Grammar 7 both/every/all/each/none

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Both
Each
Zelfstandig naamwoord in het meervoud
Zelfstandig naamwoord in het enkelvoud
beide of allebei
Elke

Slide 7 - Sleepvraag

Both
Each
All, every, none
3 of meer personen, dieren of dingen
Bij 2 of meer personen, dieren of dingen
Bij 2 personen, dieren of dingen
beide,
allebei
elke
alle/allemaal, iedere, geen/geen één

Slide 8 - Sleepvraag

It's delicious, but I can't possibly
eat ___ of it
A
all
B
both
C
none
D
every

Slide 9 - Quizvraag

I burnt ____ my hands when I took the roast out of the oven
A
all
B
none
C
each
D
both

Slide 10 - Quizvraag

...... person will get a flower from me.
A
every
B
each
C
both
D
all

Slide 11 - Quizvraag

Did they eat ____ of the cakes?
A
none
B
both
C
all
D
each

Slide 12 - Quizvraag

........student in this class will get a present at the end of the term.
A
each
B
every
C
all
D
non

Slide 13 - Quizvraag

He wrote five books but ____ of them were very good
A
every
B
each
C
none
D
both

Slide 14 - Quizvraag