oefentoetsje paragraaf 6.1

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

herhaling paragraaf 6.1

Gelijkzijdige driehoek

Gelijkbenige driehoek

Rechthoekige driehoek

Welke driehoek gebruiken wij voor de stelling van Pythagoras

1. Gelijkbenige driehoek
2. Gelijkzijdige driehoek
3. Rechthoekige driehoek

Schuine zijde

Rechthoekzijde

rechthoekzijde

Wat is de schuine zijde ?

1. AB
2. BC
3. AC
4. Er is geen schuine zijde

Wat is de schuine zijde ?

1. GI
2. IH
3. HG
4. Er is geen schuine zijde

Wat is de schuine zijde

1. AB
2. AC
3. BC
4. Er is geen schuine zijde

Maak de stelling van Pythagoras met de juiste letters van rechthoekige driehoek DEF.

....   +  ....    =  .....

DE²

EF²

DF²

rhz 2 =
rhz 2 =
sz 2 =

Vul het werkschema voor de stelling van Pythagoras in

9

16

25

Wat moet ik nu doen om de lengte van schuine zijde AB te berekenen ?

Bereken de hoogte van driehoek ABE

Bereken de schuine zijde van driehoek ABC

Ik kan rekenen met de stelling van Pythagoras.

😒🙁😐🙂😃

Zelf werken aan opdrachten

Maak opdracht 15 en 16 van hoofdstuk 6.1. Deze vind je op bladzijde 79 van je boek. Als je klaar bent mag je vast de theorie van paragraaf 6.2 lezen.