4. Angst voor andere kinderen

Slide 21 - Tekstslide

1. Angst voor de bal
2. Angst hoogte  
3. Angst voor over de kop gaan 
4. Angst voor andere kinderen 


OMV op het plein
Kleurenplein 



Figuur van beweegwijs.nl
Figuur van boerplay.nl
Figuur van www.sportiefspeelplein.nl/zoneparc-by-nike/
Vakdidactische kijkwijzer, 2023
Figuur van https://www.zportivo.nl/expo/

Slide 22 - Tekstslide

https://www.sportiefspeelplein.nl/zoneparc-by-nike/

https://www.boerplay.com/rauwers-douwers-bouwers-en-schouwers/

beweegwijs.nl


Afronding
Keuze minor:
Filmpje minor bewegingsonderwijs

Meer info? Vraag het aan Paul van Ark of Monique van Ark

Voorbereiding voor college periode 3 komt op gradework te staan.







Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies