Operetta Land - De Nationale Opera




Operetta Land
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les




Operetta Land

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naar het theater!
Binnenkort ga je met je klas naar Operetta Land van Nationale Opera & Ballet. Een vrolijke voorstelling vol muziek, zang en een hoop fantasie.

In deze voorbereiding kom je alvast wat te weten over de voorstelling. We kijken uit naar jullie komst en hopen dat jullie het theater net zo'n fijne plek vinden als wij!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij het woord opera?

Slide 3 - Woordweb

Het woordweb
De leerlingen kunnen zoveel antwoorden geven als ze willen. 

TIPS
  • Als je een antwoord hebt geopend en je klikt er nogmaals op, zie je wie dit antwoord heeft gegeven
  • Je kunt antwoorden verslepen (en categoriseren)
  • Je kunt vervelende antwoorden verwijderen door deze naar het prullenbakje te slepen


Opera?
Bij het woord opera denk je misschien aan mensen die heel hard en heel hoog zingen.

Kijk samen deze video en ontdek wat opera allemaal nog meer is!





Slide 4 - Tekstslide

Reguliere manier van filmpje tonen.


Wat zag of hoorde je in het filmpje dat je nog niet wist?

Slide 5 - Open vraag

U kunt leerlingen op hun eigen device (laptop, telefoon, tablet) antwoord laten geven op de vraag. Als u geen devices in de klas gebruikt kunt u ook zelf op het digibord opschrijven wat de leerlingen zeggen.

Mogelijke antwoorden
  • Zangers gebruiken geen microfoon maar kunnen toch heel hard zingen.
  • Er werken heel veel mensen achter de schermen (decorbouwers, kostuummakers, orkest, technici).
  • Opera is een combinatie van muziek, zang, toneel en decor.
  • De muziek en het verhaal zijn vaak groots en dramatisch.
  • Het kost veel tijd en voorbereiding om een opera te maken.
  • Soms zie je ook dans, enorme decors en bijzondere kostuums erbij.

Van opera naar operette
Nu je een beetje weet wat opera is... 
komt het leukste deel: jullie gaan niet naar een opera maar naar een operette!

Een operette lijkt op opera. Maar is lichter, vrolijker en vaak lekker grappig. En meestal: eind goed al goed - net als in de voorstelling die jullie gaan zien.

Van opera naar operette
Nu je een beetje weet wat opera is, is het tijd om het ergens anders over te hebben. Jullie gaan namelijk niet naar een opera, maar naar een operette!

Operette lijkt op opera, maar is vrolijker en vaak lekker grappig. En meestal loopt het goed af: eind goed, al goed. Of alles in deze voorstelling ook goed komt? Dat moeten we nog maar zien...

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



In opera wordt het verhaal  bijna helemaal gezongen
De verhalen zijn vaak groots en vol emoties
Zangers gebruiken hun stem zó krachtig dat je ze zonder microfoon achter in de zaal hoort.


Opera of operette: hoor jij het verschil?

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen van beide fragmenten minstens een minuut bekijken en luisteren. 

Vraag hen: welk fragment hoort denk je bij een opera en welke bij een operette? Bespreek daarna samen de verschillen die ze horen of zien. 

NB. Linker filmpje is opera, rechter filmpje is operette.
Sleepvraag: wat hoort waarbij?
Operette
Opera
De verhalen zijn vaak luchtig en grappig.

Het kan zwaar of serieus aanvoelen.
De muziek is meestal klassiek en soms wel heel indrukwekkend.
Je hoort vrolijke, dansbare muziek zoals de wals.
Het loopt meestal goed af (eind goed al goed).
De verhalen zijn vaak groots en vol emotie.
Hieruit is het genre musical ontstaan.
Sommige voorstellingen duren wel 5 uur of langer!
Er komen verkleedpartijen en leuke misverstanden in voor.
Soms praten de personages tussendoor, ze zingen niet alleen maar.
Alles wordt gezongen, van begin tot eind.

Slide 8 - Sleepvraag

Instructie voor de docent
Laat de leerlingen de 12 uitspraken slepen naar opera of operette. U kunt dit ook klassikaal doen, als u de leerlingen zelf geen device (tablet, telefoon, laptop) laat gebruiken.

Klik op de oogjes om de uitspraken te zien.

Bespreek daarna klassikaal:
  • Welke dingen kwamen bij beide voor?
  • Waar zit precies het verschil?
Vraag tenslotte: Wat zou jij leuker vinden om te zien: een opera of een operette?`


In opera wordt het verhaal  bijna helemaal gezongen
De verhalen zijn vaak groots en vol emoties
Zangers gebruiken hun stem zó krachtig dat je ze zonder microfoon achter in de zaal hoort.


Een belangrijk onderdeel van operette is de wals. Dat is vrolijke, speelse muziek waarop je heel goed kunt dansen.

Het telt in groepjes van drie tellen: één-twee-drie, één-twee-drie, één-twee-drie. Dat heet een driekwartsmaat. Veel muziek is juist geschreven in een vierkwartsmaat: één-twee-drie-vier, één-twee-drie-vier. Door de groepjes van drie tellen klinkt de muziek wiegend en nodigt het uit om te draaien en te zweven over de dansvloer. 
                                                   Klap maar eens mee met het ritme: 




 In de maat van de wals!
Het lijkt misschien juist makkelijk, maar voor muzikanten is het best lastig om zo vrolijk, licht en soepel te spelen! 

Slide 9 - Tekstslide

Vertel de leerlingen dat een wals altijd in groepjes van drie tellen gaat: één-twee-drie, één-twee-drie.

Luister het fragment zonder meeklappen. Kunnen ze misschien al een beetje meewiegen?

Oefen daarna eerst het meeklappen zonder muziekfragment, bijvoorbeeld:

Voorbeeldritme wals (3 tellen)
Klap – tik – tik | Klap – tik – tik (= handen klappen op de eerste tel, zachtjes op tafel tikken of vingers knippen op 2 en 3)

👉 Herhaal dit een paar keer zodat het gaat wiegen als een wals. Probeer ook wat sneller tempo.

Vergelijking met 4 tellen ('gewone' maatsoort)
Klap – tik – tik – tik | Klap – tik – tik – tik

Vraag: Horen jullie het verschil?
De wals (3) klinkt wiegend en rond, de vierkwartsmaat (4) strakker en steviger.

Nu nogmaals klap-tik-tik met het muziekfragment erbij. 
Veel plezier!



Het verhaal
In de voorstelling word je meegenomen in een verhaal dat zich afspeelt in het mysterieuze Operetta Land. Dat land bestaat niet echt: het is een verzinsel. Maar dan wel een heerlijk verzinsel, waar je misschien niet meer weg wil.

Als eerste maak je kennis met 
de Verzinner, die op een wel heel bijzondere manier aankomt op het toneel dat aan het begin nog helemaal leeg is...

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



In opera wordt het verhaal  bijna helemaal gezongen
De verhalen zijn vaak groots en vol emoties
Zangers gebruiken hun stem zó krachtig dat je ze zonder microfoon achter in de zaal hoort.


De Verzinner bouwt een kleurrijke wereld op vol karton en onverwachte avonturen. 

Je ontmoet een feestende Koningin, een bezorgde Minister van Financiën, en prinses Galathea, die niet gelukkig is. Graaf Lothar is stiekem verliefd, de vreemde koning Pygmalion wil de prinses terugwinnen en er duikt zelfs 
een geheimzinnige Prins op. 

Met allerlei misverstanden, vermommingen en geheimen loopt het uit op een typisch chaotisch operette-avontuur! 
En dan.. barst het verhaal pas echt los!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn de belangrijkste personages?
De Verzinner
Prinses Galathea
De Koningin
Graaf Lothar
Koning Pymalion
De Minister

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De makers
Steef de Jong
Karton-kunstenaar
Paulien Cornelisse
Taal vol grapjes
Ontdek wie de voorstelling bedacht hebben

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



In opera wordt het verhaal  bijna helemaal gezongen
De verhalen zijn vaak groots en vol emoties
Zangers gebruiken hun stem zó krachtig dat je ze zonder microfoon achter in de zaal hoort.


Steef de Jong is theatermaker, zanger én ontwerper.
Hij bouwt zijn decors niet van hout of staal, maar van… karton! Steef tovert van alles vanuit het niets tevoorschijn. Het toneel lijkt soms wel een enorm pop-upboek: met één beweging klapt er een hele wereld open.

Hij houdt enorm van operette. In deze voorstelling gebruikt Steef allemaal bestaande operettemuziek. Knipt en plakt melodieën uit operettes en zet er samen met Paulien Cornelisse nieuwe Nederlandse teksten op. Zo klinkt muziek van vroeger ineens weer heel fris.

Steef wil laten zien dat je alles dat je kunt verzinnen ook echt kunt maken!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



In opera wordt het verhaal  bijna helemaal gezongen
De verhalen zijn vaak groots en vol emoties
Zangers gebruiken hun stem zó krachtig dat je ze zonder microfoon achter in de zaal hoort.


Paulien Cornelisse is schrijfster en cabaretier. 
Ze staat erom bekend dat ze met humor naar taal en het dagelijks leven kijkt. Ze schrijft boeken en geeft optredens in het theater.

Voor Operetta Land schreef Paulien de Nederlandse teksten. 
Ze gebruikt gewone dagelijkse woorden en uitdrukkingen, wat soms best grappig is op klassieke muziek.

Met haar taalgrapjes zorgt Paulien ervoor dat de voorstelling niet alleen mooi klinkt, maar je ook laat glimlachen en nadenken.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet dat eruit?
Steef en Paulien gebruiken karton, een lekker ingewikkelde verhaallijn en een heleboel humor om je kennis te laten maken met operette.

In deze video krijg je een kijkje achter de schermen.







Slide 16 - Tekstslide

Reguliere manier van filmpje tonen.


In Operetta Land wordt van iets 'gewoons' als karton iets bijzonders gemaakt. Wat zou jij op het toneel bijzonder maken?

Slide 17 - Open vraag

Vraag de leerlingen: wat lijkt in het dagelijks leven heel gewoon, maar zou op toneel bijzonder of grappig kunnen worden? 
Laat ze vrij roepen en schrijf hun ideeën op het bord als een gezamenlijke brainstorm.

Mogelijk antwoorden om ze op weg te helpen:
  • Lepel → een zwaard voor een ridder. 
  • Een plastic zak → een jurk voor een koningin.
  • “Help!” steeds herhaald en gezongen als een spannend koor.
  • “Ik heb honger” gezongen met volle overgave alsof het een groot verdriet is.
0

Slide 18 - Video

Bekijk samen de trailer van de voorstelling.

Hoeveel zin heb je nu om naar de voorstelling te gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

De poll (schaal)
Door middel van de schaal kun je leerlingen vragen een getal in te voeren. Geef zelf de minimum- en maximumgetallen in en laat de leerlingen de rest doen. Leerlingen beantwoorden deze vraag middels een zogenaamde slider, die ze zelf kunnen verplaatsen. 

Met de poll kun je leerlingen bevragen met stellingen tijdens de (klassikale of gedeelde) les. Deze stellingen hebben geen goede of foute antwoorden, maar kunnen juist gebruikt worden om discussies te starten en meningen uit te vragen.
Veel plezier bij de voorstelling Operetta Land!
Einde

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies