Economie rekenboek les 3 - consumentenprijs

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je laptop (chromebook) eruit (niet opstarten)
3. Pak je Schrift, rekenmachine en pen.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je laptop (chromebook) eruit (niet opstarten)
3. Pak je Schrift, rekenmachine en pen.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Tekstslide

Economie 
Economie 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Welkomwoordje 
2. Inloggen lessonup
3. Herhaling 3.2
3. Nakijken 3.2 (komt ook in google classroom)
4. Uitleg paragraaf 3.3  en aan de slag met de opdrachten
5. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik weet wat een consumentenprijs is en hoe dit te berekenen.
2. Ik kan uitleggen hoe we het rekenboek gebruiken.
3. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.

Slide 4 - Tekstslide

De online omgeving
        Lesson up                                                 Google Classroom

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling

Slide 6 - Tekstslide

Paragraaf 3.1 Verkoopprijs

inkoopprijs                                            € .........
Brutowinstopslag                              € .............        +
Verkoopprijs excl btw                      €................

Slide 7 - Tekstslide

Paragraaf 3.2 Kostprijs
Produceren = maken van producten en/of
                               verzorgen van diensten.

Totale productiekosten :      =   Kostprijs per stuk.
Aantal producten 

Kostprijs per stuk = Hoeveel kost het op 1 product te maken.

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken

Slide 9 - Tekstslide

Nakijkwerk
timer
5:00
Wat ga je doen
Opdrachten rekenboek par. 3.2
1 t/m 10
Hoe ga je dit maken?
Alleen
Vragen?
Steek je vinger op
Ben je klaar? 
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP! 
Het stoplicht.
Lukt brutowinstmarge berekenen niet?

Kijk in google classroom -> periode 1 -> verhoudingstabel stappenplan

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de betekenis van BTW?
+
Welke soorten BTW heb je?

Slide 12 - Woordweb

Consumentenprijs
De consumentenprijs is de prijs die jij betaalt voor een product in de winkel.


Slide 13 - Tekstslide

formule consumentenprijs
verkoopprijs + btw = consumentenprijs

Slide 14 - Tekstslide

Consumentenprijs
Van Inkoopprjis naar consumentenprijs

inkoopprijs                                            € .........
Brutowinstopslag                              € .............        +
Verkoopprijs excl btw                      €................
BTW                                                          €...............        +
Consumentenprijs                             €................

Slide 15 - Tekstslide

Consumentenprijs =
A
inkoopprijs + btw
B
verkoopprijs + btw
C
omzet + btw
D
brutowinstopslag + inkoopprijs

Slide 16 - Quizvraag

Prijs exclusief btw         (is altijd 100%)
Bij 21% btw => is de verkoopprijs 100%
                               de consumentenprijs (prijs inclusief btw ) = 121%

Bij 9% btw => is de verkoopprijs 100%
                             de consumentenprijs (prijs inclusief btw ) = 109%
Verkoopprijs

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld BTW en Consumentenprijs 
De verkoopprijs van een Samsung TV is € 1.228,93
Hoeveel procent is de BTW ?
Hoe hoog is de BTW ?
Wat is de Consumentenprijs ?

Verkoopprijs excl btw €................
BTW                                     €............... +
Consumentenprijs       €................
LET OP!! Verhoudingstabel

Slide 18 - Tekstslide

Probeer een som zelf
De Verkoopprijs, zonder 21% btw  is € 700                                           
                                        
Hoeveel  is de consumentenprijs?         



LET OP!!
Verhoudingstabel  & de geleerde stappen uitschrijven

Slide 19 - Tekstslide

Consumentenprijs
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag.
  • Dit is het bedrag dat ik als bedrijf ontvang ZONDER btw.
  • Consumentenprijs = verkoopprijs + btw.
  • Dit is het bedrag wat ik als bedrijf ontvang MET btw.
  • Bedrijven moeten de btw afstaan aan de overheid, dus zij houden alleen de verkoopprijs over.

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag met rekenboek

Slide 21 - Tekstslide

Maakwerk
timer
10:00
Wat ga je doen
Opdrachten rekenboek par. 3.3
1 t/m 9
Hoe ga je dit maken?
Samen met de buurman/-vrouw
Vragen?
Steek je vinger op
Ben je klaar? 
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP! 
Het stoplicht.
Lukt brutowinstmarge berekenen niet?

Kijk in google classroom -> periode 1 -> verhoudingstabel stappenplan

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik weet wat een verkoopprijs is en hoe dit te berekenen.
2. Ik kan uitleggen hoe we het rekenboek gebruiken.
3. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.

Slide 24 - Tekstslide

Hoe bereken je de verkoopprijs?

Verkoopprijs=...
A
Winst x Verlies
B
Verkoopprijs - Afzet
C
Brutowinst opslag x Verlies
D
Inkoopprijs + Brutowinst opslag

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de brutowinstmarge?
A
Brutowinst uitgedrukt in %
B
Brutowinst uitgedrukt in % van verkoopprijs
C
Brutowinst uitgedrukt in % van inkoopprijs

Slide 26 - Quizvraag

Wat moet je voor volgende les meenemen en maken?

Slide 27 - Open vraag

Geef aan hoe leuk je de les vond.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Huiswerk
opdracht 1 t/m 10 paragraaf 3.2 rekenboekje voor volgende les af

Slide 29 - Tekstslide

Verkoopprijs
  • Inkoopprijs
  • brutowinstmarge
    __________________ +
  • Verkoopprijs

  • De verkoopprijs is de prijs die je in de winkel betaalt zonder BTW

Slide 30 - Tekstslide

Verkoopprijs + Consumentenprijs
Ga naar google classroom -> Economie  

Open het rekenboek + pak een pen en schrift.

Slide 31 - Tekstslide